09 mei, 2007
Het volk wint toch wel
Het volk wil het liefst een grommend beest zijn. En verdomd, in De Groene, in de jaren zeventig de heraut van de ware proletarische academische inzichten las ik eens dat de taalatomen waar "gewone mensen" zich in uitdrukken zo rijk van expressie zijn dat zij helemaal niet de woordentaal van de bourgeoisie nodig hebben.
Afhankelijk van toon en context kan bijvoorbeeld Hueuh! betekenen:
- heb je al een tientje overgemaakt voor Veronica?
- lust je die patat met gehaktballen niet? ik heb niets anders!
- moeten we niet staken voor opslag en tegen het kapitalisme?
- de universele wereldgeest is de vervolmaking van het dialectische proces van de geschiedenis.
Ja, je moet er even voor gaan zitten om goed te luisteren wat het volk eigenlijk te zeggen heeft, hoeveel rijkdom en nuance en mogelijkheden er zitten in schijnbaar blaffende klanken.
Was het van Co van Calcar - patricische naam, maar dat telt natuurlijk niet - zelf, of van een van zijn epigonen? Wat duidelijk moest zijn was dat wat de heersende klasse voor beschaving laat doorgaan een zware inbreuk is op een hoogontwikkelde andere cultuur, die van het volk. Het volkse denken is onlosmakelijk verbonden aan cultuurrelativisme. Die inbreuk op de eigen cultuur is niet te accepteren, is een aanval op een andere klasse, binnenlands kolonialisme.
Het gewone volk kijkt televisie, liefst gekleed in ondergoed, en laat een scheet of een boer als rijke cultuuruiting. De Royle family zei het duidelijk genoeg. Luister naar het volk en de revolutie is daar. Waarom zou je ze lastigvallen met Sjostakowitsj als ze Big Brother willen?
Dit is ongeveer de onderhuidse redeneertrant achter het leerstuk van het beschavingsoffensief. Ik heb mij als wortel voor de kar voorgehouden dat ik na zekere lopende werkzaamheden een biografie van Jac. P. Thijsse zou schrijven - daar heeft de man en daar heeft zijn streven bepaald recht op. Pech. Er is er een verschenen, en met de biografische en historische cultuur van Nederland moet het daar vast wel bij blijven. (Zie ook: Domela Nieuwenhuis - ja kijk, Troelstra is weer iets geheel anders).
En de onderhavige biografie ziet Thijsse als burgerlijk beschavingsoffensief. Het volk, moet u weten, heeft geen boodschap aan bloemetjes en bijtjes, dat gooit zijn blikjes in de berm en kijkt naar Big Brother. Het zijn de rijke stinkerds die het andere interesses opdringen met militaire middelen (offensief, begrijpt u). Geen boer of scheet, kijk naar het veredelende van de zonsondergang, luister naar het zingen van de tjiftjaf. Hueuh zegt het volk: ik wil Big Brother, betekent dit. Over mijn ongenoegen over deze manier om Thijsse weg te zetten heb ik al in een vroege versie van dit log geschreven.
Aartskleinburgerlijk, een ander woord heb ik er niet voor. Er wordt een standpunt ingenomen als bovenstaand geschetst van het volk, de arbeidersklasse dus of wie daartoe zou kunnen of moeten behoren (werklozen uiteraard in de eerste plaats). En er is de beschaving van de hogere standen, en die wordt dan plotseling in een offensief opgedrongen aan de gewone mensen die daar helemaal niet op zitten te wachten. Het is een idee dat definitief de doodklok luidt over wat inderdaad een bourgeoisoffensief was: de Nederlandse sociaal-democratie, met alle uitingen van het zogeheten cultuursocialisme. Niks klein land met zijn grote schoonheid, niks Wereldbibliotheek, niks natuursport en volksdansen, een boer een scheet en Big Brother, dat moet voldoende zijn. Hoe zou het kleinburgerdom zich kunnen onderscheiden als de lagere standen beschaafd worden? Door het beschavingsoffensief uit te vinden. Ze wilden eigenlijk niet, maar het moest - manu militari. En zie wat er van komt: als je niet uitkijkt steken ze je auto in de hens.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten