Drie woorden die op het eerste gezicht hetzelfde zouden kunnen betekenen: sympathie, medelijden en compassie. Alleen is het niet zo.
Aan Nederlandstaligen hoef je dit wat betreft sympathie niet eens uit te leggen. Iemand met wie je sympathie voelt is niet meelijwekkend, iemand die meelijwekkend is is zelden sympathiek. Eenvoudigweg omdat medelijden - waarschijnlijk een leenvertaling en indirect via het Hoogduits - een geïmpliceerde lichte neerbuigendheid meevoert. De medelijdende bevindt zich hoger op de ladder dan zijn of haar - als je object zegt, zegt dit al genoeg.
Het Frans met in zijn kielzog het Engels heeft nog pitié, afgeleid van pietas, een woord met vele lagen en dus betekenissen - van plichtsgetrouwheid tot vroomheid. In de apocrief geachte laatste woorden van Willem van Oranje (Mon Dieu, ayez pitié...) betekent het wel degelijk hetzelfde als compassion en aanverwante woorden. Erbarmen, om een ander woord uit de Luthervertaling te gebruiken. Maar de Aangeroepene wordt uiteraard als de hoogste gezien die dus op iedereen neerkijkt (in de eerste letterlijke betekenis waarschijnlijk).
Voor compassie is in het Nederlands de niche van de bijbehorende empathie bij het medeleven. Compassie impliceert het besef: dit had ik kunnen zijn, die daar staat te bedelen. In feite is compassie de basis van de vervloeking of de vrijspraak van Mattheüs 25:31-46: ik was die zieke, die vreemdeling, die naakte, die gevangene. Slechts door de genade Gods - zo kan men het uitdrukken - sta ik daar niet, in de rij bij het CWI, bij de voedselbank, met de straatkrant. Als ik het zo schrijf is al meteen duidelijk hoe moeilijk dit inlevende vermogen is - compassie en CWI? Je voelt meteen dat compassionate conservatism (conservatisme met compassie?) niet te organiseren is en dus bij voorbaat een leugen is. Merkwaardig maar waar; compassie kan alleen bij de ontmoeting met de ander voor wie het gevoel kan opkomen. Waarbij aangetekend dient te worden dat de verzorgingsstaat - u bent niet langer afhankelijk van liefdadigheid! - hiertoe heeft bijgedragen. Met de organisatie van staats-niet-liefdadigheid op eigen kosten van de welgedane, die natuurlijk niet zomaar recht blijkt te hebben op deze niet-liefdadigheid, is het inlevingsvermogen collectief weggepoetst. We maken het mee waar we bijstaan.
Hoe wil je het dan, kunt u vragen? Niet zo - is mijn antwoord voorlopig. Ik kan uitstekend vaststellen wat ik niet wil zonder te kunnen zeggen hoe het precies wel moet.
Ik ben benieuwd hoe men het Engelse woord compassion, een van de centrale termen in Christi-anarchy van Dave Andrews vertaald zou hebben. Het is er niet van gekomen, die vertaling. Christen-anarchisme, voor een samenleving met compassie? Bij Andrews heb ik geen concrete invulling ontwaard.
Moet ik dan echt alles alleen doen? Heb compassie!
(Mits voorzien van een behulpzame browser kunt u hier Hilaire Belloc's The servile state lezen - met treffende gedachten over hoe de staat de compassie wegorganiseert. Voor Peter Maurin in ieder geval een grondleggende tekst, waarvoor ik u op 19 januari 2006 nog naar de bibliotheek moest sturen - ik heb het zelf met stijgende opwinding gelezen in de Gladstone-bibliotheek te Hawarden in Cymru. Zou het internet echt kunnen dichtgroeien?).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten