22 oktober, 2008

Het licht dat opging


Op zekere avond in 1803 kon Stoffel Muller, thuisgekomen van een stichtelijke bijeenkomst, de slaap niet vatten. Het licht van de volle maan glansde over de nevelbedekte velden. In het oosten werd het ochtendgloren al merkbaar. Toen sprong Muller op uit bed, trok wat kleren aan en sprong door het raam naar buiten. En met zijn voeten wadend door de nevel, het maanlicht om het hoofd, werd het hem als in een bliksemschicht duidelijk: met Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen.

Op dit mystieke moment werd de Christelijke Broedergemeente, ook wel Zwijndrechtse Nieuwlichters (vanwege het maanlicht?), in de geest al geboren.

Geen opmerkingen: