30 april, 2007
Rekenschap van verkenning
Verkenning en rekenschap heette het boek en het was geen onredelijk boek voor Nederlands in de eerste klassen van de middelbare school. Zo stond er een verhaaltje in over het nut van de standaardtaal. Een Friese bijrijder en een Amsterdamse chauffeur willen een vrachtwagen de garage uitrijden. "'t Ken net," zegt de Fries. De Amsterdammer rijdt op, achteruit, en ramt een paal. Een motief dat in een STERspotje terugkeert, tientallen jaren later. Althans, 't ken net.
Een stuk dat indruk maakte, en dat zal wel de bedoeling zijn geweest, was over het voortleven van voorchristelijke gewoonten. In Twente laten boeren wat stoppels achter op het veld, "Voor Wode en zijn paard" - zei de boer dan, al wist die niet dat hier Wodan en Sleipnir mee bedoeld werden. Kun je denken, want die Twentse boer las Verkenning en rekenschap natuurlijk niet.
Pas veel later kon ik bedenken dat dit niet kon kloppen, en pas nu formuleer ik de denigrerende gedachte achter de mededeling. Leeft Wodan in meer voort in Twente dan in het woord woensdag, dat niet bepaald exclusief Twents is? Herman Finkers - goed de man weer "gewoon" actief te zien - liet in Braambos zijn particuliere kapel zien. Een kruis en een zonnerad op de gevel, geen exclusief christelijke symboliek alstublieft. Hij citeerde er een gedicht van Willem Wilmink bij, dat ik in een verloren hoekje op het net achterhaald heb. Dit is de tekst:
TWENTE BEKEERD
Onder keizer Karel de Grote
werd het ernst met het zendingswerk.
Toen kwamen ook deze gebieden
onder heerschappij van de kerk.
Het nieuwe geloof bracht de mensen
nieuw licht en nieuwe hoop,
maar het bleek, met zijn stelsel van tienden,
allesbehalve goedkoop.
Nu was in de wijde luchten
Wodan niet langer de baas,
maar men bleef de midwinterhoorn blazen
en paasvuren stoken met Paas.
En dat Wodan de doden haalde,
ze naar het Walhalla bracht,
leefde voort, nog duizend jaren,
in ’t verhaal van de Wilde jacht:
soms hoorde een boer de jachthoorns,
de stemmen, het gericht
van honden en hoefgetrappel,
voorbijtrekkend in de lucht.
Veel geveltekens tonen
een kruis op een zonnerad.
Zo krijgen Wodan en Christus
nog altijd allebei wat.
- Finkers had moedwillig een zonnerad aangebracht, hij heeft vast Verkenning en rekenschap ook gehad. Maar of de gemiddelde vormgever van gevels en ruiten nou bij Wodan stilstond of stilstaat waag ik ernstig te betwijfelen.
In het afgebeelde zonnerad zijn de Griekse letters XP verwerkt, de eerste letters van het woord Christus. Dat zal wel moedwillig en overwogen zijn.
Addendum juli 2009
De tekst van het gedicht van Wilmink komt hiervandaan. Een bron die ik meteen had moeten noemen (er is geen andere op het net). Klaarblijkelijk zijn de laatste vier regels weggelaten om redenen waar ik slechts naar zou kunnen raden - kan het schelen! De bozige anonieme commentator hieronder geeft die laatste regels:
Maar wie van de twee in 't hiernamaals ook aan de touwtjes trekt;
Het kan de Twentse boer niet deren, hij is aan twee kanten gedekt
Het ging er mij om dat de gedachte dat de Twentse boer "natuurlijk niet meer weet" wie Wode en zijn paard zijn denigrerend is. Maar ik vraag mij af of Sinterklaas, compleet met paard nu echt een gekerstende Odin/Wodan is en niet een Romantische interpretatie.
Ik zou het graag geloven maar bij geloof hoort nu eenmaal twijfel.
29 april, 2007
Aekingaweg 1A, Appelscha
Hier staat een tekst die er sterk aan doet denken, en misschien is betrokkene de schrijver van de tekst op de flyer voor de Pinksterlanddagen in Appelscha voor dit jaar.
Ik ben twee keer op de camping Tot Vrijheidsbezinning geweest. Een keer fietsende in een ruime boog om de voormalige Zuiderzee. We hadden net - om ons extra thuis te voelen in Friesland - een fles beerenburg gekocht en merkten dat we daar alleen in de beslotenheid van de tent gebruik van konden maken op de anarchistische camping. Tsjoch!
Het kampeerterrein is prachtig gelegen, maar wat mij beklemde was dat ik het gevoel had dat wij argwanend werden bekeken maar dat niemand zelfs maar die argwaan verwoordde. De tweede keer was bij de Landdagen zelf, om een verslag te maken voor La Ligna. Ik vond de stemming landerig, het was mooi warm weer en het was leuker het Fochteloërveen op te lopen dan als toehoorder toegelaten of uitgesloten te worden bij een bijeenkomst over anarca-feminisme.
Ik heb begrepen dat de landerigheid intussen voorbij is. Maar ik heb mijn eigen geschiedenis van niet gaan. De eerste keer was reeds in 1970, toen het Instituut voor de Wetenschap van de Politiek in Amsterdam bezet was (Karl Marx Instituut was het maar even gedoopt). In Appelscha zou een strategische discussie gehouden worden waar vertegenwoordigers m/v van de studentenbeweging bij moesten zijn. Maar het instituut moest toch ook gevuld blijven, minimalistisch wellicht. Dus ik was in Amsterdam. En voor wie vragend fronst bij alleen al de naam Karl Marx in dit verband: ik weet dat er geen intenser beleefde maand geweest is of zal komen in mijn leven, bepalend voor mijn beeld van de wereld, en jazeker, Karl Marx speelt daar een rol in, en dat heeft niets met partijen te maken.
Het jaar daarop heb ik in de zon op het balcon Voor een libertair marxisme zitten lezen van Daniel Guérin, net gekocht, belangrijk!
Tot en met het punt waarop ik (weer) in een kerkelijke omgeving Pinksteren vierde - ieder jaar een reden om niet te gaan. Verleden jaar was er het christen-anarchistisch treffen in Leeds. Dit jaar kan ik mij helaas beroepen op een gebrekkige gezondheid. Misschien eindigt hier dan ook de reeks redenen - hoewel, volgend jaar komt Leeds weer in beeld. Wie weet.
De tekst aan een gehele kant van de flyer, een mooie tekst die op het net behoort te staan - bij dezen dan:
...En geef me dan een landje
voor al mijn vrienden
waar de zon altijd schijnt
met een boom om onder te liggen
Met een taal zonder woorden
voor politie of autoriteit
of grens of geld of lelijkheid
en vele woorden voor spelen
Een plek waar veel fruit groeit
en waar relaxte goden leven
28 april, 2007
Anarchie in 1 land is onmogelijk
De oorlog bij volmacht in Somalië
De grootste vluchtelingencrisis van deze tijd.
[Onaangenaam dit te moeten vergelijken met het rumoer over Darfoer].
Later meer.
De grootste vluchtelingencrisis van deze tijd.
[Onaangenaam dit te moeten vergelijken met het rumoer over Darfoer].
Later meer.
27 april, 2007
Omdat een imbeciel besloot mijn land aan te vallen
Riverbend heeft weer twee maanden gezwegen, en is nu terug.
Om haar vertrek uit Irak aan te kondigen. Lees en huiver.
Om haar vertrek uit Irak aan te kondigen. Lees en huiver.
26 april, 2007
Zomer
Gisteren, terwijl ik door het duin fiets eerst links van mij en onmiddellijk daarna rechts van het pad een roepende koekoek.
Als de koekoek in het land is zijn alle zomervogels er. Het is zeer vroeg.
De struiken zijn toch nog kaal, een fitis springt duidelijk in het oog op een kaal bosje duindoorn.
Het duin is een aanslag op de zintuigen op dit ogenblik. De geur van sering, gelderse roos, bloeiende esdoorn, volop bloeiende meidoorn, kruiden als fluitekruid, helmbloem, judaspenning, robertskruid en beemdooievaarsbek, paarse en witte dovenetel, en verder daslook, troshyacint en nog zoveel meer, en de vogelzang. Maar de lente is nu al bijna zomer. En vandaag was plotseling de berm van de spoorlijn rood van de klaprozen.
Een speciaal aangepaste bril met vensterglas en prismaplakkertje maakt het mij mogelijk alles onbekommerd te bekijken. Je weet niet wat je zegeningen zijn voor ze onzeker worden.
In Escape from freedom hekelt Erich Fromm al de behoefte records bij te houden met betrekking tot het weer. Maar het patroon in dit alles maakt het onvermijdelijk er aandacht aan te besteden.
24 april, 2007
Het einde van 's koopman-konings werken
Met de overname van de ABN AMRO door Barclays komt ook in Nederland een einde aan de erfgenaam van een bank ooit opgericht door de eerste Oranjekoning. Nog niet zo lang geleden was de zuidelijke Société Générale oppermachtig in België. Ook dat is voorbij. Het kan verkeren.
De Nederlandsche Handelmaatschppij komt nogal prominent voor in de ondertitel van de belangrijkste Nederlandse roman. De twee koninklijke banken drukten destijds precies het onderscheid uit tussen Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. De NHM was gericht op extractie, oftewel grondstoffenroof of koloniale plundering, de Generale Maatschappij was industrieel. Max Havelaar verwijst duidelijk genoeg naar het karakter van de NHM.
De Amsterdamsche en de Rotterdamsche Bank waren industriële banken, grotendeels opgezet trouwens met Brits kapitaal. De NHM verdween in een fusie met de Twentsche Bank in de Algemene Bank Nederland en tenslotte werden de vier samengeveegd in het geheel met de loze naam ABN AMRO. Geen verschil meer tussen koloniaal en industrieel kapitaal.
En nu komt het grote Nederlandse bankwezen weer thuis, in Groot-Brittannië. De ABN AMRO leek zelf een groot concern, maar zoals eerder de Société Générale bleek het vatbaar voor zoals dit heet vijandige overname. Uit andere landen verdwijnt het beeldmerk nu al (een wonderlijke gewaarwording om in Grand Rapids dat groen-gele schild te zien), in Nederland mag deze bank blijven. Amsterdam dat voor zo'n hoge prijs zo lang en grondig overhoop gehaald wordt omdat bankdirecteuren niet de tram nemen, die willen een metro, - zal blijven bloeden. Waarvoor - is nog onduidelijker.
De tijd is voorbij waarin fusies werden gemotiveerd als zijnde goed voor "de continuïteit van de onderneming". Niks continuïteit. Uit de Volkskrant van vandaag 24 april:
"De overname gaat gepaard met grote kostenbesparingen. Er worden 12.800 banen geschrapt en 10.800 arbeidsplaatsen verhuizen naar lagelonenlanden. Het betreft ruim 10 procent van de 217 duizend werknemers die de banken samen hebben (Barclays 123 duizend, ABN Amro 94 duizend). De ontslagen zullen vooral vallen in het buitenland; in Nederland (24 duizend werknemers) wordt vrijwel alleen het hoofdkantoor getroffen."
Omdat lagelonenlanden wel wired moeten zijn, de taal van het Vierde Rijk moeten beheersen en een zogeheten stabiel en niet-islamitisch regime moeten hebben, wordt hier uiteraard India bedoeld. Andere mogelijkheden zijn niet te bedenken. De maatschappelijke kosten van deze fusie komen neer op de door de nationale overheden georganiseerde sociale zekerheid. Voorbij, de nette betrekking bij de degelijke bank. Als ik er een rekening bij had, zou ik deze opzeggen. Het is het enige machtsmiddel dat openligt voor wie de gang van zaken verafschuwt.
Demonen
Het terras is vol, maar we vinden het niet erg. We gaan wel binnen zitten. De liefste heeft net te horen gekregen dat de OK voor haar gereserveerd moet worden, in overleg met de ziektekostenverzekering. Uiteraaaard...
Zij zou toe zijn aan een alcoholische versnapering, maar mag deze niet vanwege de cortizonen en de antibiotica. Voor mij versterkt alcohol juist de werking van de betablockers, de bloeddruk gaat er door omlaag - ik heb de indruk dat dit toch al aan de gang is. Ik heb net te horen gekregen dat met "mijn hysterische toontje" er geen plaats voor mij is tussen de zelfbenoemde literaire elite van Nederland. Daar drink ik op. We lijken een treurig gezelschap, maar het valt ook wel weer mee.
Door de boxen van het café klinkt het intro van Take me in your arms and love me, mijn kennismaking met Gladys Knight and the Pips, pingels die mij terugverplaatsen naar hetzelfde seizoen maar dan...
"Dit nummer is veertig jaar oud," zeg ik geschokt.
"Tja, ik begrijp dat jij het goed vindt, zij gilt mij te veel. Doet zij Aretha Franklin na? Wie is het?" Ik moet uitleggen dat het de zangeres van háár eerste singletje is. Maar het schokkende is: toen dit nummer uitkwam (en in Nederland natuurlijk niet te horen was) hoorde je beslist geen muziek van veertig jaar geleden. Wat zou het hebben moeten zijn? Speenhof? Jimmie Rodgers? De Comedian Harmonists? De jaren zestig zijn wel degelijk een breuklijn: de muziek van toen kan zonder problemen nu ten gehore gebracht worden. Wonderlijke gewaarwording.
Het barmeisje draagt een kort rokje met daaronder iets wat een zeer dikke maillot zou kunnen zijn, maar ook op een skibroek lijkt, en laarsjes. Opnieuw word ik verplaatst naar een zelfde seizoen - met enig nadenken dringt het tot mij door dat het vijfentwintig jaar geleden is. Deze merkwaardige combinatie droeg zij zal ik maar zeggen, bij wat onze laatste afspraak zou blijken te zijn. Geconsummeerd op een plaats waar niets te consummeren was. Zo wilde zij het - geen kans om toe te geven aan wederzijdse verlangens.
Ik weet niet welke demon mij haar laatst in de zoekmachine liet stoppen, om mij er achter te doen komen dat zij geografisch dicht bij moet zijn en dat de ware en ik nog overwogen hebben te hengelen naar de baan die zij nu heeft. Vijfentwintig jaar... Ongeveer de leeftijd van het barmeisje. We gaan weg en lopen onze onrust er uit. Uit de tijdreismachine de lentedag in.
23 april, 2007
Geesten van geesten - ein Gleiches
Wauw! waren de jaren zeventig, knus waren de jaren vijftig en het tussenliggende decennium - waren de sixties. Op het ogenblik waarop deze zin geschreven werd waarden deze precieze kwalificaties rond in de publiciteit in Nederland (voor een tenstoonstelling in Den Haag), als het getij zullen ze even terugwijken en weer aanstormen, misschien met andere termen maar in wezen hetzelfde. Er is een onmiskenbaar voordeel aan deze etikettering: zij ontslaat de spreekstalmeester van de plicht uit te leggen dat het over de twintigste eeuw gaat, oftewel om jaren die menig toehoorder of lezer zelf heeft meegemaakt. In andere gevallen wordt ons dit niet bespaard. Het kabinet-Den Uyl was in de jaren zeventig van de twintgste eeuw, hoor je dan zeggen, voor het geval dat men denkt dat het in de negentiende of - tja, welke eeuw dan? - was. Alsof er een andere eeuw is geweest die een "jaren zeventig" gehad heeft. Nederland is nog niet zo ver dat er zoals in de Engelstalige wereld zoiets als "in de negentienhonderden" gezegd of geschreven wordt, omdat de combinatie twintig/negentien een te groot beroep doet op de intellectuele vermogens van het publiek. Maak ik nu slapende honden wakker? De verhalen over decennia worden tenslotte gericht tot mensen die geen geschiedenisonderwijs van enige betekenis hebben gehad en wier tijdhorizon ernstig beperkt is. De toekomst is vaag en duister: overstromingen, hete zomers en zachte winters zijn ons voorland, aan de andere zijde van het blikveld is de bezetting door de nazi's (nooit meer "Duitsers" zeggen) de einder. Er viel iets te bezetten, maar wat, wanneer en waarom hoeven we niet te weten, Mees. Zelfs onder degenen die deze prehistorie hebben meegemaakt zullen er nogal wat zijn die zeker weten dat de avond voor de inval van de - eh - nazi's Colijn op de radio de bevolking maande rustig te gaan slapen.
Deze voorhistorie maakt dat de jaren veertig al buiten de etiketteerdrift vallen. Het komt mij voor dat de gemakkelijke kwalificatie voortkomt uit de beschikbaarheid van bewegende beelden, liefst van televisiebeelden. In Nederland zijn de oudste televisiebeelden uit de jaren vijftig, in zwart-wit en nooit snelgesneden, de meeste stemmen spreken een statig aandoend Algemeen Beschaafd Nederlands dat in Medialand vrijwel uitgestorven is inmiddels. Was er storing, dan kwam - als het kon - de melding Storing op het scherm, uitermate grappig natuurlijk. Voorat de programma's begonnen was er het testbeeld, de zender (voor een flink deel van Nederland was er maar één televisiestation) ging ook echt de lucht in en uit. Het nieuws werd gedomineerd door de regering, die tot in 1958 werd geleid door Willem Drees, die het grootste deel van de periode zelf al de pensioengerechtigde leeftijd had overschreden. Een keurige sociaal-democraat, die we achteraf natuurlijk niet gaan lastigvallen over de koloniale oorlog in Indië (we hebben het dus over politionele acties in Indonesië) of over de deelname aan de Koreaanse oorlog, de bestedingsbeperking of de inzet van het leger tegen de Amsterdamse ambtenarenstaking van 1955. Cobra, de Vijftigers, de Beat Generation, cool jazz, rock'n'roll, het nieuwe fenomeen van de nozem en de tiener (toen nog teenager geheten) - de knusheid straalt er van af. Knus was vanzelfsprekend ook de Watersnoodramp van 1953 of het algemeen heersende gevoel "er komt oorlog" toen de Suez-crisis en de Hongaarse opstand gelijktijdig het nieuws beheersten.
Tot mijn eerste verplichte studieboeken hoorde een bijna apologetisch boek van Geoffrey Barraclough, An introduction to contemporary history. Hierin moest gerechtvaardigd en uitgelegd worden dat men zich met contemporaine geschiedenis bezighield, dat de uitdrukking geen contradictio in terminis was, en de schrijver bood een interpretatiekader voor de eigentijdse geschiedenis. Gevoelsmatig was dit studieboek nog pas gisteren, maar het moet vóór een definitieve breuk zijn geweest in het algemeen heersende beeld van wat geschiedenis is. Allerlei radio- en televisieprogramma's en een blad als het Historisch Nieuwsblad zijn de vraag of contemporaine geschiedenis kan en mag allang voorbij. De apologie moet nu gelden voor wie zich bezighoudt met een verder gelegen verleden - misschien nog behorend tot de tijd die thans nog levende mensen hebben meegemaakt, of daarvoor. Het wijkend tijdsbesef maakt het nu mogelijk een soort collectief beeld van een nabij decennium op te leggen en onweersproken te blijven. Kan het Nederland van toen nu zo knus lijken dankzij 1948 - allez, ook jaren vijftig... - van Van Kooten en De Bie ("Toen was geluk heel gewoon")? Door de al vroeg ingezette campagne van VPRO-types die er een Stichting Jeugdsentiment Jaren Vijftig op nahielden? Knus - de campagne in het onafhankelijke Indonesië tegen mensen met (deels) Nederlandse achtergrond die alsnog hun spijt konden betuigen niet voor het wellicht nooit geziene "vaderland" te hebben gekozen en die niet bepaald ruimhartig en met open armen alsnog toegelaten werden ("spijtoptanten"). Knus, de koloniale oorlogen op Cyprus, in Kenia, Malakka, Algerije - de laatste leidde tot een staatsgreep in Frankrijk in 1958 - ongelooflijk knus, dit alles.
En als het aanvoeren van deze knusheden - en het is geen volledige opsomming - niet voldoende is dan vermeld ik maar even mijn persoonlijke geschiedenis, die begint in dit decennium. Knus - een vader die omstreeks mijn geboorte zijn amandelen laat knippen en hier een nierontsteking aan overhoudt, die af en aan in het ziekenhuis lag en overleed toen ik net zes was waarna mijn moeder de zorg voor twee kinderen alleen kon opknappen - prompt hierna kreeg ons toch al nietige huis een steunbalk aan de gevel wegens instortingsgevaar, knus! - zolang ik mijn eigen beginjaren nog weet hoeft niemand mij aan te komen met het verhaaltje dat de jaren vijftig knus waren en dat geluk heel gewoon was. Of ben ik dan ondankbaar als meeprofiterende van de wezenrente?
In Nederland worden de jaren zestig als het om popmuziek gaat nog vaak gepresenteerd als een titanenstrijd tussen de Rolling Stones en de Beatles. De Stones zijn dan de ruige working class band en de Beatles een brave middenstandersband. In Groot-Brittannië zelf weet men uitstekend dat de verhoudingen precies andersom zijn en hebben de Beatles allang gewonnen als beeldbepalend voor dit tijdperk (het kwam ook goed uit dat zij begin 1970 uit elkaar gingen). Maar in het beeld dat in Nederland door Stonesfans wordt gekoesterd dreigt een dimensie door te klinken die niet past bij de etiketteerlust ten aanzien van decennia - hoezeer de wereld door hen ook op zijn kop wordt gezet. Nee, de jaren zestig hebben mensen niet classless and free gemaakt, wist John Lennon al in 1972, maar het zelfs maar ter sprake brengen van zoiets als klasse geldt als misdunk in de huidige mediagestuurde geglobaliseerde vrijemarkteconomie. Er waren geen gastarbeiders die sinds de late jaren vijftig op de Nederlandse industrie afkwamen (of er naar toe gehaald werden, meestal) - er werd de basis gelegd voor de multiculturele samenleving of voor het integratieprobleem, al naar gelang de instelling van de beschouwer. De jaren zestig waren niet die van de Vijfentachtig gulden schoon, van de bouwvakstaking van 1963 en de daaropvolgende zogeheten loonexplosie die voor veel mensen eindelijk een beetje welvaart met zich meebracht - nee, de jaren zestig waren love-ins in het Vondelpark, Provo, LSD, hippe muziek en minirokken. Als je de jaren zestig in 1966 laat beginnen klopt het laatstgenoemde dan in ieder geval wel een keer. Toch is het grootste deel van de mensheid, zelfs van het Nederlandse deel, niet aan het loveinnen geweest. Provo kreeg bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen een zetel in 1966, de Boerenpartij evenwel zorgde bij diezelfde verkiezingen voor het wonderlijke fenomeen van vijf Mokumse boerenvertegenwoordigers. De slag van Hollandscheveld van 1963 en zijn politieke nasleep zijn in het klassenrein gemaakte verhaal weer keurig weggepoetst. Op net één jaar na, waarin de PvdA even in de regering mocht zitten, werden kabinetten gevormd door de voorlopers van het CDA (katholieken, antirevolutionairen, christelijk-historischen) en deVVD. Links! Vernieuwend! Toch ontgaat het mij waarom de premiers De Quay, Marijnen, Cals, Zijlstra en De Jong voor veel minder knus doorgaan dan Drees. Het is ook niet uit te leggen.
Ha, de muziek! Achter de beelden van het liefhebbende Vondelpark horen geluiden van quasi-psychedelica (als Inagaddadavida) of misschien wel echte, of hippiemuziek - de Mamas & Papas doen het dan goed bijvoorbeeld. Engeland - toch voorbeeld en voortrekker van het decennium - had in 1965 als allergrootste hit het in Nederland onbekende Tears van Ken Dodd, en in 1967 het nummer dat protoypisch zou worden voor later Jordaanachtig Nederlands gezang, Release me van een zanger die zich Engelbert Humperdinck laat noemen. Hip! Bij deze opsomming passen Nederlandse superhits als Waarom (heb jij mij laten staan) van de Heikrekels en vooral ook Mamma en Omaatjelief van Heintje, die nou nooit ten gehore gebracht worden bij beelden van happenings. Ook wat muziek betreft dient men selectief te werk te gaan ten aanzien van de sixties.
De jaren zeventig als wauw laat ik rusten. Het dunkt mij dat de kreet eerder jarenzestig is, maar het doet er ook niet toe. De flauwekullige manier waarop een clichébeeld van tijden die velen toch zelf hebben meegemaakt wordt gepresenteerd, heeft evenwel een serieuze pendant. Als je de jaren zestig niet presenteert als de jaren van de Heikrekels, minister Luns, de opkomst van de TROS en de Boerenpartij maar als een soort jarenlange happening en love-in van best wel turned on revolutionairen weetjewel, dan heeft dit een duidelijke ideologische functie. Het decennium staat al jarenlang in de beklaagdenbank bij rechtse ideologen, die zeker weten dat toen het idee dat alles moet kunnen werd gelanceerd en doorgedreven door niet nader te identificeren politieke krachten (dit blijken dan namelijk de voorlopers van het CDA en de VVD en een beetje de PvdA geweest te zijn). Het onderwijs werd afgebroken, de seksuele moraal, alles wat mooi en edel en vaderlands is - de beschuldiging is net zo vaag als het verhaaltje van al die hippies en rookmagiërs en Damslapers. En zo ontstaat de merkwaardige figuur dat "we" niets meer van geschiedenis weten dankzij die veel te tolerante jaren zestig.
Ik ben er sterk voor dat dit tekort gecorrigeerd wordt en kijk uit naar een startschot in de vorm van een Viering van de Jaren Zestig met beelden van Haya van Someren-Downer, Willem O. Duys, Corrie en de Rekels en Johnny Holshuysen. Wie weet zal ik als het zo ver is een spliff draaien en onderuit zakken in de kussens, een goed glas slechte wijn erbij, het geluid van de tv uitzetten en in plaats daarvan een plaat van de Beatles laten schallen - kortom, alles doen wat ik toen niet gedaan heb (voor een love-in heb ik mijn kansen gemist, te laat! te laat!).
Bij nadere beschouwing heeft het woord geschiedenis vele betekenissen. In de Oysseia zit de held naar wie het boek genoemd is onbedaarlijk te snotteren bij het luisteren naar zangen over de helden van Troje, van wie hij er een was. De geschiedenis van zijn geschiedenis. Maar is de Odyssee ook echt gebaseerd op geschiedenis? Het onderwijs erover is in ieder geval geschiedenis. Enzovoort.
Ernstige communicatieproblemen maken het onmogelijk te zeggen of in een muggenzwerm iemand zal optreden die zegt: “Kom vanavond met verhalen...” Maar wij mensen koesteren het aan zekerheid grenzende vermoeden dat dit niet het geval is – en deze zekerheid hoeven we niet eens een uiting van antropocentrisme te noemen. Mens en geschiedenis zijn identiek aan elkaar. Wij kunnen dit zeggen in de wetenschap dat mensen persoon zijn (een individuatieproces hebben doorgemaakt) en deel van een groter geheel dat tijd en plaats transcendeert. Wellicht hebben dieren een besef van transcendentie, maar of zij zich verdiepen in de oerknal en of er onder hen zijn die zeggen dat de wereld pas enkele duizenden jaren bestaat omdat zij menen dat dit duidelijk staat in een in de vierde eeuw samengesteld boek – alleen al het begrip vierde eeuw...
Odysseus is een hoofdpersooon in een geschiedenis, die in het verhaal over hem ook nog eens verhaald wordt. Het is in feite niet ter zake of en waar hij daadwerkelijk geleefd heeft. Bestond Troje en is dit inderdaad door archeologen teruggevonden? Is de ark teruggevonden op de Ararat? Dergelijk speurwerk is van dezelfde orde (ook al zijn de verhalen verder niet vergelijkbaar) als de kwestie of het nieuwe boek van Palmen op ware gebeurtenissen is gebaseerd. Dit wordt geacht een uitdrukking van waarachtige individualiteit te zijn – de mens achter de mens, zogezegd, is pas echt interessant. En een verhaal dat niet echt gebeurd is gaat niet over een echt persoon, en is dus ook niet echt. Eigenlijk is het kinderachtig en onverlicht. De Ilias, Don Quichot, Münchhausen, Old Shatterhand, de bijbel – kinderen en simpele zielen zullen er mee voort kunnen, verlichte volwassenen willen waargebeurde verhalen.
Het Latijnse res gestae verwijst zowel naar handelingen of gebeurtenissen als het verhaal erover. In het Frans werd de woordcombinatie gestes, in het vroege Nederlands gheesten en in deze vorm verwijst het naar heldendaden en het verhaal erover. Van de gheesten van zowel Alexander de Grote als de in tijd en plaats nabijere Karel de Grote deed het er niet toe of ze waar gebeurd waren – het verhaal heeft zijn eigen waarheid. De gheesten zijn terug. Ze gaan nu niet over een concreet bestaande of bestaan hebbende persoon maar over een tijdvak, dat zijn eigen gheest heeft. In de late twintigste eeuw werden de middeleeuwse homoniemen alsnog synoniem. De persoon verdwijnt uit de gheest, in de allergeïndividualiseerdste wereld doet de individu er niet meer toe. De jaren vijftig waren knus. De jaren zeventig waren wauw. De jaren zestig waren de sixties. Ook over nog de nabijere decennia kunnen mooi typerende kwalificaties bedacht worden en misschien zijn ze al bijna geijkt. Wij horen de gheesten en barsten in snikken uit. Dit verhaal gaat over ons. Maar het gaat niet over mij. En het gaat dus ook niet over ons. Zowel de persoon als de transcenderende groep zijn vervluchtigd tot geest.
De jaren zestig hebben nooit plaatsgevonden.
Twee jaargetijden minder
Toen ik pas in de Amsterdamse binnenstad woonde kon ik mij verwonderen over de pseudo-sneeuwstormen van de iepenzaadjes die over de grachten warrelden. Hele hopen vormden zij, het water van de gracht overdekt. Het hoogtepunt van deze lentesneeuw was omstreeks 4 en 5 mei. De houtduiven vierden schransfeest, en de bomen raakten in blad.
Nu zijn er (nog) minder iepen, de bloesems zijn schraal en bovendien was al half april de zaadjesstorm. De bomen staan al vol in blad. Houtduiven zijn stukken schaarser geworden, nog net niet zo schaars als mussen, maar het gaat wel die kant op.
Zojuist de eerste gierzwaluw gehoord. Dat is dan net twee dagen eerder dan gewoonlijk. Niet alles en iedereen is vreselijk in de war.
Hebzucht
God en vaderland, nog steeds
Sint-Joris is de patroonheilige van Engeland, en dus was Songs of praise in het teken van zijn naamdag, 23 april. Als offer op het altaar van het onvermijdelijke multiculturalisme werd de Oegandese aartsbisschop van York ook opgevoerd. Deze zei dat Engeland de wereld Shakespeare heeft geschonken. Zucht. Eerwaarde, het is andersom. Shakespeare schenkt de wereld het Engels, een taal die steeds verder bezoedeld raakt, zoals het Duits van Goethe en Schiller nooit meer hetzelfde zal worden.
En het was niet uw fout, Eerwaarde, dat daarna Blake's Jerusalem werd ingezet, precies niet de ophemeling van tralala good old England die het heet te zijn in zo'n programma.
Maar het kon erger. A christian army officer. Jazeker, hij was a christian, brigadier Patrick Marriott. Dat maakte de beelden van schietende tanks in de woestijn toch een stuk geruststellender. En beviel het hem een land aangevallen te hebben dat niet christian was? Dat was een verkeerde vraag. Hij was als bevrijder gekomen, dat was hem heel duidelijk geworden toen hij er eenmaal was.
Het factsheet van het programma vermeldt:
The Brigadier has been Commander of 7th Armoured Brigade based in Hohne, Germany. Although he is just about to take up another posting with the Army in London. He talks about being a leader and the ethos in the Army of 'Serving to Lead'. He talks about Christ being a great example of leadership. He talks about how 7th Armoured Brigade took the City of Basra, and how he felt that Saddam Hussain had taken away freedom from the people of Iraq - freedom to choose between good and evil. He also talked about the immense suffering of the people of Iraq under his regime. And about the deep misery of losing men for whom he was responsible, when serving in Iraq.
En ik kan de buitengewoon onheilige reflex niet onderdrukken om te zeggen: er kan niet genoeg gesneuveld worden onder uw christelijke medehuurlingen die van de man van de bergrede een Führer voor het Angelsaksische Rijk maken. Het zal waarschijnlijk de enige manier zijn om hen te doen opkrassen.
Leerzaam - je zou denken dat zulke mannen alleen nog als fossiel te vinden waren, maar dit was er een, levend en wel, christen en wel, en every inch behorende bij de mensensoort die geen idee heeft hoe het leven in een gewone Engelse stad verloopt. Zo nodig schiet hij die ook in puin.
Er blijft ons allen weinig bespaard.
Osez Jose Bove
Il a une culture libertaire qu'il revendique pour ses actions de désobéissance civile, en citant également l'article II de la déclaration des droits de l'homme de 1789, lequel garantit le droit de résistance à l'oppression. Il cite dans ses lectures Kropotkine, Voline, Nestor Makhno, Elisée Reclus, Bakounine, Thoreau et notamment sa Désobéissance civile qui inspira Gandhi et Martin Luther King, Jean Giono, aime à parler de sa rencontre avec Lanza del Vasto, qui connut Gandhi personnellement et apprécie Louis Lecoin et Jacques Ellul.
Zegt Wikipedia over de kandidaat die toch nog 1,6% van de stemmen heeft gekregen in Frankrijk. Moet een anarchist als kandidaat meedoen aan verkiezingen? Ik zal er niet negatief over doen, maar het is verdrietig en voorspelbaar dat de media-aandacht nooit naar jou als kandidat zal gaan, tenzij om je als niet-serieus af te doen (zie ook: Kinky Friedman in Texas).
Afwachten verder: zowel Royal als Sarkozy zijn kandidaat voor het Noordatlantische Rijk, er is van hun niets goeds te verwachten. In dat geval moet natuurlijk aan Royal de voorkeur gegeven worden. Ik vraag mij af of José Bové nog een stemadvies zal geven...
22 april, 2007
Aanbevolen weblog
La subversion du christianisme van Ellul duidde op de subversie door het christendom van Christus' lering.
Het -isme dat naar Christus genoemd is ondergraaft het evangelie.
Dit moge zo zijn, maar deze collega - zucht, die foto - mag er wezen, met Subversive Christianity.
Het -isme dat naar Christus genoemd is ondergraaft het evangelie.
Dit moge zo zijn, maar deze collega - zucht, die foto - mag er wezen, met Subversive Christianity.
Harry Bout in de flits
Het programma had ik nog nooit gezien - een snelgepresenteerd actualiteitenprogramma over Nederland. De snelheid is belangrijker dan welke diepgravendheid ook. Hangjongeren in Zwaagwesteinde een probleem? Tutut achkom hoho.... Maar we moeten verder.
RTL4 in het land had zelf contact gezocht met de steungroep voor Harry Bout en het heeft een reportage van liefst ruim drie minuten opgeleverd, met beelden van Broadway, Grand Rapids, het huis van familie van Harry in Voorthuizen en een gesprek met advocaat Knoops op de Amsterdamse Apollolaan (oeioei - het is goed afgelopen).
Linksboven 4inhetland en dan kiezen: Free Harry Bout.
21 april, 2007
Het openbaar vervoer als spiegel van de maatschappij
In een verhaal van de Schotse schrijver Alasdair Gray is geheel volgens de maatschappelijke logica de besturing van treinen geheel gecentraliseerd. Op passagierstreinen zitten voorin in een cabine nog mannetjes - "uw vriendelijke gastheer" - die de geruststellende indruk moeten wekken dat er mensen ter plaatse aan de besturing te pas komen. Maar in feite wordt in de centrale in het verre Londen bepaald waar welke trein hoe hard gaat. En zo ziet onze vriendelijke gastheer op de enkelsporige baan in de Schotse hooglanden een grote goederentrein razendsnel afkomen op de niet door hem bestuurde passagierstrein. Dat moest volgens de planning niet kunnen maar het kon. Hij kan de centrale in Londen niet eens waarschuwen, want die is nu eenmaal onfeilbaar: hij zit er alleen als vriendelijke gastheer. En als hij het kon was het toch al te laat. Als een piloot in een vliegtuig beschikt hij wel over een schietstoel, dus over de intercom neemt hij vriendelijk afscheid van de passagiers, "een prettige dag verder" en brengt zichzelf nog net op tijd in veiligheid.
Het openbaar vervoer is een spiegel van de maatschappij. Niet zozeer de passagiers als wel de organisatie en vormgeving. Het verhaal van Gray kan als een allegorie van het dolwordende kapitalisme opgevat worden - dat het niet bewust zo bedoeld is maakt het symbolische karakter des te sterker. De kapitaalslogica brengt steeds verdere centralisatie met zich mee. Wie regelmatig met "NS" [eerste ergernis] reist kent de stemmen: de vertrouwenwekkende mannenstem die geen Frans of Duits beheerst maar er wel iets in moet zeggen, en die ook eigenlijk het Nederlands niet goed machtig is, want denkt dat er een nadrukkelijke n nodig is op het eind van een woord (hij heeft geen oostelijk accent): Dames en herennnn, op dit stationnnn mag u niet rokennnn [tweede en derde ergernis]. Dan is er een vrouwenstem die naar de geest des tijds de r niet beheerst en die denkt dat (dus?) de h extra gearticuleerd moet worden: Dames en chegen, de tgein naah Chaahlem komt oveh tien minuten binnen [zo wordt kennisgegeven aan vertraging – ergernissen nummer vier, vijf en zes]. Ergernissen die voortdurend over de machteloze wachtenden op het perron worden uitgestort, en deze stemmen klinken overal. In welke centrale wordt waar op een knop gedrukt om bijvoorbeeld op het enorme desolate station van Uitgeest (het stationsgebouw heeft kortelings plaatsgemaakt voor een parkeerplaats) deze stemmen te laten klinken? De werkelijkheid van Alasdair Gray komt dichterbij.
Centralisatie, men vindt het de gewoonste zaak van de wereld. Onderwijsinstellingen zonder enig verband worden bij elkaar geveegd met geen ander zichtbaar doel dan weer eens een organisatieverandering teweeg te brengen en degene die de ontzaglijke verantwoordelijkheid draagt aan dit conglomeraat leiding te geven een ontzaglijk inkomen te bezorgen. Behalve de zogenaamde leidinggevenden is niemand er bij gebaat - maar deze trein dendert verder.
Het openbaar vervoer was ooit een kwestie van ondernemingszin, wel altijd binnen de perken gehouden door een overheid die soms meewerkte terwille van de ondernemer of onderneming, en die soms geheel dwarslag. Als men terugkijkt is het moeilijk hier een logica te ontdekken. In Amsterdam zijn grachten gedempt en hele straten gesloopt terwille van de particuliere paardentram, de NZH kon juist langs het traject naar Sloterdijk een hele woonstraat exploiteren, de Admiraal De Ruijterweg. In de eerste helft van de afgelopen eeuw is gaandeweg het openbaar vervoer direct of indirect in overheidshanden gekomen. Deze naasting (zoals dit genoemd werd) en de bijbehorende centralisering heeft het ondernemingsaspect doen wegvallen. Hiervoor in de plaats kwam het ingenieursdenken, dat tot op de dag van vandaag voortwoekert: de Amsterdamse Noord-Zuidlijn haalt voor vele jaren voor een torenhoge prijs de stad overhoop, uitsluitend terwille van de ontwerpers en de speculanten eromheen. Verder heeft de overheid de vervoersbedrijven gecentraliseerd en al in de tweede helft van de afgelopen eeuw bleek dat het niet de bedoeling was het openbaar vervoer in stand te houden, laat staan te bevorderen - alle vrome verklaringen van opeenvolgende regeringen ten spijt. Tramlijnen verdwenen overal behalve uit de drie grootste steden, waar hun voortbestaan (zeker in Amsterdam) ook steeds ter discussie stond. Als de toekomst al niet aan het eigen particuliere autootje was, dan was zij aan de bus. En ook deze is de afgelopen jaren op veel plaatsen verdwenen. Vreemde alternatieven als belbussen, treintaxi's, ov-taxi's en buurtbussen moesten ingewikkeld, duurder en onoverzichtelijk en meestal tijdelijk het wegvallen compenseren. Het is met al deze rare vormen als met het voortdurend vernieuwde onderwijs: het is een teken dat het staatsapparaat er greep op wil hebben en het tegelijkertijd loslaat. Overlaat aan de tucht van de markt, zoals het in het heersende vertoog heet.
Waar tot voor kort, of nu nog, vervoersvoorzieningen in handen van de overheid waren, wordt geproclameerd dat heilzame concurrentie ingevoerd moet worden. Het is in de voortdurend opgelepelde ideologie vloeken in de kerk als men zou vragen: als concurrentie zo natuurlijk en heilzaam is, waarom moet de overheid deze dan gaan bevorderen? Het waren niet voor niets juist liberalen als Treub en Quack die honderd jaar geleden inzagen dat het openbaar vervoer in gemeenschapshanden hoort te zijn omdat zelfs de gedachte aan concurrentie hier onverantwoord en onzinnig is. Dat de ideologen van het kapitalisme geen geheugen hebben en er ook geen enkel interessant idee meer op nahouden wordt nergens zo goed aanschouwelijk gemaakt als in de geprivatiseerde kafkaëske wereld van het openbaar vervoer. En het eindresultaat van de concurrentie? In de Zaanstreek en Waterland reden de buslijnen van de Eerste Noordhollandse, de ENHABO. Op een van de vele foute ogenblikken vond de overheid dat dit kleine vervoersbedrijf opgeheven moest worden en opgenomen in een groter verband. Het waarom was niet ter sprake. Voor de hand lag dat het Amsterdamse Gemeentevervoerbedrijf dit busbedrijf dan maar zou overnemen, maar het moest en zou de NZH worden. De NZH werd vervolgens - stel u eens voor hoe Engelstalige bezoekers in Nederland deze naam vinden - Connexxion. En op een kwade dag reed ook Connexxion niet meer in Waterland en de Zaanstreek. Het werd Arriva, die ik ook tegenkom in Noord-Engeland en de bergen van Wales. (Een zoektochtje op het net levert op dat deze firma inmiddels ook Spanje, Portugal en Italië in handen heeft – verder heb ik uit afkeer maar niet meer gezocht). Vruchten van de overheidsgestuurde concurrentie.
Afschaffen of verpatsen - de overheid bevordert het openbaar vervoer. En hoe quasi-particulier dit ook geëxploiteerd mag worden, de infrastructuur blijft een overheidstaak: aanleg van busbanen en rails kan - zolang de openbare ruimte ook inderdaad nog openbaar is - alleen door de overheid worden uitgevoerd. Schijnheilig wordt ook gesuggereerd dat het onderhoud ook een overheidstaak zal blijven - de resultaten hiervan blijken alleen al uit de serieus bedoelde verhalen over die vervelende boomblaadjes die in de herfst op de treinrails vallen.
De rails hebben er nog lang gelegen - soms gebruikt voor een omlegging, later als symbool van dingen die komen zouden. Tussen het Amsterdamse Waterlooplein en de Nieuwmarkt lagen de rails van de bovengrondse tram. Tot de Duitse bezetters Joodse Amsterdammers verboden van de tram gebruik te maken reed hier de "Joodse" lijn 8, na de bezetting werd het een verbinding met Amsterdam-Oost, eerst lijn 26, later lijn 11. Tussen het spoorloos verwenen Markenplein (gesloopt voor een snelwegachtige autoracebaan) en het Centraal Station hadden deze lijnen vijf haltes. De rails die getuigden van dit openbaar-vervoerverleden lagen er nog toen de zwaaromstreden metro ondergronds dit traject aflegde. Er waren twee metrostations. Aan de staart van zo'n metrostation was in de tijd van de tram een halte, evenals aan de kop. Nu is één lang perron blijkbaar voldoende. Blijkbaar mag de metrogebruiker grotere afstanden lopen dan toen hij of zij nog de tram kon nemen. Het bovengrondse traject is overgelaten aan degenen die slechts enkele stappen hoeven af te leggen - naar en van hun auto.
Dit is een wonderlijke samenhang: doordat degenen die zo goed als geen stap verzetten de openbare ruimte overnemen met hun privétankjes, moeten degenen die openbaar vervoer gebruiken meer lopen, vervoerd worden in steeds grotere eenheden - een schaalvergroting die er toe leidt dat de reis nog steeds even lang duurt als een halve eeuw geleden, maar tegelijkertijd wordt de suggestie van moderniteit en snelheid uitgedragen. De neiging tot schaalvergroting volgt de blijde boodschap van de economische verhalen: kleine lijnen zijn zo goed als zeker niet rendabel en balanceren voortdurend aan de rand van de opheffing. Kleine takken van het spoorwegnet worden afgestoten naar vage exploitanten of worden een soort tramlijn (de Zoetermeer- en de Hofpleinlijn).
Zelf zou ik er niet op gekomen zijn (ik ben dan ook geen automobilist), maar de schaalvergroting in het stedelijk openaar vervoer is - niet alleen het afschaffen van haltes dus - afgedwongen door het autoverkeer. Een tramwagen van het formaat van een twee- of drieasser, zoals deze in Amsterdam een kwarteeuw geleden nog rondreed, zou de jungle van het autoverkeer niet aankunnen, is mij ooit door "iemand uit het vak" uitgelegd. Met grote eenheden kunnen automobilisten minder makkeljk sollen. Ik vind zo'n verklaring onthullend. Om een sociaal-darwinistisch gevecht op de weg uit te voeren moet het openbaar vervoer ook de vorm aannemen van een militair voertuig. Inmiddels wordt het beeld in Amsterdam - en in toenemende mate ook Rotterdam - beheerst door waggelende, snelslijtende vijfledige monsters, Combino's geheten - die vooral weemoedig maken over het degelijke Nederlandse fabrikaat dat zij vervangen hebben. Er is geen Nederlandse rijtuigindustrie meer, de grote peperdure mislukkelingen van Combino's lijken wel besteld om de tram de genadeslag te geven - kort voordat de ongelooflijke coup wordt uitgevoerd dat het stedelijk openbaar vervoer zogenaamd openbaar wordt aanbesteed. Een van die affreuze en in een wolk van corruptie rondlopende ministers van verkeer van de VVD heeft bij de instelling van de Amsterdamse ringlijn al gezegd: als de lijn een succes is, spreekt het niet vanzelf dat hij van het GVB blijft. Een verbluffende logica - mocht een kneusje wel in gemeente-exploitatie blijven? Na een moeizame start is de lijn inmiddels inderdaad een succes, dus de toekomst valt met enige vrees te bezien.
In een essay dat ik voor de poorten van de hel van door marktconforme postcommunisten bestuurde Universiteit van Amstedam heb weggesleept door het te mogen schrijven (!) heb ik schaalverkleining en -verandering voor het Amsterdamse openbaar vervoer bepleit. Een van de uitgangspunten is, dat een wijdmazig net met steeds verder uit elkaar liggende haltes de stad niet afdoende bedient en gebieden uitsluit (in de Bijlmermeer is dit heel duidelijk het geval). Mensen op leeftijd en mensen die niet goed ter been zijn, zijn al geruime tijd in feite van het openbaar vervoer uitgesloten. Het essay bepleitte een aanvullend net van kleine taxi-achtige busjes, zoals deze overal ten oosten van Griekenland rondrijden. Het idee ging uit van de mogelijke ondernemingslust van Turkse ingezetenen die het fenomeen uit hun land van herkomst kennen. De ondernemingsvorm zou coöperatief zijn, en er was verder geen twijfel mogelijk dat het gemeentelijk openbaar vervoer zou blijven.
Het is mij nooit verteld dat het iets met dit essay terwille van de gemeente Amsterdam te maken heeft, maar er is één zo'n buslijn gekomen. Uiteraard goed-bureaucratisch verzorgd door het GVB, maar waarschijnlijk met goedkopere chauffeurs (kleine bus, klein loon). Het lijntje heet Opstapper, ploegt zich een weg langs de Prinsengracht en kan overal aangehouden worden om passagiers in of uit te laten (de gedachte achter mijn "groene" buslijnen). Geen normaal mens zou uitgerekend aan een gracht, met zijn gegarandeerde opstoppingen in verband met laden en lossen, gedacht hebben voor een dergelijke lijn. Niettemin is het op zijn manier een succes, en de vervoersvorm belichaamt opmerkelijk genoeg iets van gemeenschapszin: passagiers die de chauffeur groeten en omgekeerd, en elkaar - men kent elkaar trouwens nog wel eens. Kleinschalig openbaar vervoer in de grootste stad van het land. Maar is dit de bedoeling in Amsterdam? Het is en blijft een proef, 's avonds en 's zondags rijdt de lijn niet en de dienstvoering lijkt tegen einde dienst onderhevig aan de grillen van de chauffeurs. De lijn heet niet rendabel te zijn (alsof dit een doel zou moeten zijn van een openbaar-vervoerlijn) en het voortbestaan hangt voortdurend aan een zijden draad. Uitbreiding lijkt uitgesloten. Over dit ene lijntje mogen we in onze handjes knijpen.
Als anarchist stel ik dat het openbaar vervoer best in een sfeer van ondernemingszin georganiseerd kan worden: ideeën over lijnvoering en desnoods uitvoering hiervan kunnen door "de mensen zelf" voorgesteld en uitgevoerd worden. Tegelijkertijd dient het een gemeenschapsvoorziening te zijn en te blijven, zeker niet gericht op winst voor afwezige enkelingen. De "winst" is de voorziening zelf - een teken van beschaving. Het openbaar vervoer dient derhalve in territoriaal bepaalde overheidshanden te blijven: een andere vertegenwoordiging van het gemeenschapsbelang is nu eenmaal niet voorhanden. Wijk, gemeente, streek, provincie - de nationale staat voor het treinverkeer of desnoods een bovenstatelijke instelling (Europa?) voor de grensoverschijdende treinlijnen - niet dat deze constatering van een anarchist (die tegen "de staat" geacht wordt te zijn) komt, maar dat deze voor de hand liggende opmerking blijkbaar gemaakt dient te worden is merkwaardig. Personeel en passagiers willen het zelf niet anders - het is juist die overheid die in een sfeer van sabotage dwarsligt door zogenaamde vermarkting door te drijven.
Het openbaar vervoer is een spiegel van de maatschappij. Niet zozeer de passagiers als wel de organisatie en vormgeving. Het verhaal van Gray kan als een allegorie van het dolwordende kapitalisme opgevat worden - dat het niet bewust zo bedoeld is maakt het symbolische karakter des te sterker. De kapitaalslogica brengt steeds verdere centralisatie met zich mee. Wie regelmatig met "NS" [eerste ergernis] reist kent de stemmen: de vertrouwenwekkende mannenstem die geen Frans of Duits beheerst maar er wel iets in moet zeggen, en die ook eigenlijk het Nederlands niet goed machtig is, want denkt dat er een nadrukkelijke n nodig is op het eind van een woord (hij heeft geen oostelijk accent): Dames en herennnn, op dit stationnnn mag u niet rokennnn [tweede en derde ergernis]. Dan is er een vrouwenstem die naar de geest des tijds de r niet beheerst en die denkt dat (dus?) de h extra gearticuleerd moet worden: Dames en chegen, de tgein naah Chaahlem komt oveh tien minuten binnen [zo wordt kennisgegeven aan vertraging – ergernissen nummer vier, vijf en zes]. Ergernissen die voortdurend over de machteloze wachtenden op het perron worden uitgestort, en deze stemmen klinken overal. In welke centrale wordt waar op een knop gedrukt om bijvoorbeeld op het enorme desolate station van Uitgeest (het stationsgebouw heeft kortelings plaatsgemaakt voor een parkeerplaats) deze stemmen te laten klinken? De werkelijkheid van Alasdair Gray komt dichterbij.
Centralisatie, men vindt het de gewoonste zaak van de wereld. Onderwijsinstellingen zonder enig verband worden bij elkaar geveegd met geen ander zichtbaar doel dan weer eens een organisatieverandering teweeg te brengen en degene die de ontzaglijke verantwoordelijkheid draagt aan dit conglomeraat leiding te geven een ontzaglijk inkomen te bezorgen. Behalve de zogenaamde leidinggevenden is niemand er bij gebaat - maar deze trein dendert verder.
Het openbaar vervoer was ooit een kwestie van ondernemingszin, wel altijd binnen de perken gehouden door een overheid die soms meewerkte terwille van de ondernemer of onderneming, en die soms geheel dwarslag. Als men terugkijkt is het moeilijk hier een logica te ontdekken. In Amsterdam zijn grachten gedempt en hele straten gesloopt terwille van de particuliere paardentram, de NZH kon juist langs het traject naar Sloterdijk een hele woonstraat exploiteren, de Admiraal De Ruijterweg. In de eerste helft van de afgelopen eeuw is gaandeweg het openbaar vervoer direct of indirect in overheidshanden gekomen. Deze naasting (zoals dit genoemd werd) en de bijbehorende centralisering heeft het ondernemingsaspect doen wegvallen. Hiervoor in de plaats kwam het ingenieursdenken, dat tot op de dag van vandaag voortwoekert: de Amsterdamse Noord-Zuidlijn haalt voor vele jaren voor een torenhoge prijs de stad overhoop, uitsluitend terwille van de ontwerpers en de speculanten eromheen. Verder heeft de overheid de vervoersbedrijven gecentraliseerd en al in de tweede helft van de afgelopen eeuw bleek dat het niet de bedoeling was het openbaar vervoer in stand te houden, laat staan te bevorderen - alle vrome verklaringen van opeenvolgende regeringen ten spijt. Tramlijnen verdwenen overal behalve uit de drie grootste steden, waar hun voortbestaan (zeker in Amsterdam) ook steeds ter discussie stond. Als de toekomst al niet aan het eigen particuliere autootje was, dan was zij aan de bus. En ook deze is de afgelopen jaren op veel plaatsen verdwenen. Vreemde alternatieven als belbussen, treintaxi's, ov-taxi's en buurtbussen moesten ingewikkeld, duurder en onoverzichtelijk en meestal tijdelijk het wegvallen compenseren. Het is met al deze rare vormen als met het voortdurend vernieuwde onderwijs: het is een teken dat het staatsapparaat er greep op wil hebben en het tegelijkertijd loslaat. Overlaat aan de tucht van de markt, zoals het in het heersende vertoog heet.
Waar tot voor kort, of nu nog, vervoersvoorzieningen in handen van de overheid waren, wordt geproclameerd dat heilzame concurrentie ingevoerd moet worden. Het is in de voortdurend opgelepelde ideologie vloeken in de kerk als men zou vragen: als concurrentie zo natuurlijk en heilzaam is, waarom moet de overheid deze dan gaan bevorderen? Het waren niet voor niets juist liberalen als Treub en Quack die honderd jaar geleden inzagen dat het openbaar vervoer in gemeenschapshanden hoort te zijn omdat zelfs de gedachte aan concurrentie hier onverantwoord en onzinnig is. Dat de ideologen van het kapitalisme geen geheugen hebben en er ook geen enkel interessant idee meer op nahouden wordt nergens zo goed aanschouwelijk gemaakt als in de geprivatiseerde kafkaëske wereld van het openbaar vervoer. En het eindresultaat van de concurrentie? In de Zaanstreek en Waterland reden de buslijnen van de Eerste Noordhollandse, de ENHABO. Op een van de vele foute ogenblikken vond de overheid dat dit kleine vervoersbedrijf opgeheven moest worden en opgenomen in een groter verband. Het waarom was niet ter sprake. Voor de hand lag dat het Amsterdamse Gemeentevervoerbedrijf dit busbedrijf dan maar zou overnemen, maar het moest en zou de NZH worden. De NZH werd vervolgens - stel u eens voor hoe Engelstalige bezoekers in Nederland deze naam vinden - Connexxion. En op een kwade dag reed ook Connexxion niet meer in Waterland en de Zaanstreek. Het werd Arriva, die ik ook tegenkom in Noord-Engeland en de bergen van Wales. (Een zoektochtje op het net levert op dat deze firma inmiddels ook Spanje, Portugal en Italië in handen heeft – verder heb ik uit afkeer maar niet meer gezocht). Vruchten van de overheidsgestuurde concurrentie.
Afschaffen of verpatsen - de overheid bevordert het openbaar vervoer. En hoe quasi-particulier dit ook geëxploiteerd mag worden, de infrastructuur blijft een overheidstaak: aanleg van busbanen en rails kan - zolang de openbare ruimte ook inderdaad nog openbaar is - alleen door de overheid worden uitgevoerd. Schijnheilig wordt ook gesuggereerd dat het onderhoud ook een overheidstaak zal blijven - de resultaten hiervan blijken alleen al uit de serieus bedoelde verhalen over die vervelende boomblaadjes die in de herfst op de treinrails vallen.
De rails hebben er nog lang gelegen - soms gebruikt voor een omlegging, later als symbool van dingen die komen zouden. Tussen het Amsterdamse Waterlooplein en de Nieuwmarkt lagen de rails van de bovengrondse tram. Tot de Duitse bezetters Joodse Amsterdammers verboden van de tram gebruik te maken reed hier de "Joodse" lijn 8, na de bezetting werd het een verbinding met Amsterdam-Oost, eerst lijn 26, later lijn 11. Tussen het spoorloos verwenen Markenplein (gesloopt voor een snelwegachtige autoracebaan) en het Centraal Station hadden deze lijnen vijf haltes. De rails die getuigden van dit openbaar-vervoerverleden lagen er nog toen de zwaaromstreden metro ondergronds dit traject aflegde. Er waren twee metrostations. Aan de staart van zo'n metrostation was in de tijd van de tram een halte, evenals aan de kop. Nu is één lang perron blijkbaar voldoende. Blijkbaar mag de metrogebruiker grotere afstanden lopen dan toen hij of zij nog de tram kon nemen. Het bovengrondse traject is overgelaten aan degenen die slechts enkele stappen hoeven af te leggen - naar en van hun auto.
Dit is een wonderlijke samenhang: doordat degenen die zo goed als geen stap verzetten de openbare ruimte overnemen met hun privétankjes, moeten degenen die openbaar vervoer gebruiken meer lopen, vervoerd worden in steeds grotere eenheden - een schaalvergroting die er toe leidt dat de reis nog steeds even lang duurt als een halve eeuw geleden, maar tegelijkertijd wordt de suggestie van moderniteit en snelheid uitgedragen. De neiging tot schaalvergroting volgt de blijde boodschap van de economische verhalen: kleine lijnen zijn zo goed als zeker niet rendabel en balanceren voortdurend aan de rand van de opheffing. Kleine takken van het spoorwegnet worden afgestoten naar vage exploitanten of worden een soort tramlijn (de Zoetermeer- en de Hofpleinlijn).
Zelf zou ik er niet op gekomen zijn (ik ben dan ook geen automobilist), maar de schaalvergroting in het stedelijk openaar vervoer is - niet alleen het afschaffen van haltes dus - afgedwongen door het autoverkeer. Een tramwagen van het formaat van een twee- of drieasser, zoals deze in Amsterdam een kwarteeuw geleden nog rondreed, zou de jungle van het autoverkeer niet aankunnen, is mij ooit door "iemand uit het vak" uitgelegd. Met grote eenheden kunnen automobilisten minder makkeljk sollen. Ik vind zo'n verklaring onthullend. Om een sociaal-darwinistisch gevecht op de weg uit te voeren moet het openbaar vervoer ook de vorm aannemen van een militair voertuig. Inmiddels wordt het beeld in Amsterdam - en in toenemende mate ook Rotterdam - beheerst door waggelende, snelslijtende vijfledige monsters, Combino's geheten - die vooral weemoedig maken over het degelijke Nederlandse fabrikaat dat zij vervangen hebben. Er is geen Nederlandse rijtuigindustrie meer, de grote peperdure mislukkelingen van Combino's lijken wel besteld om de tram de genadeslag te geven - kort voordat de ongelooflijke coup wordt uitgevoerd dat het stedelijk openbaar vervoer zogenaamd openbaar wordt aanbesteed. Een van die affreuze en in een wolk van corruptie rondlopende ministers van verkeer van de VVD heeft bij de instelling van de Amsterdamse ringlijn al gezegd: als de lijn een succes is, spreekt het niet vanzelf dat hij van het GVB blijft. Een verbluffende logica - mocht een kneusje wel in gemeente-exploitatie blijven? Na een moeizame start is de lijn inmiddels inderdaad een succes, dus de toekomst valt met enige vrees te bezien.
In een essay dat ik voor de poorten van de hel van door marktconforme postcommunisten bestuurde Universiteit van Amstedam heb weggesleept door het te mogen schrijven (!) heb ik schaalverkleining en -verandering voor het Amsterdamse openbaar vervoer bepleit. Een van de uitgangspunten is, dat een wijdmazig net met steeds verder uit elkaar liggende haltes de stad niet afdoende bedient en gebieden uitsluit (in de Bijlmermeer is dit heel duidelijk het geval). Mensen op leeftijd en mensen die niet goed ter been zijn, zijn al geruime tijd in feite van het openbaar vervoer uitgesloten. Het essay bepleitte een aanvullend net van kleine taxi-achtige busjes, zoals deze overal ten oosten van Griekenland rondrijden. Het idee ging uit van de mogelijke ondernemingslust van Turkse ingezetenen die het fenomeen uit hun land van herkomst kennen. De ondernemingsvorm zou coöperatief zijn, en er was verder geen twijfel mogelijk dat het gemeentelijk openbaar vervoer zou blijven.
Het is mij nooit verteld dat het iets met dit essay terwille van de gemeente Amsterdam te maken heeft, maar er is één zo'n buslijn gekomen. Uiteraard goed-bureaucratisch verzorgd door het GVB, maar waarschijnlijk met goedkopere chauffeurs (kleine bus, klein loon). Het lijntje heet Opstapper, ploegt zich een weg langs de Prinsengracht en kan overal aangehouden worden om passagiers in of uit te laten (de gedachte achter mijn "groene" buslijnen). Geen normaal mens zou uitgerekend aan een gracht, met zijn gegarandeerde opstoppingen in verband met laden en lossen, gedacht hebben voor een dergelijke lijn. Niettemin is het op zijn manier een succes, en de vervoersvorm belichaamt opmerkelijk genoeg iets van gemeenschapszin: passagiers die de chauffeur groeten en omgekeerd, en elkaar - men kent elkaar trouwens nog wel eens. Kleinschalig openbaar vervoer in de grootste stad van het land. Maar is dit de bedoeling in Amsterdam? Het is en blijft een proef, 's avonds en 's zondags rijdt de lijn niet en de dienstvoering lijkt tegen einde dienst onderhevig aan de grillen van de chauffeurs. De lijn heet niet rendabel te zijn (alsof dit een doel zou moeten zijn van een openbaar-vervoerlijn) en het voortbestaan hangt voortdurend aan een zijden draad. Uitbreiding lijkt uitgesloten. Over dit ene lijntje mogen we in onze handjes knijpen.
Als anarchist stel ik dat het openbaar vervoer best in een sfeer van ondernemingszin georganiseerd kan worden: ideeën over lijnvoering en desnoods uitvoering hiervan kunnen door "de mensen zelf" voorgesteld en uitgevoerd worden. Tegelijkertijd dient het een gemeenschapsvoorziening te zijn en te blijven, zeker niet gericht op winst voor afwezige enkelingen. De "winst" is de voorziening zelf - een teken van beschaving. Het openbaar vervoer dient derhalve in territoriaal bepaalde overheidshanden te blijven: een andere vertegenwoordiging van het gemeenschapsbelang is nu eenmaal niet voorhanden. Wijk, gemeente, streek, provincie - de nationale staat voor het treinverkeer of desnoods een bovenstatelijke instelling (Europa?) voor de grensoverschijdende treinlijnen - niet dat deze constatering van een anarchist (die tegen "de staat" geacht wordt te zijn) komt, maar dat deze voor de hand liggende opmerking blijkbaar gemaakt dient te worden is merkwaardig. Personeel en passagiers willen het zelf niet anders - het is juist die overheid die in een sfeer van sabotage dwarsligt door zogenaamde vermarkting door te drijven.
De vrijheidstrein
Twee keer heb ik een deel van de tekst gebruikt voor een hagepreek bij het zogenaamde Grenshospitium - de tekst van blue-eyed soul classic People got to be free van de (Young) Rascals (en tevens van Dionne Warwick).
PEOPLE GOT TO BE FREE
All the world over, so easy to see
People everywhere just wanna be free
Listen, please listen, that's the way it should be
Deep in the valley, people got to be free
You should see, what a lovely, lovely world this'd be
Everyone learned to live together, ah-hah-unh
seems to me such an easy, easy thing this should be
Why can't you and me learn to love one another
All the world over, so easy to see
People everywhere just wanna be free
I can't understand it, so simple to me
People everywhere just got to be free
Ah, ah, yeah . . . ah, ah, yeah
If there's a man who is down and needs a helping hand
All it takes is you to understand and to see him through, ah-hah-unh
Seems to me, we got to solve it individually ah-hah-unh
And I'll do unto you what you do to me
There'll be shoutin' from the mountains on out to sea
(out to the sea)
No two ways about it, people have to be free
(they got to be free)
Ask me my opinion, my opinion will be
(ah-ha)
It's a natural situation for a man to be free
git right on board now
Oh, what a feelin's just come over me
Enough to move a mountain, make a blind man see
Everybody sing it now, come on, let's go see
Peace in the valley, now we ought to be free
SPOKEN
See that train over there?
Thats the train of freedom
It's about to 'rrive any minute, now
You know it's been'a long, long overdue
Look out 'cause its a'comin' right on through
19 april, 2007
Solide en sober
Sober en solide, dat is Wim Kok - zijn gewicht in goud waard voor de INGbank. En voor TNT. En Shell. Etcetera. Schrijft Willem Breedveld, die natuurlijk even niet vermeldt dat hij adviseur van de diverse PvdA-leiders is (geweest). De PvdA moet niet zeuren over graaicultuur (dat ben ik overigens met hem eens: als je zoiets introduceert met je niet achteraf gaan janken - maar dat is natuurlijk wel klassiek sociaal-democratisch).
Met zo'n solide bestuurder brengt men graag de spaarcentjes naar die bank. Die ooit Postgiro en Gemeentegiro heette, maar ja, toen was Wim Kok nog elders beschäftigt.
We hebben nogal keuze, mijnheer Breedveld... Vooral ook met het verzenden van brieven - met zo'n solide en sobere bestuurder vertrouwen we graag onze brief toe aan TNT, hoor!
Met zo'n solide bestuurder brengt men graag de spaarcentjes naar die bank. Die ooit Postgiro en Gemeentegiro heette, maar ja, toen was Wim Kok nog elders beschäftigt.
We hebben nogal keuze, mijnheer Breedveld... Vooral ook met het verzenden van brieven - met zo'n solide en sobere bestuurder vertrouwen we graag onze brief toe aan TNT, hoor!
18 april, 2007
Van je klits klats klandere
In de boekhandel gezien: een nieuwe dikke pil over de zeezender Radio Veronica. In het register vond ik zo gauw geen verwijzing naar de belangwekkendste programma's van dit station, dus ik heb het nog even laten liggen. Een citaat erover:
"Auke Kok heeft het allemaal opgeschreven. Zijn boek dwingt tot een heroverwegen van het gangbare beeld dat de jaren zestig het werk waren van een meegaande elite en opstandige, progressieve jongeren. Als het om Veronica ging, was de bestuurlijke voorhoede van Nederland helemaal niet tolerant, en de Veronicademonstratie en de massa-aanhang van de zender was niet klassiek-links en vooruitstrevend. Ze bestond uit honderdduizenden, miljoenen mensen, die, gewoon, lekker, hun 'eigen ding wilden doen'."
Jos Palm OVT.
De meegaande elite en de opstandige jeugd zijn dan ook samen een verhaal dat als behang is aangebracht over het decennium, quasi-wetenschappelijk gesanctioneerd door zulke helden van de geest als Beunders (ik houd mij in..) en Kennedy - alsof het om een decennium ergens ver weg gaat. Maar ook het praatje over gewoon lekker je eigen ding doen is een schilderbeurt achteraf, behorende bij de bestelomroep Veronica - het is ook maar een VPRO-citaat.
Ik had maar net mijn eigen transistorradio of voor de Britse kust verscheen Radio Caroline. 's Avonds was er hoe dan ook Radio Luxemburg. Veronica was misschien voor overdag geweest, als ik niet op school zat, maar waarom de muziek die ik wilde horen aangekondigd krijgen door Nederlandse stemmen, als The Real Thing vanaf de overkant te horen was?
Na het verdwijnen van Caroline was er geen keuze meer. Maar liefde is er nooit geweest tussen Veronica en mij. Onontbeerlijk was eigenlijk alleen Joost mag het weten, omdat hij nu eenmaal de allernieuwste dingen draaide - en de Rhythm and Blues Hop, en later natuurlijk Help er zit een olifant in de tram, maar dat was een on-Veronica-achtig programma. En toen was er RNI, met bekende stemmen van Caroline, 270 en London.
En mocht er nog twijfel bestaan hebben over Veronica, dan was er de bomaanslag op het zendschip van RNI. De llllekkere zender voor wie jong was en wat willllde mag dan helemaal buiten beschouwing blijven.
De bijzonderste programma's van de zeezender waren de programma's die nu als teken van de multiculturele samenleving (zie ook: de sixties) zouden worden opgevat: Radio Sinar Sang Surya (Zonnestraal Radio) voor de velen met een Indische achtergrond, gepresenteerd door Suhandi (Hans Oosterhof). Een Spaans programma. Een Grieks programma (Tragoudi i Ellada, Griekenland zingt). Een Italiaans programma, gepresenteerd door Mimo. Een Surinaams programma door Badhrun Khargi. En een Antilliaans programma, door Stella Priest. De demografische realiteit van Nederland van het decennium werd hier weerspiegeld (de Turkse en Marokkaaanse immigratie kwam pas op het eind van het decennium op gang). Het verdween allemaal toen Veronica een horizontaal geprogrammeerd popmuziekachtig station moest wezen, in 1969.
Suhandi blijkt nog even programmaleider te zijn geweest van Veronica, is getrouwd met Stella Priest en woont en werkt op Curaçao (daarvandaan heb ik hem wel eens als correspondent voor de AVRO-actualiteiten gehoord als ik het mij goed herinner). Zijn spoor is dus wel te vinden. Maar het is geen vette herinnering aan Veronica, later beslist de minst multiculturele omroep van het hele - (houd je weer in) - gezelschap.
Suhandi aan het woord.
16 april, 2007
Dat vogeltje heeft helemaal geen klieren
Juist het lawaai van lieden als Maarten 't Hart en Rudy Kousbroek maakt duidelijk dat Geert Wilders niet uit de lucht komt vallen.
Schelden op het geloof van anderen was voor dit soort heren al jaren à la mode. Een kruistocht tegen gelovigen (de uitdrukking illustreert hun gebrekkige taalvermogen) hoeven zij niet alsnog af te kondigen, we wisten het al. En WIlders en soortgelijken doen hetzelfde, meestal net nog wat ordinairder maar niet veel. De derde abrahamitische godsdienst kan buiten schot blijven voor de atheïstische kruisvaarders - de klus is al geklaard.
Rob Schoutens vader was predikant van de Adventskerk. Hij zet de luitjes kalm en waardig op hun plaats.
Schelden op het geloof van anderen was voor dit soort heren al jaren à la mode. Een kruistocht tegen gelovigen (de uitdrukking illustreert hun gebrekkige taalvermogen) hoeven zij niet alsnog af te kondigen, we wisten het al. En WIlders en soortgelijken doen hetzelfde, meestal net nog wat ordinairder maar niet veel. De derde abrahamitische godsdienst kan buiten schot blijven voor de atheïstische kruisvaarders - de klus is al geklaard.
Rob Schoutens vader was predikant van de Adventskerk. Hij zet de luitjes kalm en waardig op hun plaats.
15 april, 2007
Oorlogsmisdadiger hijgt zijn leedwezen
John Sopel interviewt Tony Blair terwijl ik hier tik, in dePolitics show.
Zal uw erfenis niet bepaald worden door Irak?
Met de juiste hapering en stottering, bekend van de dood van Diana - hij is zooooo gevoelig, spreekt hij zijn leedwezen uit over de zojuist verongelukte Britten ("helikopters neergestort" - uiteraard, alleen de Iraniërs kunnen ze neerhalen, niet de Irakezen - en dus zijn ze neergestort) - van zijn opvolgers mag zoveel showmanschap niet verwacht worden. En we kunnen het missen als kiespijn.
Msar goed - zonder enige tegenspraak mag Blair zeggen dat het Britse leger in Irak en Afghanistan staat in de voorste linie tegen terrorisme en extremisme - als we "ze" daar niet bestrijden, dan...
Hij krijgt geen tegenspraak of vraag. Volgende onderwerp. Het zal mijn hoge bloeddruk zijn die mij vizioenen van een galg voor de man voorschotelt - het spijt mij al bijna meteen, maar iets beters kan ik niet bedenken.
De waarheid over het vegetarisme
Het register vermeldt Ortt twee keer, en al gauw blijken er twee pagina's op zijn minst aan hem besteed te worden. Oef - meer mag ik al bijna niet verwachten van een boek dat ik niet ken, van een schrijfster die mij al even onbekend voorkomt.
De waarheid over het vegetarisme heet het boek, de schrijfster Martine van Dam. Zij heeft te Soest bij de Paardenkamp gewerkt, was groepsleidster in een antroposofisch kindertehuis en onderwijsassistente aan de Heilpedagogische School te Den Haag, staat op het achterplat.
Het is de vierde druk van een uitgave van Stichting De Ark te Emmen, in schrijfmachineletter met vrije regelval (dat is zooooo jaren zeventig, nietwaar - denk ook aan de SUNschriften).
Als ik het gekochte boek thuis opsla gebeurt dit als natuurlijk bij het fotokatern. Felix Ortt in de jaren vijftig kijkt mij aan.
De eerste druk van dit boek is van 1970 - het lijkt een schakel tussen het Nieuwe Vegetarisme, zoals het in dat decennium opkwam en het vroegere van de vooroorlogse generaties (de schjfster is van 1941).
Leesverslag volgt - ik ben benieuwd. Hm, Trajan, Tatian en Origenus - doorbijten...
.
Een Stichting De Ark in de buurt van Emmen (Elim, gemeente Hoogeveen) vond ik als willende bouwen een bedrijf voor de opvang honden, katten, vogels en knaagdieren door het maken van een aparte opvang voor de zieke dieren.
De waarheid over het vegetarisme - het klinkt als een mogelijk schotschrift van zo iemand als Maarten 't Hart en soortgelijke wildersisten die het sektekarakter van grasvreters ontmaskert.
De waarheid over het vegetarisme heet het boek, de schrijfster Martine van Dam. Zij heeft te Soest bij de Paardenkamp gewerkt, was groepsleidster in een antroposofisch kindertehuis en onderwijsassistente aan de Heilpedagogische School te Den Haag, staat op het achterplat.
Het is de vierde druk van een uitgave van Stichting De Ark te Emmen, in schrijfmachineletter met vrije regelval (dat is zooooo jaren zeventig, nietwaar - denk ook aan de SUNschriften).
Als ik het gekochte boek thuis opsla gebeurt dit als natuurlijk bij het fotokatern. Felix Ortt in de jaren vijftig kijkt mij aan.
De eerste druk van dit boek is van 1970 - het lijkt een schakel tussen het Nieuwe Vegetarisme, zoals het in dat decennium opkwam en het vroegere van de vooroorlogse generaties (de schjfster is van 1941).
Leesverslag volgt - ik ben benieuwd. Hm, Trajan, Tatian en Origenus - doorbijten...
.
Een Stichting De Ark in de buurt van Emmen (Elim, gemeente Hoogeveen) vond ik als willende bouwen een bedrijf voor de opvang honden, katten, vogels en knaagdieren door het maken van een aparte opvang voor de zieke dieren.
De waarheid over het vegetarisme - het klinkt als een mogelijk schotschrift van zo iemand als Maarten 't Hart en soortgelijke wildersisten die het sektekarakter van grasvreters ontmaskert.
14 april, 2007
De vaststaande onschuld van de ongelovige
Van het weblog van Marianne Thieme:
"Wie zegt dat volgens het bijbelverhaal Adam en Eva vanaf hun eerste zucht vegetariër waren tot ze de fout in gingen, moet volgens ’t Hart noodzakelijkerwijs geloven dat Adam en Eva historische figuren waren en dat het eten van vlees als “zondig gezien moet worden” Een snelle conclusie, door de media als vaststaand feit overgenomen.
Als alles wat bijbelfiguren veranderden na wat de bijbel “zondeval” noemt, zou binnen de logica van ’t Hart ook bijvoorbeeld het dragen van kleren als een “zondige” activiteit moeten worden beschouwd, omdat het net zomin tot het oorspronkelijk plan behoorde. Let wel, dat is niet zoals ik erover denk, maar zoals ’t Hart denkt dat er gedacht wordt."
Een atheïst weet altijd uitstekend wat een theïst zal geloven. De atheïst is daarbij ook fundamentalist: van kaft tot kaft waar en slikken die handel! Stenig de homo's. De wereld bestaat zevenduizend jaar. Dat geloof jij want dat staat daar.
Er kan ook een requisitoir opgesteld worden tegen alles wat christenen (een groep gelovigen waar ik het nu maar even bij houd) onder de vlag van het christendom misdaan hebben. Guilty by association gaat altijd op. Kruistochten, heksenverbrandingen, niet aan de koekjestrommel mogen zitten en bedreigd worden met hel en verdoemenis - het is allemaal even vreselijk en iedere gelovige is medeschuldig aan deze misdaden.
De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor Auschwitz. De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor de goelag. De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor Democratisch Kampuchea. De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor De Grote Sprong Voorwaarts. Dan kent u het ware atheïsme nog niet. O, dat is zo humaan, dat atheïsme - Hitler, Stalin, Mao, Pol Pot - dat waren de ware ongelovigen niet. De ware ongelovige man doet een pruik op, trekt een jurk aan en wandelt over de wallen - daar zal de HEERE HEERE nog van opkijken!
"Wie zegt dat volgens het bijbelverhaal Adam en Eva vanaf hun eerste zucht vegetariër waren tot ze de fout in gingen, moet volgens ’t Hart noodzakelijkerwijs geloven dat Adam en Eva historische figuren waren en dat het eten van vlees als “zondig gezien moet worden” Een snelle conclusie, door de media als vaststaand feit overgenomen.
Als alles wat bijbelfiguren veranderden na wat de bijbel “zondeval” noemt, zou binnen de logica van ’t Hart ook bijvoorbeeld het dragen van kleren als een “zondige” activiteit moeten worden beschouwd, omdat het net zomin tot het oorspronkelijk plan behoorde. Let wel, dat is niet zoals ik erover denk, maar zoals ’t Hart denkt dat er gedacht wordt."
Een atheïst weet altijd uitstekend wat een theïst zal geloven. De atheïst is daarbij ook fundamentalist: van kaft tot kaft waar en slikken die handel! Stenig de homo's. De wereld bestaat zevenduizend jaar. Dat geloof jij want dat staat daar.
Er kan ook een requisitoir opgesteld worden tegen alles wat christenen (een groep gelovigen waar ik het nu maar even bij houd) onder de vlag van het christendom misdaan hebben. Guilty by association gaat altijd op. Kruistochten, heksenverbrandingen, niet aan de koekjestrommel mogen zitten en bedreigd worden met hel en verdoemenis - het is allemaal even vreselijk en iedere gelovige is medeschuldig aan deze misdaden.
De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor Auschwitz. De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor de goelag. De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor Democratisch Kampuchea. De atheïst is nooit medeverantwoordelijk voor De Grote Sprong Voorwaarts. Dan kent u het ware atheïsme nog niet. O, dat is zo humaan, dat atheïsme - Hitler, Stalin, Mao, Pol Pot - dat waren de ware ongelovigen niet. De ware ongelovige man doet een pruik op, trekt een jurk aan en wandelt over de wallen - daar zal de HEERE HEERE nog van opkijken!
Haalt het vandreestrekken zijn vijfenzestigste?
Oud en arm - de socialistische minister Drees haalt er een streep door - staat op het omslag van het Nationaal Archief-magazine. De oudedagsvoorziening-voor-iedereen is zestig.
Drees is in 1971 uit de PvdA gestapt. Was het een profetische beslissing? Zijn voormalige partijgenoten Kok en Bos en de rest zorgen er voor dat oud en arm weer uitstekend samen zullen gaan.
Zie verder hier.
13 april, 2007
Bereid de weg des Heren!
Jac. 5:7-9:
7 Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen.
8 Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.
9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur.
De algemene vermanende brief, die de terugkeer van Christus niet als iets voor over tweeduizend en nog wat jaren ziet, maar iets wat voor de dan levende generatie geldt. Slechts een van de desbetreffende teksten uit het Nieuwe Testament.
Het verwachten van de verrezen Heer is geheel verbonden met het christendom. De vroege Kerk wist niet beter of het ogenblik was aanstaande. De zondeval van het christendom komt juist als er geschipperd en gehandeld moet worden met wereldse machten - met de keizer, die terwille van sukses in de oorlog het christendom aanneemt. De merkwaardige gedachte dat het nu allemaal even niet uitkomt, die terugkeer, en dat oorlog en zelfverrijking wel even kunnen.
Bij de benedictijnse orde is de gastvrijheid voor wie aan de deur staat een gebod: het kan de verrezen Heer zijn.
Als iemand als Maarten 't Hart - en wie die deze treurige figuur zo nodig gelijk wil geven - met het verwijt komt dat de adventisten zomaar de wederkomst van Christus verwachten, zegt het iets over hun denkbeelden, niet over de adventisten. Ik kom er op terug, omdat een prominent adventist vandaag in Trouw zijn denominatie verdedigt tegen de scheldpartijen. Er is zelfs een zaak aangespannen voor de raad voor de Journalistiek (uitzichtloze onderneming, dunkt mij).
Niet verrassend maar wel aardig in dit verband: de remonstrantse schrijver, G.J. Heering, van De zondeval van het christendom verwachtte wel de spoedige komsst van het Rijk Gods. Van de antigodsdienstige maffia mag men vast ook niet remonstrant zijn.
(Hier een sympathiek stuk van het Nederlands Dagblad (!) over Heerings magnum opus).
7 Zo zijt dan lankmoedig, broeders, tot de toekomst des Heeren. Ziet, de landman verwacht de kostelijke vrucht des lands, lankmoedig zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen.
8 Weest gij ook lankmoedig, versterkt uw harten; want de toekomst des Heeren genaakt.
9 Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur.
De algemene vermanende brief, die de terugkeer van Christus niet als iets voor over tweeduizend en nog wat jaren ziet, maar iets wat voor de dan levende generatie geldt. Slechts een van de desbetreffende teksten uit het Nieuwe Testament.
Het verwachten van de verrezen Heer is geheel verbonden met het christendom. De vroege Kerk wist niet beter of het ogenblik was aanstaande. De zondeval van het christendom komt juist als er geschipperd en gehandeld moet worden met wereldse machten - met de keizer, die terwille van sukses in de oorlog het christendom aanneemt. De merkwaardige gedachte dat het nu allemaal even niet uitkomt, die terugkeer, en dat oorlog en zelfverrijking wel even kunnen.
Bij de benedictijnse orde is de gastvrijheid voor wie aan de deur staat een gebod: het kan de verrezen Heer zijn.
Als iemand als Maarten 't Hart - en wie die deze treurige figuur zo nodig gelijk wil geven - met het verwijt komt dat de adventisten zomaar de wederkomst van Christus verwachten, zegt het iets over hun denkbeelden, niet over de adventisten. Ik kom er op terug, omdat een prominent adventist vandaag in Trouw zijn denominatie verdedigt tegen de scheldpartijen. Er is zelfs een zaak aangespannen voor de raad voor de Journalistiek (uitzichtloze onderneming, dunkt mij).
Niet verrassend maar wel aardig in dit verband: de remonstrantse schrijver, G.J. Heering, van De zondeval van het christendom verwachtte wel de spoedige komsst van het Rijk Gods. Van de antigodsdienstige maffia mag men vast ook niet remonstrant zijn.
(Hier een sympathiek stuk van het Nederlands Dagblad (!) over Heerings magnum opus).
Alweer een ongewenste canon
Als Hervormd Nederland heeft het huidige opinieblad Volzin zijn goede tijd achter zich. Maar goed, namens het blad is er een zogeheten religieuze canon van Nederland opgesteld. En deze is toch wel tamelijk exclusief protestant, het huidige Nederland heeft in ieder geval een voorchristelijke tijd gekend (en wij weten niet eens wanneer deze afgelopen is). Moet deze dan maar onvermeld blijven?
Joods Nederland bestaat alleen uit Spinoza (die in een dergelijke canon natuurlijk vermeld moet worden) en het kerkelijk (!) verzet, waarbij Titus Brandsma als bezettingsslachtoffer naar voren wordt geplaatst. Dat is onverdraaglijk weinig.
Het Pastoraal Concilie van Noordwijkerhout is blijkbaar belangrijker voor de samenstellers dan Vaticanum II. Ook voor Nederland is dit toch echt een belangrijker bijeenkomst geweest, daar is geen twijfel over mogelijk.
De toelichting verzuimt te vermelden dat de heksenvervolging juist een product van de zogeheten Verlichting is: men had hele wetenschappelijke handboeken hoe heksen te herkennen. Die Verlichting had zelf genoemd kunnen worden. Meegaan in het afschilderen van heksenvervolging als iets middeleeuws wat pas ergens in de zeventiende eeuw ophield, is het napraten van de gangbare verhalen, een verantwoorde canon onwaardig.
En dat er dezer dagen een grote spirituele honger heerst - het zal wel, maar deze wordt niet gestild door de kerken, die willen dit niet en kunnen het niet.
Gemiste kansen: het vermelden van de Christelijke Broedergemeente ("Zwijndrechtse Nieuwlichters") als eerste socialistische gelovige uiting (Domela wordt vermeld, dat is goed, maar hij was niet de eerste). Het stempel dat de dominee-dichters ongetwijfeld op de Nederlandse Hervorming hebben gezet wordt niet eens gezien. En het verzinken van de kleine buitenkerkelijke gelovigheden, waar het kleinburgerlijk historicidom het zo moeilijk mee heeft, naar de massa - spiritisme, Lou, New Age, "westers" boeddhisme, Jomanda of Mellie Uyldert - had daar helemaal niets van genoemd mogen worden?
Zoals steeds met die canons wordt deze getekend door wat hij verzwijgt.
12 april, 2007
Het licht over soul gezien
Aan het einde van een ziekteperiode met een beetje koorts (zoiets duurt normaalgesproken weldadig kort) word ik gewoonlijk overvallen door heftige sentimentaliteit. Kopfoon op en de nummers kiezen die voor tranen zullen zorgen. The race is on van George Jones. Ever fallen in love? van de Buzzcocks. All the children sing van Todd Rundgren. A heartache following me van Jim Reeves. En meer - het is meestal juist "witte" muziek. Probaat middel. De volgende dag is de koorts voorbij.
Gisteren, moe na een eerste werkdag die in mijn conditie zwaar viel, ledig naar de kijkdoos gekeken. Andi Oliver (wie?) en Neneh Cherry (nog even mooi als twintig jaar geleden, niets veranderd - zingt ze eigenlijk nog?) in een kookprogramma. Op de achtergrond wonderlijk genoeg volop northern soul. Vlak voor het einde een veelbelovend intro. Mijn hart sprong op - wat was dit nu weer?
Gefopt, Gerritsen. Het bleek Do I love you ('deed I do) van Frank Wilson.
Met alle respect voor Russ Winstanley (en deze zinswending is welgemeend) - ik kan onmogelijk zeggen dat ik dit Het Nummer Aller Tijden zou kunnen noemen. De zanger kan niet zingen. Dat lijkt mij al een bezwaar. Connie Clark maakt er nog iets van - maar het blijft een middelmatig Motownnummer. De norm voor middelmaat bij Motown ligt hoog, dat is waar.
Maar accentueer het intro en ook een middelmatig nummer wordt interessant. En het kan een poort naar meer zijn.
Drumslag. Orgel. Blazers. De rest van het orkest. Opgebouwde spanning, en dan een zware stem: "I'm gonna wait 'til the midnight hour..." De spanningsopbouw is subliem. Schrijf ik als iemand die het nummer gehoord heeft in de tijd waarin het er nog niet was - het ondeelbare ogenblik dat bestaat voordat muziek onthuld wordt.
Overdenkend hoe ik gefopt was in interesse voor een nummer dat ik niet interessant vond liet ik intro's de revue passeren in mijn hoofd, rijdend in een streekbus vandaag. Ik kwam onder andere uit bij Moon river van Jerry Butler, waarin het compositorisch genie van Henry Mancini samenkomt met een stem - ja, die stem...
Het is niet nodig, maar het kan verduidelijken wat ik verderop zeg. Ik ben uitdrukkelijk niet homofiel of homoseksueel of hoe je het speciale zwak voor het eigen geslacht ook mag noemen. Maar voor de stem van Jerry Butler doe ik in gedachten alles - kronkelen van genot, van pijn, van beide (de combinatie hoort bij het liefdesleven, vandaar mijn eerdere opmerking). Oh, breaking up is so very hard to do... Take a message to Martha, message to Martha... Hey ordinary Joe... For your precious love... wider than a mile....
Ik laat ze door mijn hoofd spelen en ben blij dat ik een zonnebril opheb. En denk aan Brook Benton. Levi Stubbs. Chuck Jackson. Terry Callier. Enzovoort. Maar wat wordt er dan zo bij mij geraakt door deze stemmen?
Ik geef het op - mijn weerstand is in andere opzichten al zo laag. Er is zoiets als een ziel, en die is te treffen, anderen hebben de ervaring eerder onder woorden gebracht en daarom heet de muziek van zwart Noord-Amerika dus soul music. Ik heb mij steeds verzet tegen deze aanduiding, vooral als mensen er "lekker" bij gaan zeggen. Het is niet lekker geraakt te worden terwijl je niet eens weet waar. En als je niet geraakt wordt, zwijg dan over soul.
Daar is de halte. Dit weet ik nu dus. Bij gebrek aan koorts kan deze ook niet over zijn.
(Voor de mij persoonlijk welgezinden een aarzelend bulletin: het is waarschijnlijk een oogspierziekte).
Creeping up my legs...
Maarten 't Hart heeft precies één belangwekkend boek geschreven, Ratten, dat ik hier als een dierenbevrijdingsmanifest heb aangeprezen.
Het helpt zeker niet dat ik deze licht kalende man in de tijd waarin hij als travestiet uit de kast was gekomen daadwerkelijk in mijn buurt zag lopen in jurk - maar goed herkenbaar als Maarten 't Hart. De rosse buurt is dichtbij - hij zou toch niet...
In ieder geval geen pose die mij voor de man inneemt. Ik ben zijn psychiater niet.
Hetgeen ook geldt voor zijn gereformeerde traumata. Ten eerste ben ik niet gereformeerd, nooit geweest ook (en ik vind het erg genoeg dat "mijn" kerk er zo nodig mee heeft moeten fuseren - waarschijnlijk terwille van de bedrijfsresultaten en de concurrentiepositie) en ten tweede houdt het met slechtgescheven rancune al snel op. En 't Hart heeft tenslotte ook niet meer in huis, net zo min als Kousbroek.
Met een curieus atheïstisch fossiel als Kousbroek en 't Hart als lijstduwers - en Cliteur erbij - bevond de Partij voor de Dieren zich op een hellend vlak. En Maartje 't Hart heeft met Pasen zijn beste jurk aangetrokken om voor de VARA-microfoon Marianne Thieme te manen het partijleiderschap op te geven, want dat is niet te verenigen met het belijdend lidmaatschap van wat 't Hart als een gevaarlijke sekte aanduidt.
Enfin, met mooi ingehouden venijn over 't Harts jurken heeft Marianne Thieme op haar log het laatste woord, waaruit ik dit citeer:
- De Partij voor de Dieren is een seculiere partij die mensen verenigt op thema’s als mededogen en duurzaamheid. Wie anders wil, moet elders zoeken.
Ik zal mijn tijd en energie gewoon blijven steken in het bestrijden van dierenleed. Dat boeit mij persoonlijk meer dan een soort van seculiere inquisitie die het bestrijden van godsdienst als doel in zichzelf lijkt te beschouwen. [einde citaat]
Helaas - het was te voorzien en te voorkomen geweest. En tenslotte waren behalve Kees van Kooten die lijstduwers ook geen echte stemmentrekkers.
11 april, 2007
Heldhaftige paus
Justin Raimondo is wellicht van roomse achtergrond. Maar het maakt niet uit voor zijn lofzang op de bisschop van Rome, geestelijk leider van ruim een miljard christenen:
- In Benedict, the Vicar of Christ, the War Party has a formidable enemy – which is why he is a hero to us [the peace movement].
Het is opmerkelijk dat de kerk van Rome als Kerk zich uitdrukkelijk keert tegen alle oorlog die over de wereld wordt uitgestort dezer jaren. Naast de doperse kerken en de Friends staat de roomse Kerk hier als grote bundeling van gelovigen opvallend alleen. Het maakt het morele appèl des te sterker.
10 april, 2007
Vrije christenen voor de bom
Kabinet mag aanval op Iran steunen, meldt het ANP.
Met steun van:
Het Christen-Democratisch Appel
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
De Partij voor de Vrijheid
De ChristenUnie
De Staatkundig Gereformeerde Partij
Met steun van:
Het Christen-Democratisch Appel
De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
De Partij voor de Vrijheid
De ChristenUnie
De Staatkundig Gereformeerde Partij
Natuurlijk
Vlak voor de Kerst had een burger van Bergen een ontdekking: van het christen-anarchisme.
De omschrijving door de citoyen de Mons is niet de mijne. Christen-anarchisme is niet anarchisme met een scheut spiritualiteit of godsgeloof. De opsomming die (vermoedelijk: hij) geeft getuigt ook wel van dat inzicht.
De hier genoemde Franse groep MACEA heeft sinds voorjaar 2003 geen spoor meer achtergelaten op het net. Dat wil wellicht niet zeggen dat zij niet meer bestaat. Maar een spoor zou wel goed zijn geweest dan. Het is wel grappig dat zij nudisme als belangrijk onderdeel van haar activiteiten opvat. Het is een stap verder dan het Nakend op de fiets, al deed men in Blaricum en daaromtrent ook aan luchtbaden (nakend rondlopen).
Ik geef hierover vrijmoedig mijn mening: deze natuurlijkheid is uiterst gecultiveerd. Kom niet aan met verhalen dat het zo natuurlijk is, zeker niet in de gematigde of koude zones. En anders dan in verband met saunabezoek - in welk geval het vooral nuttig is om afkoeling te bevorderen - zal ik mij er ook niet aan overgeven.
De omschrijving door de citoyen de Mons is niet de mijne. Christen-anarchisme is niet anarchisme met een scheut spiritualiteit of godsgeloof. De opsomming die (vermoedelijk: hij) geeft getuigt ook wel van dat inzicht.
De hier genoemde Franse groep MACEA heeft sinds voorjaar 2003 geen spoor meer achtergelaten op het net. Dat wil wellicht niet zeggen dat zij niet meer bestaat. Maar een spoor zou wel goed zijn geweest dan. Het is wel grappig dat zij nudisme als belangrijk onderdeel van haar activiteiten opvat. Het is een stap verder dan het Nakend op de fiets, al deed men in Blaricum en daaromtrent ook aan luchtbaden (nakend rondlopen).
Ik geef hierover vrijmoedig mijn mening: deze natuurlijkheid is uiterst gecultiveerd. Kom niet aan met verhalen dat het zo natuurlijk is, zeker niet in de gematigde of koude zones. En anders dan in verband met saunabezoek - in welk geval het vooral nuttig is om afkoeling te bevorderen - zal ik mij er ook niet aan overgeven.
09 april, 2007
Het somaparadijs
In een stuk over de lessen die Hongarije de VS nu kan leren staat een passage over de plicht tot nuttige arbeid die in dit arbeidersparadijs tot het einde toe gold.
En dan de zin:
This is similar to the situation with American drug laws, where people are imprisoned for taking politically disfavored drugs, while government schools threaten parents if they refuse to stupefy their children with Ritalin to make them more docile in class.
Verplichte kalmeringsmiddelen op school? Het blijkt waar.
Huxley's Somaparadijs is verwezenlijkt. De fabrikant is overigens Zwitsers.
En dan de zin:
This is similar to the situation with American drug laws, where people are imprisoned for taking politically disfavored drugs, while government schools threaten parents if they refuse to stupefy their children with Ritalin to make them more docile in class.
Verplichte kalmeringsmiddelen op school? Het blijkt waar.
Huxley's Somaparadijs is verwezenlijkt. De fabrikant is overigens Zwitsers.
08 april, 2007
Tolerant Nederland
Van Doorn brengt deze zaterdag de episode in herinnering, toen Godfried Bomans politiebescherming moest krijgen omdat hij had geschreven over een pamflet van de Rode Jeugd, dat hij opruiend had gevonden. Zelfs de aimabele Bomans, zegt Van Doorn.
Maar die kende ik al. Nieuw voor mij was dat Bomans ook onder vuur is genomen over het verhaal van de kluizenaar die er de brui aan geeft. Het is mooi geweest, hij heeft er geen zin meer in. Alle notabelen van het dorp, waarvan de kluizenaar de topattractie is, spreken er schande van. Een sprookje in de geest van Kierkegaard, die vaker vaardig over Bomans had mogen zijn. Het viel dan ook niet goed.
In tegenstelling tot wat men nu graag denkt of zich meent te herinneren is Nederland ook vóór 2002 geen toonbeeld van tolerantie geweest. Meer nog dan de Bomans/Rode Jeugd-affaire is er de zaak Zo is het toevallig ook nog eens een keer. Een uitzending van begin 1964 zorgde voor groot oproer in weldenkend Nederland. Toen er nieuws uitbrak over deze uitzending meende ik nog dat de meute tekeer zou gaan tegen enkele grappen over leden van de koninklijke familie. (De grappen waren zelden opzienbarend leuk, overigens, maar dat kun je haast niet zeggen vanwege het vervolg - de aardigste was de halleluja-nixandehanda-sketch van Gerard Reve, dunkt mij). Alles hangt met alles samen: het was ook de uitzending waarin Bomans nogal goedkoop op de hak werd genomen door Jan Blokker die hem zo schatplichtig is.
Drollen in een doos. Scheldpartijen. Bedreigingen. De wetenschap dat de presentatoren allemaal Joden waren. En dat vanwege een sketch die nu onopvallend op het net staat.
Ach, tolerant, feministisch, o zo prosemitisch Nederland. Ze zijn er zelf in gaan geloven, lijkt het.
Inval
God is Liefde.
God houdt ook van neocons.
Niet zelfs, maar ook.
Ze doen God wel heel veel verdriet.
Gezegend Pasen!
God houdt ook van neocons.
Niet zelfs, maar ook.
Ze doen God wel heel veel verdriet.
Gezegend Pasen!
Blij blijven...
...en pas goed op jezelf. Oops! your age is showing!
Maar ook Jos Brink kan aardige woorden zeggen, zoals in een interview met Trouw geplaatst op Goede Vrijdag.
- Als Brink als pastor bij een sterfgeval wordt geroepen, maakt hij soms mee dat mensen behalve verdrietig ook boos zijn. Op God, bijvoorbeeld. „Maar je moet God er buiten laten”, zegt Brink. „Hij heeft er niets mee te maken. Door Hem de schuld te geven, dicht je Hem een almacht toe die Hij niet heeft. Je moet van God geen kwaadaardige toverkabouter maken, die vanachter een computer beslist: jij kanker, en jij voor een trein. Nee, ik zie de dood liever als een natuurramp. En bij ziekte kun je volgens mij beter bidden om kracht en bijstand dan om genezing.”
De Almachtige moet geen almacht toegedicht worden. Dit lijkt mij een hoogstandje van dialectische theologie. En voor de zekerheid: ik ben hier niet ironisch.
07 april, 2007
Naakte waarheid
Uitgeverij Ten Have heeft de goede smaak gehad een nadere uitwerking van de hand van Maria de Groot van het evangelie van Maria van Magdala een omslag met een naakte vrouw te geven. Vanmiddag gezien in de winkel verbonden aan de Egmondse abdij.
Lokkertje voor het Da-Vincicodepubliek? Of om alsnog te suggeren dat zij een hetaere was meer dan de eerste mens die de verrezen Christus heeft gezien? Vindt de schrijfster dit goed?
Enfin, wat er over is van het evangelie van Maria Magdalena is ook zonder hinderlijk omslag te lezen, in vertaling, op het net.
Lokkertje voor het Da-Vincicodepubliek? Of om alsnog te suggeren dat zij een hetaere was meer dan de eerste mens die de verrezen Christus heeft gezien? Vindt de schrijfster dit goed?
Enfin, wat er over is van het evangelie van Maria Magdalena is ook zonder hinderlijk omslag te lezen, in vertaling, op het net.
Labels:
Maria de Groot,
Maria van Magdala,
Sleurchristendom
06 april, 2007
Bij Goede Vrijdag
De BBC meldt vandaag dat Chinua Achebe geen vertrouwen heeft in de komende presidentsverkiezingen in Nigeria. Begrijpelijk, en hoogstwaarschijnlijk terecht. Wat mij opviel was dat er bij "related articles" naar een artikel verwezen werd over het krimpen van het Tsjaadmeer. Iets wat minder breed wordt uitgemeten dan het verdwijnen van het Aralmeer. Maar zeker zo dramatisch: Het meer is in veertig jaar tot vijf procent van zijn grootte teruggebracht. Rivieren die het zouden moeten voeden zijn tot wadi's verworden. De verklaring is in laatste instantie het broeikaseffect, waar Afrika zo goed als niets toe bijdraagt, maar wel de gevolgen van te dragen heeft.
Meer over het meer hier.
05 april, 2007
Hoe westers kan Jezus zijn?
Als Jezus van Nazareth moet worden afgebeeld, dan is de onrealistische gangbare ikonografie van Europa zo gek nog niet. De afbeelding mist ieder realisme en is daardoor waarder dan een zogenaamd realistische. Die laatste vorm heeft de laatste halve eeuw wel toegeslagen in geïllustreerde kinderbijbels. Zo jong als ik was kreeg ik een akelig gevoel bij die mannen met grote neuzen, vlezige lippen en baarden (Jezus zag er ook zo uit op die plaatjes, alleen had hij geen baard...). Ongetwijfeld goedbedoelde rotzooi die nog steeds rondwaart.
Dezer dagen zijn er twee boeken uit in Nederland die verbazing uitstralen over een niet-westerse Jezus. Maar hoe westers menen deze auteurs dat het Palestina van twintig eeuwen geleden geweest is? Hoe westers was het westen (waar dit ook moge liggen) in die tijd?
Het christendom heeft zich tamelijk snel in alle richtingen verspreid: naar het noorden, waar de gemeenten liggen die Paulus aanschrijft. Naar het westen. Naar het zuiden: Egypte, een groot deel van het huidige Soedan en wat nu Ethiopië en Eritrea heten. Naar het oosten: Mesopotamië, waar deze oudste christengemeenschappen nu door het geweld van "westerse" kolonialen verdwijnen, Perzië, India waarschijnlijk al in de tweede eeuw, China. Marco Polo ontmoet in Mongolië en China christenen die de Europese christenheid niet kende(n).
Hoe "westers" Jezus in de orthodoxe kerken is, is ook een goede vraag.
Een zekere bescheidenheid die als christelijke deugd bij uitstek aangemerkt zou kunnen worden, het zou ook voor die "westerse" zich christen noemende mensen geen gek idee zijn.
Een symposium over Jezus als goeroe.
Goeroe, voor de zekerheid, betekent niets meer dan leraar, zoals Hij ook in de evangeliën wordt genoemd...
Dezer dagen zijn er twee boeken uit in Nederland die verbazing uitstralen over een niet-westerse Jezus. Maar hoe westers menen deze auteurs dat het Palestina van twintig eeuwen geleden geweest is? Hoe westers was het westen (waar dit ook moge liggen) in die tijd?
Het christendom heeft zich tamelijk snel in alle richtingen verspreid: naar het noorden, waar de gemeenten liggen die Paulus aanschrijft. Naar het westen. Naar het zuiden: Egypte, een groot deel van het huidige Soedan en wat nu Ethiopië en Eritrea heten. Naar het oosten: Mesopotamië, waar deze oudste christengemeenschappen nu door het geweld van "westerse" kolonialen verdwijnen, Perzië, India waarschijnlijk al in de tweede eeuw, China. Marco Polo ontmoet in Mongolië en China christenen die de Europese christenheid niet kende(n).
Hoe "westers" Jezus in de orthodoxe kerken is, is ook een goede vraag.
Een zekere bescheidenheid die als christelijke deugd bij uitstek aangemerkt zou kunnen worden, het zou ook voor die "westerse" zich christen noemende mensen geen gek idee zijn.
Een symposium over Jezus als goeroe.
Goeroe, voor de zekerheid, betekent niets meer dan leraar, zoals Hij ook in de evangeliën wordt genoemd...
Labels:
Christelijk Oosten,
Christenheid,
Jezus van Nazareth
04 april, 2007
Het beloofde land gezien, 3 april 1968
MIjn eindexamen werd gemarkeerd door de moord op Martin Luther King Jr. aan het begin en die op Robert Kennedy vlak voor het feestje ter viering. Zo blijven die data en de omstandighedn waarover ik er vernam op hun plaats.
Delen van zijn laatste toespraak komen voor in Tom Clay's collage What the world needs now is love, dat ik toen het net uit was te sentimenteel vond, maar nu met huivering beluister (en dus ook heb). Een schokkende profetie van wat de volgende dag zou gebeuren, de laatste zinnen:
- And then I got into Memphis. And some began to say the threats, or talk about the threats that were out. What would happen to me from some of our sick white brothers? Well, I don't know what will happen now. We've got some difficult days ahead. But it doesn't matter with me now. Because I've been to the mountain top. And I don't mind. Like anybody, I would like to live a long life. Longevity has its place. But I'm not concerned about that now. I just want to do God's will. And He's allowed me to go up to the mountain. And I've looked over. And I've seen the promised land. I may not get there with you. But I want you to know tonight, that we, as a people will get to the promised land. And I'm happy tonight l'm not worried about anything. I'm not fearing any man. Mine eyes have seen the glory of the coming of the Lord.
Tevens als vesper voor de Witte Donderdag deze rede uit 1967 van King over Vietnam, niet graag aangehaald in Medialand.
On Felix Ortt in English
Met enkele toelichtingen en verduidelijkingen, maar niet veel, is het Wikipedia-artikel dat ik over Felix Ortt gescherven heb een jaar geleden nu in het Engels te raadplegen - op verzoek van de overkant - van de Noordzee, voor de zekerheid...
Bij het vertalen valt mij vooral op wat ik niet vermeld heb. De trilogie over zijn ervaring met de kolonie te Blaricum bijvoorbeeld - ik zwijg er niet over vanwege het symbolisme dat er in gehanteerd wordt dat achteraf toch echt niet anders dan als antisemitisch gezien kan worden.
Zijn kerkmeesterschap (in Brielle), wat zijn verbondenheid met de Nederlandse Hervomde Kerk toch beter tot haar recht doet komen.
En meer dat nog geschreven of gepubliceerd kan worden. In Wikipedia kan nu eenmaal niet alles staan. En ook elders kan niet alles staan, goddank.
Bij het vertalen valt mij vooral op wat ik niet vermeld heb. De trilogie over zijn ervaring met de kolonie te Blaricum bijvoorbeeld - ik zwijg er niet over vanwege het symbolisme dat er in gehanteerd wordt dat achteraf toch echt niet anders dan als antisemitisch gezien kan worden.
Zijn kerkmeesterschap (in Brielle), wat zijn verbondenheid met de Nederlandse Hervomde Kerk toch beter tot haar recht doet komen.
En meer dat nog geschreven of gepubliceerd kan worden. In Wikipedia kan nu eenmaal niet alles staan. En ook elders kan niet alles staan, goddank.
Abonneren op:
Posts (Atom)