27 februari, 2008

Praktisch idealisme - 2


Het is niet een christelijk gebod, maar een gebod van de naamgever van het christelijk geloof - wat men heeft, aan de armen te geven. Het lijkt alsof goed doen dus vanzelfsprekend is weggelegd voor rijken. Armen zijn slechts het object van deze goedheid - hun taak is de goedheid van de rijke te doen uitkomen. Een conclusie die men kan trekken uit menig heiligenleven waarin een rijke jongeling(e) wel zijn of haar bezit aan de kant doet en daardoor alleen al schittert in heiligheid.
Schriftuurlijk is het niet, getuige Mattheüs 10:21 sqq.:

En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: Een ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij.
Maar hij, treurig geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd weg; want hij had vele goederen.
En Jezus rondom ziende, zeide tot Zijn discipelen: Hoe bezwaarlijk zullen degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods inkomen!

- Praktisch idealisten doen aan wereldverbetering door af en toe geen vlees te eten. Zij hebben een auto maar laten die zowaar weleens staan om met het openbaar vervoer te gaan.
Wie vegetariër is of geen auto heeft is geen praktisch idealist, maar een sukkel. Niet eens een arme die een grijpstuiver toegeworpen mag krijgen. Geen troost over kemels en ogen van naalden met betrekking tot het praktisch idealisme..

En daarom, lieve mensen, ben ik geen praktisch idealist, maar toch "gewoon" revolutionair. Toch een aardige conclusie aan dit alles. Ik was bijna bang dat ik praktisch was geworden..

Geen opmerkingen: