03 oktober, 2007
Luisteren naar regen - 2
Mijn kennismaking met eigentijdse goedgeschreven maatschappijkritiek was Monopoly capital van Baran en Sweezy, en het meest hiervan het hoofdstuk over de kwaliteit van het bestaan onder het kapitalisme.
Een van de passages die hard en duidelijk aankomen, over het wegvallen van sociale verbanden:
Een vriend is iemand die je toevallig net ontmoet hebt. People's unrelatedness to each other is often dissolved in alcohol - over bijeenkomsten van dergelijke zogenaamde vrienden.
Men weet waar het over gaat, en ik vermoed dat dit soort bijeenkomsten geen speciaal klassekarakter hebben (het buiten beeld laten van het klassekarakter van de monopolistisch-kapitalistische maatschappij kan als een zwakte van het boek gezien worden).
Maar bijeenkomsten van en met mensen die je eigenlijk niets kunnen schelen en die je alleen in je omgeving kunt verdragen als je ten minste twee glazen op hebt - het moet breed herkenbaar zijn.
Hoe geacteerd is de verwondering van Stephen Fry in HIV and me op de BBC als hij te horen krijgt dat onveilige sex tussen onbekenden vaak plaatsvindt in dronken staat? Onder mensen van alle seksuele gezindheden? Hier wordt nog eens unrelatedness dissolved in alcohol! Hoe onbetrokken-op-elkaar kun je zijn als je seksuele gemeenschap hebt? Proost, tin can at my feet.
En dan de mensen die op geen enkele manier in staat zijn een situatie te beoordelen en die zich vrijpostige of onbevoegde opmerkingen permitteren. Als Nederlander "Wat spreekt u goed Engels" zeggen tegen een Oxonian. Ongevraagd psychologisch advies per email krijgen van iemand die je alleen kent van opgelost-in-alcohol-treffens. Het dringt tot mij door dat het voor veel mensen moeilijk tot niet te bepalen is hoe een sociale situatie te beoordelen. Het hoort bij het realiteitsverlies dat het monopolistisch-kapitalisme zijn speciale kleur geeft.
Ik bedenk met spijt dat op de ene, belangrijkste keer na ik nooit bij of met iemand in bed ben beland zonder dat er alcoholgebruik aan voorafgegaan was. Maar dan toch nooit zoveel alcohol dat ik of de ander niet kon beoordelen wat we van elkaar konden verwachten of dat we niet van plan zouden zijn elkaar ooit nog te zien zonder meer van of met elkaar te willen. Alcohol kan een rol spelen om schroom te overwinnen of om het geweten een rad voor ogen te draaien (zij heeft al iemand, ik ook) - wat ook al knap kwalijk is.
Maar waarschijnlijk was Fry's verbazing niet gespeeld. Gaan we zo met elkaar om tegenwoordig? En bezorgen we elkaar dan wel dodelijke ziekten?
Human kindness overflowing.
Lonely... oh so lonely.
Labels:
Alcohol,
Kapitaal,
Kritische theorie,
Paul Baran,
Paul Sweezy,
Prousten
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten