13 oktober, 2007
Een wandeling door een voorgeschiedenis
Toen Schiedams haven niet meer geschikt was voor vissersschepen bedachten inwoners heel ondernemend een nieuwe bestemming voor de haven en wat er aangevoerd en afgevoerd kon worden, en industrie voor de stad - het stoken van jenever. Er was niets wat de stad hiervoor voorbestemde dan het idee het te doen.
En zo werd Schiedam zinnebeeld van de Nederlandse neut en voor dronkenschap in het algemeen, en de leuze Sluit Schiedam! werd gelanceerd vanuit christen-anarchistische kring waar men vooral ook geheelonthouder was. Dit gebeurde in een tijd waarin de jeneverindustrie al op haar retour was.
Ik ben geen liefhebber van jenever maar ik kan moeilijk klagen over de zwarte stad. Naast mensen van de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden trok de jeneverindustrie mensen uit het Rivierengebied aan, uit Noord-Brabant tot uit de Duitse Nederlanden aan toe, de Bovenlanders. Als mijn uit Goch geïmmigreerde voorvader-zakkendrager wiens familienaam in die streek niet meer te vinden is hier niet was getrouwd met Maria Thijs(se), had ik er zelf dan kunnen zijn?
Generaties lang woonden deze niet-zo-verre voorouders aan de Laan, bij de Achterslag, een aanduiding waarvan de betekenis niet te achterhalen is, maar zo staat het in de registers. Vanmiddag was ik in de gelegenheid te kijken waar dat kon zijn.
De gehele Laan is gesloopt en deels vervangen door wat de Dickerdacks van dit land prettige nieuwbouw noemen - barre woningen. Het blijft een proletarische omgeving, rad en luid Turks klinkt om mij heen. Hoewel het verleden als toeristische attractie wordt geadverteerd valt het mij vooral op hoe liefdeloos oude huizen worden gesloopt en worden vervangen door bouwsels die de slechte pers die de stad kent sinds Hartog en Bordewijk moeten bevestigen. De eerste en enige officiële rellen van wat nog niet autochtonen heetten tegen dito allochtonen (Turken) vonden hier plaats. Maar het is toch ook alweer een derde van een eeuw geleden.
Lopend in het geschonden industrieel decor kom ik een oude Schiedamse bekende tegen: het Nationaal Coöperatie Museum aan de Lange Haven. Nu voorzien van borsthonig - over de authenticiteit van de ulevellen valt te redeneren - allerlei drop die ik helaas nog steeds niet mag eten maar u wel en voor een prikkie het boek van Ton Oosterhuis over de geschiedenis van de coöperatie in Nederland.
Kom op mensen, wees de duizendste of meer. Eet allen ulevellen, om in ieder geval de coöperatie als museum te behouden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten