Een oncologische radiotherapeutische behandeling. Het staat er echt. Waarschijnlijk, hopelijk, is het een standaardformule in de brief die ik heb meegekregen om reiskosten te declareren vanwege de dagelijkse portie straling die ik de afgelopen twee weken heb mogen ontvangen.
Omdat ik meestal grotendeels op een overstapje naar de ziekenfabriek kon en er uiteraard een eigen bijdrage gevergd wordt weet ik dat de brief in het ronde archiefje gedeponeerd kan worden.
De straling was gericht op mijn oogspieren, verdikt dankzij de Ziekte van Graves - geen gezwelziekte dus, maar wel tamelijk agressief bestreden met uraniumachtige middelen. Voor een korte lichtflits, gericht op elk oog afzonderlijk, kon ik dagelijks de reis ondernemen de afgelopen twee weken. Observerende omstanders v/m constateren al werking. Voor mij zelf lijkt het belangrijkste effect dat ik niet meer Roy-Orbisonachtig met zonnebril zou hoeven lopen om lichtgevoeligheid en ontsteking te voorkomen. Maar tenslotte waren de dubbele beelden het ergst, en het loopt alweer naar het jaar dat dit voorbij is.
De lichtflits van het stralen ging gepaard met wat ik een geur van ernstig bederf, een verse graftombe, zou noemen, onaangenaam. Een reactie met zuurstof, zegt een laborante desgevraagd. Zij krijgt zelden klachten of vragen hierover, want weinigen worden bestraald vlak bij hun neus.
Afgezien van aanloopproblemen waren er eigenlijk geen problemen met wachttijden, vandaar het overstapje, en het deeltje Baudrillard is bij lange na niet uit...
Ik dook er wel steeds direct in in de wachtkamer, om mij heen kijken om meer dan een reden vermijdend. Het was de enige wachtkamer waarin ik de afgelopen ruim anderhalf jaar heb vertoefd waar de binnentredenden zeer nadrukkelijk groeten. De ruimtes zijn zo groot en onpersoonlijk, zij doen mij aan vliegvelden denken, groeten van medepatiënten zou niet bij mij opgekomen zijn.
Meestal zijn zij vergezeld van een of meer begeleidenden. Het onderstreept de ernst en de vermoede hulpbehoevendheid van de meeste patiënten, een reden waarom ik welwillende aanbiedingen van "meegaan" heb weggewimpeld. De behandeling duurt net een minuut, en ik kan gerust alleen heen en weer reizen, bewaar me. Gunst, in deze wachtkamer ben ik zowaar weer eens een van de jongeren. Gezwelziekten die met bestraling behandeld worden zijn in doorsnee ziekten voor senioren, om het zo maar uit te drukken. Hoort het bij de oudste generaties, dat groeten?
Het is niet de plaats waar men alle hoop dient te laten varen maar als alleengaande die wil lezen word ik wel geconfronteerd met de kennelijke behoefte van de meeganers om de vooruitzichten van de patiënt te bespreken terwijl deze bestraald wordt. De vooruitzichten worden zelden zonnig geacht. Praat niet over uzelf, dat doen wij wel als u weg bent.
You can thank your lucky star, there´s someone somewhere much worse off than you are - zing ik maar even met Labi Siffre. Nog een reden om in mijn boek gedoken te blijven, wat zelden meer dan een paar minuten duurde.
Nou ja, een ding dat zo treurig onderstreept dat, terwijl gezwelziekten zo algemeen en zelfs gewoon zijn, "wij" er maar moeilijk mee kunnen omgaan. Een kwart eeuw geleden kwam ik helaas regelmatig in het Van-Leeuwenhoekhuis, waar kort achtereen de borsten van mijn moeder werden afgezet. Ook daar en toen kon ik ze al waarnemen: de Jonge Vrouwen Die Niet Voorbereid Waren. Heur lage halzen laten de sporen van hun lot duidelijk zien, de kerven volop in beeld. Het idee van accentuering van schoonheid op zijn kop gezet. Waarschijnlijk hadden deze jonge vrouwen niet eens hooggesloten kleding. Nog niet. De gemiddelde kankerpatiënt is wel degelijk een man, maar de meestvoorkomende kanker bij vrouwen leidt wel meer tot zichtbare ellende, ook bij hooggesloten blouses.
Ouderdom en zeker ziekte is iets om een collectebus voor te vullen, niet om in het straatbeeld opgenomen te zien. Voor wat dit zegt over deze samenleving hoef ik Baudrillard niet te lezen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten