06 november, 2007

Met Augustinus in de hand


De remonstrantse kerkhistoricus Meijering publiceert nogal wat sinds zijn emeritaat, hij lijkt wat in te halen te hebben. Wat kan ik zeggen over Mijn tijd is mijn leven?

Het is het intrappen van een deur die zo open is dat de meeste mensen de deur niet eens meer opmerken. Ik heb geen tijd, ik ben mijn tijd. Het eerste is onzin. Lichtgewicht Achterhuis heeft er een paar jaar geleden een essaytje over geschreven waarover ik aangekondigd heb uitgebreid te zullen schrijven, maar - toepasselijk - wil ik mij daartoe zetten? Enfin, zo'n man komt juist door gebrek aan gewicht bovendrijven in Nederland en kan nu ook zijn post-emeritaat-inzichten over ons gaan uitstorten - berg u maar...

Wat bezonken is van het boekje van Meijering, dat - zoals het een hedendaags Nederlands theoloog lijkt te betamen - een anecdotische (om niet te zeggen babbelige) toon heeft:
Vrijwel alle dramatis personae zijn ook theoloog. Er is een hoop te doen geweest in de protestantse kerken over de kernbewapening in de jaren zestig tot en met tachtig, dat maak ik er uit op, deze strijd was niet in de geest van Heerings (alweer een remonstrant!) Zondeval van het christendom - handboek voor het hedendaags Nederlands christen-anarchisme, dunkt mij. De meesten die de Kerk hadden moeten uitmaken hebben afgehaakt in die tijd, inclusief schrijver dezes.

Een mooie, over het eeuwige leven. Gelooft u daar nog in? Het kan waar zijn, het kan niet waar zijn - het kan alleen maar meevallen.

Een - natuurlijk andere - theoloog: alleen wie kan zeggen: als ik het over kon doen zou ik het precies zo doen als ik gedaan heb, heeft waarlijk geleefd.
In eerste instantie krimp ik ineen: ik weet nu al dat ik niet waarlijk geleefd heb. Maar het is toch ook enigszins onzin. De ik die dit zegt is gevormd door beslissingen en ervaringen die aan het ogenblik, waarop hij of zij dit stelt, vooraf zijn gegaan en die bijgedragen hebben tot het ogenblik waarop het gesteld wordt. Secundum non datur, tenzij in een parallel universum (in parallelle universa?). Ik ben niet alleen mijn tijd op dit ogenblik, maar ook mijn eigen geschiedenis. Als deze anders was gelopen, was ik een andere ik, en had ik toch waarlijk geleefd. Iedereen heeft waarlijk geleefd, mijn waarde.

Waarmee ik geloof ik meteen mijn argument tegen Achterhuis rond heb, hoef ik daar - eh - geen tijd meer aan te besteden.
Het boekje van Meijering is geheel gewijd aan een hoofdstuk van Augustinus' Confessiones, het elfde.

Geen opmerkingen: