13 maart, 2008
Praktisch-idealisme - 5
Jenny Warnaar, vrijdag 27 juli 1928, Kampkrabbel uit Hellendoorn:
Waarin op verschillende mogelijkheden wordt gewezen waarbij men innerlijk groeit door 't schone in de natuur
De Natuur kan mij een gevoel van veiligheid en bescherming geven
Ik heb b.v. wekenlang gehad, dat als ik voorbij een bruine beuk fietste naar school, dat ik altijd dit gevoel kreeg, onverschilig waaraan ik juist dacht. 't Was: of de takken, die op en neer en heen en weer bewogen, gestaag eeuwig durend de mensheid en de hele aarde zegenen willen. In bescherming nemen...
De Natuur kan mij het machtige besef geven, dat alles streeft.
Ik zat b.v. op een keer aan een wijd water, achter mij was heel hoog riet en een paar wilgen stonden naast mij.
Door de wind werden de rietstengels en de takken der wilgen voorover gebogen en weer op gericht. 't Was of ze allen met hun hoofden wezen naar dat ene doel, die ene richting.
Eén schommelde wel eens heen en weer, maar toch wees hij bij de volgende vlaag naar dezelfde verte.
De golven op het water zetten dit voort en vloeiden allen op het doel af. Als één stierf onderweg, dan ontstond weer een ander, die zijn taak opnam. En op zo'n ogenblik voel ik, dat ik meegetrokken word door het riet en de golven naar dat éne doel en dat wij allen mee moeten of wij willen of niet. Ook al buigt er wel eens een opzij, toch buigt hij bij 't volgende ogenblik weer mee, allen, allen naar de ene verte, het ene doel.
(Spelling aangepast)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten