26 oktober, 2007

Van privacy, Van Eeden en Pannekoek


Een detacheringsbureau waar ik "volgende week zeker van zal horen" - je hebt heeeeel lange weken tegenwoordig - stuurde mij een bulkmail waarin ik werd vermaand op mijn privacy te letten, op het internet. Menigeen weet niet wat voor problemen er kunnen opduiken bij sollicitaties of met exen. Er werd verwezen naar een site waarop je je naam kon intikken, dan werd in een klap duidelijk waar je allemaal stond op het net. Het resultaat viel mee. Ik vraag mij wel af hoe ik aan de tag "God" kom - nu ik het tik: Onze God is een arbeider, natuurlijk... vraag en u zal geantwoord worden...

Op Schoolbank kom ik niet eens voor, zegt die site - terwijl ik stapelgek word van die wekelijkse mails en tenslotte inderdaad bij een ex, met wie ik echt niet op school heb gezeten (nou ja, de zelfde universiteit dan), naar de kwalificatie Jeugdliefde heb gehengeld. Geregeld. Maar dat wisten we al van elkaar. Kijk toch uit, pas toch op.

Als een van de hoogstgenoteerde uitkomsten in een categorie kwam er Vóór Heimans en Thijsse uit de bus. Opmerkelijk, ja, ik heb mij daar een aantal jaren geleden met veel genoegen mee beziggehouden, en zou het nog graag doen (wat let je? daar zegt u zoiets). Het blijkt een MLN van K. van Berkel[pdf], waar ik in een voetnoot paradeer, naast mijn leermeerster Ger Harmsen, van wie ik in het genoemde artikel ook een onderzoek aanvul en corrigeer. Alleraardigst - ik ben genoemd, en dat in een lezing voor de KNAW!

Het lot wil, dat ik een tijd bij de Akademie de niet geringe verantwoordelijkheid had de verspreiding van dit soort lezingen te verzorgen. Mededeling Letterkunde (Nieuwe Reeks), Verhandelingen Letterkunde Nieuwe Reeks (waarin geen enkele titel nog in het Nederlands verscheen) en Verhandelingen Natuurkunde Eerste en Tweede Reeks (verscheen daar nog wel iets? weinig).

Ik had deze baan net, toen Van Berkel een andere lezing hield in het Trippenhuis, over Anton Pannekoek. In de ruimen had ik nog exemplaren gevonden van Anthropogenese, een tijdens de bezetting geschreven verhandeling over het onstaan van de mens als soort, na de oorlog verschenen als Verhandeling Natuurkunde. Jan Romein noemde het als belangwekkend geschrift in In de hof der historie, over het onderwerp: de psychologische grondslagen der historische belangstelling. Doordat de mens "van nature" onaf is, heeft hij/zij geschiedenis - laat ik hier verder niet op ingaan. Ik heb jarenlang op dit gebied verder literatuur gelezen en verzameld, tot en met - gevonden door mijn attente schoonmoeder - de volksuitgave van Anthropogenese uit 1957, verschenen als Het ontstaan van de mens bij de Wereldbibliotheek. Mijn kandidaatsscriptie ging er over - zodoende. Achteraf had ik het onderwerp zolangzamerhand doodbestudeerd, maar dit geheel terzijde.

Ik seinde een kameraad in over deze als openbaar geldende lezing - achteraf gezien gelukkig kwam hij niet, hij wilde graag dat ik voor hem oplette.

Voor een schappelijke prijs bood ik de opgediepte exemplaren te koop aan het publiek dat er wel op afkwam. Nauwelijks geïnteresseerde (hoog)bejaarden die voor de ouwe klare kwamen die na afloop rijkelijk gratis en voor niets geschonken werd. "O, u heeft nog iets van die communistische boef". Hij was geen communist, antwoordde ik, althans niet van een partij. Men keek ontsteld: durft deze jongeman, een veertiger die niet eens professor is, wat terug te zeggen? Deze mensen waren zo oud dat zij er misschien nog bij waren geweest toen Pannekoek betrokken was bij de oprichting van de SDP, later de CPN geheten. Maar dan niet bij die partij, natuurlijk, stel je voor. Ik bleef, achteraf naar ik begrijp tot ongenoegen van de directeur die er ook bij zat, bij de lezing, waarvan ik moet zeggen dat zij geen diepe indruk maakte. Volgens mij is er nooit een Mededeling van gemaakt, niet in de tijd dat ik er werkte in ieder geval. Aardig was dat de zoon van Pannekoek, intussen ook zeer bejaard, aanwezig was. Was hij lid? Ach, wat doet het er toe?

De wel gepubliceerde lezing waar ik in genoemd ben gaat over F.W. van Eeden, de vader van, wiens botanische wandelingen onder de titel Onkruid twintig jaar geleden opnieuw uitgegeven zijn, maar ook deze uitgave is inmiddels antiquarisch. Tempus ruit, zou ik zeggen. En die vondst in de krochten van de Akademie - ach, Anthropogenese is zojuist, herspeld en al, op het net gezet, dus leest u het allemaal zelf maar na...

Geen opmerkingen: