Wat heeft u nu aan uw fiets hangen? Het onderstaande is de liturgie die ik verzorgd heb op 14 februari 2003, in een zogeheten zorgcentrum in Duivendrecht. Ik was in opleiding tot voorganger bij de vrijzinnigen, en een welmenende vriendin dacht dat ik dan ook wel op de kansel kon staan als echt hervormd maar eigenlijk oecumenisch voorganger. De invasieplannen tegen Irak zongen al rond, en hielden mij sterk bezig - maar niet de gemeente, begrijp ik achteraf.
Als ik aankom bij het zorgcentrum loopt A., die mij er geïntroduceerd heeft, net - met veelbelovende rollator (ze heeft ernstige rugklachten) - die kant op. We hebben afgesproken dat we ruim van te voren de opstelling van de microfoon zouden bekijken. Voor mij uit loopt de oude man (een van de weinige), in gezelschap van vrouw. Bij het betreden van het stiltecentrum zegt hij keihard: "O daar is dat venijnige wijf". De desbetreffende ouderlinge begroet hem vriendelijk. De toon is gezet.
Blijkbaar ben ik nogal lang en dus moet de micro omhooggeschroefd worden. Dit kan maar in beperkte mate, ik zal mij nog voorover moeten buigen. Plotseling besef ik dat ik voor het lezen een brilletje nodig heb, maar dat ik dit juist niet kan ophebben als ik de zaal (kapel) inkijk. "Dan doe je maar alsof," zegt een ouderlinge. Een advies dat mij maar matig bevalt.
"Geen experimenten," heb ik bedacht, en de liturgie is onder de vlag van oecumene dan ook helemaal ingericht op het katholieke rooster van dienst - aangepast aan het feit dat de dienst op vrijdagavond zeven uur is, dus nog voorbij de vespertijd. Welnu, de keuze van psalmen en gezangen bij de liturgie van deze dag is vanzelf experimenteel: Gezang 6, dat speciaal bij Lucas 10:1-10 wordt aanbevolen, is voor de organist te moeilijk, en dus zeker voor het publiek, zoals hij fijntjes zegt. Of "De Heer is mijn herder" dan ook mag? Dat kennen ze tenminste. Ach, doe ook maar, zeg ik toegeeflijk - maar vanuit de zaal wordt geprotesteerd: het moet wel bij de preek passen, is Gezang 7 dan niet goed? Er worden leidinggevende capaciteiten gevraagd bij mijn debuut, en dan zal ik ze wel niet hebben: op gezag van enkele aanwezigen wordt het Gezang 7, want sommige mensen kennen dat wel.
Ja, leidinggevende capaciteiten... Ik ben nogal makkelijk uit het venwicht te slaan, en de gang van zaken met deze zang - zeker ook verwijtbaar aan de organist, die geen rumte heeft gelaten voor overleg -, heeft mij van een toch al zwak anker doen losslaan. De enkeel keer dit ik een blik in de zaal kan slaan krijg ik geloof ik welwillende blikken voldoende. Maar deze horen ook bij mensen die iets willen verstaan. Dat is het eerste dat verloren is gegaan bij het gehannes aan het begin: het vermogen helder, langzaam en verstaanbaar te spreken. Een ramp die ik nog al te goed ken vna spreekbeurten e ndergelijke op school - o, laat me er van af zijn, gauw gauw.
De collecte blijkt een bron van onrust en gemopper - er was mij ook niet verteld dat er een gehouden zou worden. Op de tribune wordt het gebaar gemaakt: handen vouwen! Maar ik ben eigenwijs, wil voor mijzelf weer rust in de tent en dus eerst het enige waarover ik mij zeker voel: het Gezang op Verzoek...
Ongeveer aan het slot zegt de man die door zijn eigen doofheid lijkt te denken dat niemand hem hoort: "Nou, daar heb ik mooi niets aan gehad, aan die hele preek. Ik heb er niets van verstaan." Hij vat het uur fijntjes samen voor eeniegelijk, heb ik de indruk.
De nachtmerrie ligt nu voor u. Met hagepreken, die in het algemeen liturgisch verantwoord zijn, voel ik mij een stuk zekerder. Het zal ook wel meer bij het christen-anarchisme passen...
Eens maar nooit weer?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten