28 februari, 2007

Ik heb het uit de allerbeste bron


Uit een soort begeleidend schrijven van de heren Bank en De Rooy bij Kortweg Nederland:


Als we weer historisch besef willen kweken, dan gaat het niet zozeer om de weetjes: de jaartallen van rampen en vorsten, al is daar op zichzelf niets mis mee. Het gaat om de gedachte dat het heden niet goed te begrijpen valt zonder enig inzicht in de ontwikkeling tot dat heden.
Tegen deze ambitie klinken doorgaans twee bezwaren. Het eerste is dat dit zou voortvloeien uit nostalgie. Oude schoolmeesters zouden een achterhaald verlangen koesteren naar de overzichtelijkheid van de 'nationalistische en etnocentrische geschiedschrijving van onze blanke voorvaderen'. Dit klinkt al erg genoeg, maar gewoonlijk volgt dan nog dat we nu eenmaal in een 'postmoderne wereld' leven. De fragmentatie van mens en samenleving is niet langer in een consistent verhaal te vatten. 'Laat duizend bloemen bloeien' en het komt vanzelf wel goed.

Het tweede bezwaar is dat historisch besef op zichzelf, als een manier om naar de werkelijkheid te kijken, een tijdelijk verschijnsel is. Het is aan het eind van de achttiende eeuw opgekomen, beleefde zijn bloeitijd in de negentiende eeuw en zal nu ten onder gaan. We leven in een 'posthistorische wereld' en belangstelling voor geschiedenis is op z'n best een oudemannenkwaal.

En zo mogen we kiezen uit tuchteloosheid of vruchteloosheid. Het gevolg van deze verwarring is de opmerkelijke dictatuur van het nu en hier, het zogenaamde presentisme. Bijna tien jaar geleden merkte Rudy Kousbroek al eens op dat in Nederland, in tegenstelling tot allerlei andere landen, vooral de gedachte leeft dat weinig uit het verleden nog interessant of waardevol kan zijn: ,,Dat is wat in dit land dat eigenaardige gevoel geeft dat er een dimensie ontbreekt.'' In het openbare debat is de continuïteit met het verleden nagenoeg afwezig.

Het heeft mij heel wat tijd gekost om er achter te komen dat het Nieuwpoort van de slag van 1600 niet een plaats in het huidige Zuid-Holland was, maar het stadje in West-Vlaanderen. Die slag werd meestal alleen genoemd omdat hij in zo'n mooi rond jaartal plaatshad - het belang ervan en zelfs de geografische plaatsing hoefde niet vermeld te worden. Afrekenen met 1600 was het motto zo'n 35 jaar geleden, en mij dunkt dat dit grondig is gedaan. De kinderen hoeven niet meer op school gevangen gehouden te worden om hen lastig te vallen met feitjes - mijnheer Plasterk mag uitleggen waarvoor dan eigenlijk wel.

Presentisme lijkt een filosofisch mogelijk valide beschouwingswijze - slechts op het eerste gezicht, waarin gesteld kan worden dat noch de toekomst noch het verleden (de vorige nanoseconde) niet bestaan. De eenvoudige weerlegging is dat wij (!) slechts kunnen spreken over het heden dankzij dit verleden - de taal waarin wij dit doen is tegelijk levende en gestolde geschiedenis (transcendentie van het heden naar de voorliggende tijd). Dit is slechts één weerlegging.

Het vaststellen van een canon is inderdaad een middel gebleken tot discussie. Maar zolang er zo goed als geen tijd voor uitgetrokken zal worden in het onderwijs is zelfs het discussieobject een slag in de lucht. Er zijn redenen of oorzaken waarom het hier en nu zo bij uitstek geliefd zijn in Nederland. Ik kom hier op terug.

Intermezzo

Waarom de PvdA niet lang meer de winnaarsrol kan spelen - de SP (soms houd ik bijna van die club, meestal niet) opent het bal al meteen, geen wittebroodsweken voor Balkenende IV over de lijken van Irak heen:

- De SP wil een een parlementair onderzoek naar de achtergronden van de politieke steun die Nederland gaf aan de oorlog tegen Irak in 2003. Jan Marijnissen dient donderdag 1 maart tijdens het debat over de regeringsverklaring daartoe een motie in. “Dit is een morele kwestie. Nederland heeft het recht om te weten hoe het zit. Dit heeft te maken met waarheidsvinding. En het zoeken naar de waarheid is iets wat het parlement moet doen” aldus Marijnissen.

Marijnissen wil een hoofdelijke stemming over de motie: “De PvdA was lang voor een onderzoek. Het zou ontluisterend zijn als ze nu allemáál tegen zijn.” In het regeerakkoord is niets afgesproken over een parlementair onderzoek. Donderdag zal de SP tevens een boekje uitgeven over de kwestie Irak ter onderbouwing van het verzoek om een parlementair onderzoek. Kamerlid Van Bommel heeft een reconstructie gemaakt van de politieke aanloop naar de inval in Irak. Het boekje is getiteld Onverantwoord goedgelovig of welbewust misleidend?

Dan gebruikt men een kanon


Wat hebben Vondel, Lodewijk Napoleon, Domela Nieuwenhuis, Colijn en Den Uyl gemeen? Ze worden niet de moeite waard geacht genoemd te worden in Kortweg Nederland - wat iedereen wíl weten over onze geschiedenis. Wel Troelstra, Drees, Kok en Fortuyn - toch ook partijgenoten, al was Pim natuurlijk afvallig (hetgeen hem fataal is geworden).
Het boekje nodigt uit tot discussie, want dat is goed voor "onze" geschiedenis. Ik weet niet zeker of het zinvol of interessant is een discussie aan te gaan met Jan Bank, Gijsbert van Es en Piet de Rooy - schrijvers van overwinnaarsgeschiedenis, zoals het hoort, vermoed ik. Maar hoe lang zal de Partij van de Arbeid van Wouter Bos nog winnaar in deze geschiedenis zijn?
Want laten we wel wezen: het achterwege laten van de eerste echte voorman van de Nederlandse arbeidersbeweging, het rechtse maar parlementaire alternatief voor het fascisme in Nederland en de premier van het meest linkse kabinet dat Nederland waarschijnlijk ooit meegemaakt zal hebben - kan dit toeval zijn, omissie omdat beknoptheid gewenst was? Is het weglaten van de eerste koning van de Nederlandse eenheidsstaat niet een kwezelachtige slijmpartij tegen het door de partij zo warm omhelsde Oranjehuis? Jan Bank - moet ik meer zeggen? Wordt de medeplichtigheid of beter hoofdschuld van de partij aan de zogeheten politionele acties vermeld? Nee natuurlijk - ruimtegebrek ongetwijfeld. Veelzeggend zinnetje, waarmee het grootste conflict van naoorlogs Nederland met een ander land wordt afgedaan, en een stuk koloniaal wanbeheer: "Amerikaanse druk is ook nodig om in 1962 het laatste stukje Indonesië, Nieuw-Guinea, af te staan." Als goede PvdA-gezinden slaan de heren diverse belangrijke stakingsgolven met ingrijpende gevolgen gewoon over, van 1903 tot 1973. De elite beeft in de jaren zestig voor opstandige jongeren, dat komen we wel aan de weet. De twee PvdA-hoogleraren zullen vooral ook zichzelf bedoeld hebben. Niet voor herhaling vatbaar, deze opstandigheid. De coöptatie binnen de elite heeft tenslotte plaatsgevonden.
De subjectloosheid van de kapitalistische maatschappij van heden wordt - onbewust waarschijnlijk - mooi geïllustreerd met de typering van het tijdvak 1950-2000: tijd van televisie en computer. Het lijkt mij dat we daar nog niet van af zijn, heren.

Is er een goede kant aan dit boekje, dat ten grondslag ligt aan de zogeheten canon van de Nederlandse geschiedenis? Er is maar één passend antwoord: schrijf meer geschiedenissen om te vertellen aan de open haard, of bij de centrale verwarming - zoals Han van der Horst met zijn Nederland. Ook een pg, maar dan een die buiten het warme circuit van de academie valt. Discussie bestaat uit schrijven of verhalen, en vooral het negeren van die canon - op welke gronden dan ook (zo blijk ik dan toch in te stemmen met zich orthodox wanende christenen).
Het boekje staat op het net, ik heb het gratis verworven bij een boekhandel die geen vertrouwen had in de toekomst van het werkje.

27 februari, 2007

Operatie Storm


In vier dagen wist het met wapens van en instructie door de VS versterkte leger van Kroatië de Servische Republiek Krajina onder de voet te lopen en Servenvrij te maken, in augustus 1995. Er wordt over deze Operatie Storm niet zoveel nagepraat - de slachtoffers waren Serviërs, en die moeten in post-Joegoslavië nu eenmaal de boeven zijn, niet slachtoffer. En zo is een verdrijving van tweehonderdduizend mensen in het hart van Europa een niet-gebeurtenis. Als er al over gesproken wordt, gebeurt dit in termen van 'herovering' door Kroatië van door de Serven bezet gebied. Het probleem is dan, dat er geen Kroati&eum; bestond voor het uitroepen van het al eeuwen door Serviërs bewoonde gebied van de republiek Krajina, en dat er dus ook niets te heroveren viel. Etnische zuivering, heette dat toen - als de Serven het deden.

Genocide? Nee - er zijn grootschaliger verdrijvingen geweest in Europa, in de twintigste eeuw. En die zullen nooit genocidaal genoemd worden, want het betreft verliezers: Krimtataren, Tsjetsjenen, Ingoesjeten en de Duitsers van het Sudetenland, Silezië, Oost-Pruisen enzomeer. En wat moeten we met de verdrijving van de Arabische Palestijnen of meer dan twee miljoen mensen uit Irak sinds de invasie, als verdrijving genocide is?
Een VN-Hof heeft "de Serviërs" nu vrijgepleit van genocide, hoezeer dit ook gesteld werd door moslims en Kroaten. Het is geen eer, maar wel een correctie op het steeds gepresenteerde verhaal van 1 schuldige tegen allerlei onschuldigen. En nu de waarheid over Kosovo nog even? (Zolang dit bezet is zal het er niet van komen).

Het land van Omar en Hafez groet u


Tijdens het bezoek van de tiran aan zijn vermeende kolonie is een aanslag mislukt. A penny for my thoughts.

Hier beelden van middle class Teheran, begeleid door een akoestische versie van Cat Stevens' Peace train. Morituri te salutant.
Op de foto: een beeld van Isfahan.

Gerard Zwarst


Het ogenblik nadert waarop de op valse beschuldiging vastzittende Gerard Zwarst voor voorwaardelijke vrijlating in aanmerking komt. Hij is beschuldigd en veroordeeld voor medeplichtigheid aan het doen verdwijnen van een meisje, meer dan twintig jaar geleden.
Het spreekt voor zich dat deze verdwijning en vermoede moord vreselijk zijn - het lot van de verdwenene, de onzekerheid van de nabestaanden. Maar wat heeft Gerard er mee te maken? In de Verenigde Staten is een veroordeling er maar al te vaak een op valse gronden, dankzij het belonen van het verlinken van deze of gene - maakt niet uit of deze er mee te maken heeft of niet.
Gerard heeft nu een geheel eigen site.
[Gerard is inmiddels tot voorganger beroepen. Hij is een van de Prayer warriors behind bars - die in het geheel niet op het net te vinden zijn! De foto is gemaakt ter gelegenheid van het voltooien van het Voyager-programma - hoewel hij er hier uitziet als een Jordaanzanger komt Gerard echt uit Rotterdam.]

26 februari, 2007

Aflopende zaak na twintig of meer eeuwen


Het VS-imperialisme weet te bereiken wat Perzen, Arabieren, Mongolen, Turken en zelfs de Britten niet voor elkaar hebben gekregen: het einde van het christendom in Mesopotamië.

Een persbericht van de Minority Rights Group:

Religious and ethnic minorities in Iraq are facing unprecedented levels of violence, and in some cases, risk being eradicated completely from their ancient homeland, according to a new report from Minority Rights Group International.

In a major survey of the plight of Iraq's minorities, the report finds that these groups - some of whom have lived in Iraq for over two millennia - are being targeted by Sunni, Shia and Kurdish groups as the battle for power and territory in Iraq intensifies.

The report titled Assimilation, Exodus, Eradication: Iraq's minority communities since 2003 outlines the precarious position of the country's minorities - Armenian and Chaldo-Assyrian Christians, Bahá'ís, Faili Kurds, Jews, Mandaeans, Palestinians, Shabaks, Turkomans and Yazidis - who make up ten per cent of Iraq's population.

According to Mark Lattimer, Director of MRG, 'Every day we hear news about the carnage in Iraq, yet the desperate situation of minority communities is barely reported. Subject to a barrage of attacks, kidnappings and threats from all sides, some communities which have lived in Iraq for two thousand years now face extinction.'

Religious communities are being targeted because of their faith. Christians are attacked often because they are believed to be associated with the West, while the Mandaean and Yazidi religions have been dubbed "impure" by Islamic extremists.

The flight of minority groups is immense - it is estimated that they make up a third of the 1.8m Iraqi refugees now seeking sanctuary across the globe.

But says Lattimer, 'Despite the fact that many Iraqi Christians fled because they were accused of association with the American or British forces, hardly any Iraqis have been offered refuge in the US or the UK.' MRG is calling on the international community, especially the UK and US, to share the refugee burden and not leave it to fall disproportionately on neighbouring states.

In oil-rich Kirkuk, minorities also find themselves under pressure, in advance of a 2007 referendum on whether Kirkuk should become part of Iraq's semi-autonomous Kurdish region.

Minority representatives report that they are being pressured to support Kurdish political parties or to state their identity as Kurdish, which will strengthen Kurdish claims to land.

Preti Taneja, author of the report says, 'MRG is calling on the international community and the Iraqi government to recognize the special vulnerability of the country's minorities. This should be the basic starting point, if Iraq's minority groups are to survive the current onslaught.'

Het rapport is hier te laden als pdf.

Van de Shabaks kan ik mij niet herinneren eerder gehoord te hebben.

23 februari, 2007

Wordt vervolgd (zeg dat wel)

JAKARTA continues to brutally repress peaceful dissent in Papua, the restive region in Indonesia's far east, an international report has found.

This is despite personal assurances given by President Susilo Bambang Yudhoyono to John Howard last year that 42 Papuan asylum-seekers in Australia had no case to make.
Activists are still being jailed under loosely worded treason laws for activities such as raising the Papuan flag - first formally flown by independence supporters in 1961 - and singing Papuan freedom songs, the report by New York-based Human Rights Watch claims.

The report calls for Indonesia to repeal the colonial-era laws that have made possible regular prosecutions against Papuan secessionists, and for close neighbours such as Australia to raise concerns over human rights abuses.

The 42-page document covers the cases of 18 Papuans known to be in jail for peacefully protesting against Indonesian oppression, and suggests that "given the closed nature of Papua, there are likely other cases of which we are not aware".

A Papua police spokesman yesterday angrily denied the claims, saying "we only have criminals in our jails".

A Justice Ministry spokesman, Ketut Sumawan, insisted the situation in Papua had improved in recent years.

"If there is anyone behaving in an anarchic fashion, the police will of course secure the situation but Papua looks to be safe now. There is no one trying to raise the (Morning Star) flag," Mr Sumawan said.

Papua was absorbed into Indonesia by a widely discredited 1969 referendum, after former colonial ruler The Netherlands finally relinquished its hold on the resources-rich region.

Founding Indonesian president Sukarno had made incorporation of Papua a policy cornerstone, and the wealth eventually generated by the province's vast gold and copper reserves largely underwrote Indonesia's development during his successor Suharto's regime.

But accusations of brutality remain a thorn in Jakarta's side, particularly since the loss of East Timor in 1999 and the recent peace deal in Aceh.

The tensions are magnified by the existence of a low-level armed insurgency, sometimes identified as being run by the Free Papua Organisation (OPM), although in reality the resistance to central rule is spread far more broadly across the clannish Melanesian society than just one group.

The Human Rights Watch report, entitled Protest and Punishment: Political Prisoners in Papua, details the recent arrests and trials of several men it says the court system was unable to prove had any link with violent or secessionist activities.

"Often Papuans not involved in the armed insurgency are caught up in anti-separatist sweeps or arrested as trouble-makers for expressing their political views," the report claims.

It cites in detail the cases of Filep Karma, 45, and Yusak Pakage, 26, arrested after a demonstration and flag-raising in 2004 at Cendrawasih University in the Papuan capital, Jayapura. The demonstration was to commemorate the December 1, 1961, raising of the Morning Star in Jayapura but was not, the defence argued, intended to agitate for independence.

The defence also argued that Karma had in fact tried to settle tensions between police and demonstrators as tempers rose during the incident.

Karma and Pakage were sentenced in 2005 to 15 and 10 years' jail respectively, despite prosecutors asking for only five-year penalties under the treason law provisions.

During their trial, the report notes, the Jayapura Legal Aid office received a severed dog's head, attached to which was a note naming the men's lawyers and signed "the people of the Unitary Republic of Indonesia". (Rupert Murdoch's Australian, 21 februari).

22 februari, 2007

Intelligent ontwerp in actie


Begin van een AP-bericht:
"A Jewish organization is demanding an apology from a Georgia legislator after a memo using his name claims that evolution was a myth propagated by an ancient Jewish sect.

The Anti-Defamation League sent a letter to state Rep. Ben Bridges Thursday chastising him for penning the "highly offensive" memo, which attributes the Big Bang theory to writings in the Kabbalah, a Jewish text."

De afgebeelde persoon is de tweede belangrijke wetgever van Texas, zekere Chisum. Hij heeft in zijn staat folders uitgedeeld, namens deze Bridges, die verwijzen naar een website waarin gesteld wordt dat de evolutietheorie een joods comlpot is en dat de aarde het middelpunt van het heelal is. Nee, ik ga er niet naar verwijzen.

Het machtigste land ter wereld wordt bestuurd door stompzinnige halvegaren - of is dit een tautologie?

Prijswinnend antwoord op degenen die de evolutietheorie als joods complot zien:
"Goed, je hebt mij overtuigd. Vanaf nu laten we ze de eerste twee hoofdstukken van Genesis lezen."

21 februari, 2007

Niet Belgisch

Een aardige site, initiatief van Dave Andrews, schrijver van Christi-anarchy.

20 februari, 2007

Revanche uit Parijs en Soesterberg

Het zou een vleiende gedachte zijn: leest men bij de Presses Universitaires de France de AS? Het is niet onmogelijk, maar wel onwaarschijnlijk. In ieder geval heeft men in de reeks Que sais-je? afstand genomen van het twee jaar geleden in het Nederlands vertaalde prul van Arvon en een nieuw deeltje uitgebracht: L'anarchisme en Europe, door Gaetano Manfredonia. De schrijver heeft zijn sporen verdiend met het bestuderen van het ("Latijnse") anarchisme. Reden om opgelucht adem te halen - PUF en ik zijn weer vriendjes!
Natuurlijk is het gemakkelijk de gebreken van zo'n boekje vast te stellen. De kleine landen worden slechts in een terloopse zin afgehandeld, en dat heeft Nederland bijvoorbeeld niet verdiend. Domela wordt zelfs niet genoemd, laat staan anderen! - wel Cornelissen, maar wat wil je - die hoort bij de Franse traditie. Vanuit Frans standpunt is het vrijwel negeren van (Franstalig) Zwitserland toch ook merkwaardig. Maar genoeg gekniesd - dit is een goede globale inleiding op wat de titel belooft. En ook voor ingewijden valt er nog uit te leren. Manfredonia neemt ten aanzien van de geschiedenis en actualiteit van het anarchisme een geheel ander standpunt in dan Arvon: het was met de Eerste Wereldorlog niet afgelopen (Arvon beschouwde "Spanje" als een merkwaardig ongelukje - een prul, zoals ik al zei). Het anarchisme heeft zijn "tocht door de woestijn" gemaakt in de jaren veertig en vijftig, is herrezen (Provo, Mei '68) en heeft als enig overgebleven, niet gecompromitteerde socialistische stroming de toekomst, vooral in Oost-Europa. Het kan blijven bestaan, omdat het in het kapitalisme niet oplosbare kwesties aan de orde stelt. Het moet wel aan herbezinning doen - zonder het anarcho-syndicalisme helemaal als afgedaan te beschouwen lijkt Manfredonia meer te zien in het libertair municipalisme. Hoe dan ook, met deze diagnose kan ik ook van harte instemmen. Omdat nog maar weinigen in Nederland Frans lezen zou dit snel vertaald moeten worden - en mag dan mag Bert Altena's nawoord bij Arvon er bij, zodat we een fatsoenlijke inleiding hebben? Dank u wel.

In alle verwarring zijn we het koninklijke huwelijk alweer bijna vergeten. Kort voor zijn trouwen moet de kroonprins bekendgemaakt hebben dat hij, als koning, Willem IV wil gaan heten. Reden voor uitgeverij Aspekt om nieuwe ster aan het sociaal-historische firmament Dennis Bos te vragen Koning Gorilla uit de kooi te halen en in te leiden. Naast de facsimile herdruk is er een gemoderniseerde versie bij, waarbij sommige destijds kiesheidshalve weggelaten namen wel ingevuld zijn. Ruim een eeuw geleden waren het de hoge heren die zich met schandelijke dingen bezighielden, en de werklieden keken er met een mengsel van afschuw en wellust naar. Misschien kijken "gewone mensen" nu alleen maar naar de rotzooi van SBS en V8, en moeten ze nog steeds niets van malligheid hebben, maar ik zou daar geen weddenschap op aandurven. Raar eigenlijk dat de socialisten (anarchisten) succes hadden met moralistische praatjes tegen de koning, in plaats van met een ferm principieel-republikeins (anti-etatistisch) betoog. Enfin, de overgrootvader van Beatrix staat te kijk en een moeilijk vindbare tekst is - terdege ingeleid - weer beschikbaar. Waar zo'n huwelijk toch weer goed voor is (een vorige herdruk dateert uit de tijd van het voorlaatste kroonprinselijke huwelijk). [2002]

- Gaetano Manfredonia, L'anarchisme en Europe. Que sais-je? vol. 3613. Paris: Presses Universitaires de France. 127 p., ca. €7,50.
[S. Roorda van Eysinga], Willem III - koning Gorilla. Ingeleid door Dennis Bos. Soesterberg: Aspekt. 128 p.

Het onsterfelijke hooggebergte van Nederland

Nederland is vol - vluchtelingen kregen het al in de jaren dertig te horen, en daar is niets aan veranderd; het werd zozeer als een juiste uitspraak gezien, dat er volop geëmigreerd diende te worden, in de jaren vijftig en zestig - precies de decennia toen er evenveel, neen meer "repatrianten" uit voormalig Nederlands Indië kwamen, en "gastarbeiders". En nu, sinds wannneer is niet precies na te gaan, geldt het als een uitspraak die je mag doen, nadat dit land ontelbare jaren onder een linkse dictatuur gezucht heeft waarin je deze opmerkelijke mening niet mocht zeggen. Nederland is vol - en ja, al stem je niet in met hoi polloi, wat plaatsen met meer rust en stilte, of wat meer plaatsen met deze zo schaarse niet-goederen - het zou wel schelen.

Architect Rem Koolhaas heeft een aantal ontwerpen gemaakt voor de volledig gemaakte stad in dit toch al geheel door mensenhanden gemaakte land. "Er is geen natuur in Nederland die ouder is dan het oudste gebouw in de omgeving," zegt Piet de Rooy in Republiek van rivaliteiten, en na enig nadenken moet ik toegeven dat hij gelijk heeft. Ook, nee, vooral de "wilde natuur" wordt gemaakt in dit land - met shovels en graafmachines - kalm aan en rap een beeetje... Waarom dan niet de inrichting van stedelijk Nederland volgens elders gangbare concepten aangepakt? Als je de bebouwingsdichtheid van Manhattan als norm neemt, is de gehele Nederlandse bevolking te huisvesten in Zuidstad (Zuid-Limburg) of Puntstad (het plotseling zo gekoesterde Groene Hart). Een strook van nog geen twee kilometer breed aan de zuidelijke grens kan ook: Grensstad. Met een bebouwing volgens de normen van de metropool Los Angeles zou Grensstad een stuk groter (en extensiever bebouwd) worden, maar ten noorden van pakweg de lijn Veere-Venlo zou het land woest en ledig kunnen zijn. Ik moet even slikken, denkende aan mooie rustige plaatsen in Limburg en Zeeuws-Vlaanderen - maar er staan grotere belangen op het spel. Trouwens, Manhattan is de spannendste stad ter wereld, en hoe vol is Los Angeles?

Ik moet even de voorgaande regel overdenken, Manhattan genoemd hebbend. Tot voor kort konden wij ons driehonderd meter hoge gebouwen voorstellen als houdbare constructies. De utopie van Zuidstad en de varianten moeten er aan voorbijgaan dat er mensen zijn die zulke gebouwen vooral zien als iets waar je aan een snelheid van 700 km per uur op invliegt. Ach, de utopie... En laten we er even aan voorbijgaan dat de economische activiteiten in en om bijvoorbeeld Rotterdam, "de grote werkstad", wel degelijk aan die plaats gebonden zijn. Ik vrees dat men in Zuidstad vooral bezig is met communicatiemanagement en niet te vergeten managementcommunicatie. Goed - gaandeweg wordt Nederland geheel geconcentreerd in Zuidstad of Grensstad. Wat gebeurt er met de rest?

Er is natuur in Nederland die groter is dan een krant, die zo vanzelfsprekend is dat we haar niet als natuur her- of erkennen, en toch is zij het juist die maakt dat het land nooit "vol" is. Midden in de stad zie ik haar soms op doorkijkjes aan grachten, op bredere straten. Aan de ringvaarten, aan het IJ ontvouwt ze zich, de belofte van de overweldigende leegte. Vooral ook met de duinen in de rug, kijkend naar geest- en poldergrond. Bij het vallen van de avond dient ze zich aan in de vorm van mistflarden, waarin koeien lijken te zweven, waar je zelf doorheen kunt lopen. In de ochtendschemering is het het equivalent van het regenwoud of het hooggebergte, het drama van het Nederlandse landschap. Je kunt vee horen loeien of blaten, vogels zingen het hoogste lied, misschien passeert zelfs een mens, maar de mist aan weerszijden van het pad belet elk zicht. De leegte van Nederland is (vooruit, grotendeels) niet door mensen gemaakt: de wolken, liefst de als plukken watten voortdrijvende stapelwolken boven plat land. De onsterfelijken van Nederland, noemt Arjen Mulder het in Amor vacui - virtueel Nederland, een fantasia naar aanleiding van de Koolhaas-steden. Watervlakken en waterdamp zijn de onsterfelijken. De magisch aandoende evocatie van wat iedereen niettemin herkent, je hoeft niet in Nederland geboren te zijn - Ruisdael of Vermeers Gezicht op Delft getuigen er van - besluit de beschouwing. Op een manier dat je je afvraagt of het plan-Koolhaas ook echt moet worden uitgevoerd.

Arjen Mulder stelt dan ook voor het als het ware organisch te laten groeien: echte nieuwe ontwikkelingen worden alleen nog in Zuidstad gepland, maar daarbuiten wordt gerecycleerd voor en door een vanzelf vergrijzende bevolking. Alleen al daarom zal de economische activiteit geconcentreerd raken in Zuidstad. Met of zonder hulp, en tenslotte zonder herstel van wat in verval raakt wordt de rest van Nederland moeras met de daarbij behorende climaxvegetatie van loofwoud. Wolven verschijnen aan de IJssel, elanden lopen rond in Drenthe. Op allerlei plaatsen in het veld is het zeker 's nachts niet pluis: bizarre rituelen, rovers op pad. Er wordt gefluisterd over nomadische stammen die in tenten rondtrekken. Amsterdam kent een vossenplaag. De lynx introduceert zich zelf terug op de Veluwe.
Bijverschijnselen van het niets dat we willen en wat dat niets voortbrengt. "Moderniserende" ontwerpers komen altijd met verwijten dat de mensen nostalgisch zijn, dat ze terugkijken naar wat er geweest is. Onzin, zegt Mulder terecht; zij kijken vooruit naar wat moet komen, naar een toekomst die nog moet aanbreken. "Nederlanders kijken niet naar hun smalle streepje vlakke bodem en wat daarop is neergezet, maar naar de gigantische hemel erboven. Naar het niets dat uiteindelijk altijd sterker is".

De utopie van de stad van het niets, en het niets van de stad van de toekomst. En als het er niet van komt kunnen wij ons in zogenaamd vol Nederland troosten met de wijze woorden van Hans Warren: het paradijs is altijd maar een paar kilometer van huis verwijderd.

Christen-anarchisme: zo oud dat het nieuw lijkt

1. Een paradoxale combinatie

Vertogen over het anarchisme moeten in het algemeen beginnen met een uitleg van de betekenis van het woord. Er moet duidelijk gemaakt worden dat "anarchisme" niet een streven naar de grootst mogelijke chaos of geweld van allen tegen allen is. Anarchisme is het streven naar anarchie. Dit woord komt al bij Herodotus voor en duidt bij hem het ontbreken van een bevelhebber aan; de betekenis van "chaos, wanorde" is hier al in het klassieke Grieks bijgekomen. In de tijd van de opkomende arbeidersbeweging, de eerste helft van de negentiende eeuw, wordt er een positieve betekenis aan gegeven, onder andere (misschien voor het eerst door) Proudhon. Deze nieuwe betekenis verwijst naar het ontbreken van opgelegd gezag, en bij uitstek het afwijzen van de staatsmacht. Anarchie in de positieve zin is het best te omschrijven als een combinatie van vrijheid en gemeenschappeljk bezit van de productiemiddelen, kortweg socialisme of communisme genoemd - woorden die niemand buiten de context vaan het anarchisme nog met "vrijheid" in verband brengt. Als het woord "communisme" hier verder valt dient men te beseffen dat het in zijn oude, positieve betekenis wordt gebruikt.
De beste en kortste omschrijving van "vrijheid" lijkt mij, zeker gelet op het onderwerp, die van de Nederlandse filosoof Beerling: vrijheid is transcendentale openheid. Het bovenwereldlijke ligt op alle mogelijke wijzen in deze omschrijving besloten. De socialistische arbeidersbeweging bracht meestal atheïsme, althans het afwijzen van georganiseerde religie met zich mee, en het anarchisme wordt nog meer vereenzelvigd met de opstand tegen boven- of buitenmenselijke machten: "Als God bestond moest hij afgeschaft worden," luidt een veelgebruikt citaat van Bakoenin, "noch God, noch meester" is een andere bekende anarchistische leuze.
"Christen-anarchisme" klinkt als een paradox. Men kan het streven naar anarchie zelf als religieus interpreteren - vooral in Spanje, het land waar de anarchisten het dichtst bij de macht (weer een paradox) zijn gekomen, had het anarchisme sterk eschatologische trekken. Maar een uitdrukkelijk godsdienstig anarchisme doet ook veel anarchisten aan als een innerlijke tegenstrijdigheid. Toch komt in het laatste kwart van de negentiende eeuw een stroming naar voren die zich zo noemt, en die zeker in Nederland haar sporen heeft achtergelaten. De term wordt voorzover ik weet voor het eerst gebruikt door de Duitse filosoof Eugen Heinrich Schmitt, die met dit woord het gedachtengoed van Leo Tolstoy aanduidt. Hij heeft ook een boek geschreven over Tolstoy onder de titel "Christlicher Anarchismus". De schrijver van Oorlog en vrede en Anna Karenina maakt omstreekst zijn vijftigste een geestelijke crisis door, die in zijn Biecht tot uiting komt. Beïnvloed door Thoreau, die passief verzet tegen de staatsmacht bepleitte, en door secteachtige stromingen naast de Russisch-Orthodoxe Kerk, die in zijn ogen het ware christendom vertegenwoordigden, komt Tolstoy tot zijn eigen interpretatie van het christendom. De Molokanen (melkdrinkers) zijn vegetariërs uit christelijke overtuiging, de Doechoboren (geestelijke ijveraars) wijzen alle wapengeweld af. Tolstoy zou zich persoonlijk bezighouden met het lot van deze laatste, vervolgde groep, die mede door zijn inzet nog voortbestaat.
De bergrede, en vooral de oproep tot weerloosheid tegen de boze, acht hij de kern van het christendom, waaromheen door kerken en wat men noemt wereldlijke machthebbers allerlei goddeloze bouwsels zijn opgetrokken, die afleiden van deze boodschap, nee, deze geheel ontkennen. De oproep van Tolstoy en het nieuws over de vervolging van de Doechoboren vindt weerklank in veel landen. In Engeland en Rusland organiseren zich mensen die zich uitdrukkelijk "tolstoyanen" noemen. De Engelse traditie van toltoyanisme staat betrekkelijk los van de andere, en heeft haar eigen invloeden nagelaten - men denke maar aan het ontwerp van de tuinstad als combinatie van industrie, handel en landbouw, een concrete utopie van christen-anarchist Ebenezer Howard (To-morrow). In Zwitserland, Hongarije, Bulgarije en Nederland komen organisaties op, waarvan het belang de soms geringe omvang ver te boven gaat. De Bulgaarse beweging moet zeer groot geweest zijn, het stalinistische regime heeft in zijn begintijd speciale gevangenkampen ingericht voor deze principiële pacifistische socialisten.

2. Christen-anarchisme in Nederland

In Nederland wordt de boodschap van Tolstoy met open armen ontvangen door (aankomende) predikanten, hervormde theologen van de moderne richting, die in hun gemeenten de armoede en onrechtvaardigheid uit eigen waarneming hadden leren kennen. Het Nederlandse christen-anarchisme is in hoge mate een aangelegenheid van predikanten of theologen geweest: Louis A. Bähler, Anne de Koe, S.C. Kijlstra, J. Sevenster, Lod. van Mierop en anderen die soms maar korte tijd in deze beweging bleven (Henri van den Bergh van Eysinga, N.J.C. Schermerhorn). Doordat het beklemtonen van gelijke rechten van man en vrouw, nu en niet voor de toekomst, een van de opmerkelijke punten van de beweging was, treden er ook veel vrouwen in deze kring naar voren: Titia van der Tuuk, Margaretha Meijboom, Marie Jungius, Truus Mulder. De onderwijzer-volksschrijver Cor Bruijn is gevormd door het christen-anarchisme. De Amsterdamse hoogleraar in de weefselkunde Jac. van Rees was inspirator en geldschieter, en waarschijnlijk de belangrijkste schrijver en daarmee in hoge mate "het gezicht" van het Nederlandse christen-anarchisme tot op heden is de waterstaatkundig ingenieur Felix Ortt. Van de arbeiders die het christen-anarchisme heeft aangetrokken, en dat waren er niet veel, kan de Rotterdamse, joodse havenarbeider S. van den Berg (schrijvend onder de schuilnaam Jan Boezeroen) als belangrijkste en opmerkelijkste genoemd worden. En dan waren er degenen die voldeden aan de oproep tot weerloosheid en geweldloos verzet tegen de staat in de vorm van individuele dienstweigering, van wie J.K. van der Veer de eerste was, waarschijnlijk de enige die in Nederland met recht tolstoyaan genoemd kan worden.
De term was nieuw, maar het streven, hebben de christen-anarchisten van begin af aan beklemtoond, is zo oud als het christendom zelf. De eerste gemeente in Jeruzalem was weerloos en leefde communistisch. Door de geschiedenis van het christendom heen vormen de gelijkgezinden een rode draad - of zij verketterd werden door de officiële kerken of niet. De oorspronkelijke kloostergemeenschappen in oost en west kunnen genoemd worden, van de Kerkvaders: Tertullianus en Johannes Chrysostomus, hervormers die geen kerkgenootschap gesticht hebben, zoals Franck, verder: Waldenzen, pacifistische Wederdopers, Levellers en Diggers, Labadisten, de Collegianten, de Society of Friends (Quakers), uit recentere tijden de Christelijke Broedergemeente in Nederland, de Noordamerikaanse Shakers (United society of Believers in Christ's Second Appearing) en de Russische Doechoboren - allen en veel meer worden regelmatig als voorlopers en geestverwanten genoemd.
Dat christen-anarchisten zich beriepen (en beroepen) op rijke tradities in de geschiedenis van het christendom mag gerechtvaardigd heten. Het valt op dat de terugkeer naar het ware christendom ongeveer zo oud is als het christendom zelf. Van het oorspronkelijke communisme van de eerste christengemeente was al lang niets meer over toen keizer Constantijn nota bene om een oorlog te winnen zich bekeerde tot het christendom (315), en met het uitroepen van het christendom tot staatsgodsdienst door Theodosius is de zondeval van het christendom definitief voltrokken. Het christendom waar het christen-anarchisme zich op beroept, is de als oorspronkelijk geziene opdracht, en heeft weinig of niets gemeen met wat men "het reëel bestaande christendom" kan noemen. Zij het dan weer, dat veel individuele gestalten in en om de kerken wel steeds als het kwade geweten gefungeerd hebben en fungeren, en (vaak achteraf) als zodanig herkend en erkend worden.
Bij het Nederlandse christen-anarchisme behoort naast het oorspronkelijke, "ware" christendom het evenzeer beklemtonen van hieraan gelijkwaardig geachte waarden in andere godsdiensten: in de geest van Schopenhauer en Tolstoy wordt in de eerste plaats het boeddhisme geïdealiseerd. Daarnaast wordt de monotheïstische stroming van het hindoeïsme veel genoemd, en het taoïsme, dat Felix Ortt superieur acht aan het christendom. Enkele christen-anarchisten hebben enige tijd doorgebracht in theosofische kringen, wat soms in hun geschriften doorklinkt (speciaal Ortt en Bähler). De verbinding met de Nederlandse Hervormde Kerk, waar verscheidene predikanten mee verbonden blijven, en het overtuigende beroep op de geschiedenis van strevers naar oorspronkelijk christendom maakt dat de (Nederlandse) christen-anarchisten zeker niet als petite religion kunnen worden aangemerkt.
In 1897 verschijnt van de hand van Felix Ortt het boek Christelijk anarchisme (overigens al snel herdrukt onder de titel Het beginsel der liefde), waarmee de term voor Nederland geïntroduceerd en verklaard is. Rond het christen-anarchistische blad Vrede wordt de vereniging Internationale Broederschap opgericht. Het belangrijkste doel van de vereniging is het oprichten van kolonies, die een voorbeeld moesten vormen van communistisch samenleven in de geest van Christus. De eerste en meest spraakmakende kolonie, die te Blaricum, opgericht in 1899, waar alle voorlieden van de beweging in verbleven hebben, is een spreekwoordelijke ramp geworden. In de eerste plaats intern: van degenen die gewend waren met hun handen te werken kon blijkbaar niemand aan de strenge eisen van het christen-anarchisme voldoen. Extern, doordat de kolonie al snel als opvangplaats ging dienen waar bepaald niet geestverwante mensen gebruik, en dus al gauw misbruik maakten van de gastvrijheid; en vooral doordat de bevolking van de omliggende dorpen die rare stadse vegetariërs ("graseters") en reformkledingdragers ("Nakend op de fiets" zaten ze, dat wil zeggen, zonder hoed, of misschien zelfs zonder sokken..) niet accepteerde. In de nasleep van Nederlands enige echte revolutionaire woeling, de stakingen van 1903, waar de kolonie steun aan verleende, werd de Blaricumse kolonie door het dronken gepeupel bestormd en gedeeltelijk in brand gestoken. De weerloze pacifisten moesten door de Militaire Politie beschermd worden. De kwestie of en zo ja hoe men zich verder moest verdedigen bracht het vertrek van de redactie en drukkers van Vrede met zich mee, en daarmee het einde van de kolonie van Blaricum als christen-anarchistische onderneming.
De spectaculaire mislukking van de kolonie in Blaricum, die in haar tijd het voorbeeld voor de ware geest van het christen-anarchisme moest zijn, leidt gemakkelijk af van de invloed die het christen-anarchisme op een andere, blijvende manier heeft gehad in Nederland. In de eerste plaats het propageren en ondersteunen van de weigering aan de militaire dienstplicht te voldoen. In 1915 nemen christen-anarchistische predikanten het initiatief tot het Dienstweigermanifest, waarin tegen de mobilisatie wordt ingegaan doordat de individuele dienstweigering er een goed middel tegen het kwaad van de oorlog genoemd werd. Aanpassingen in de tekst leidden tot brede ondersteuning van andere stromingen ter linkerzijde.
De pacifistische stroming, en zeker de (hervormde) kerkelijke vredesbeweging, zou er zonder het Nederlandse christen-anarchisme beslist anders uitgezien hebben.
Verdere thema's waarin de Nederlandse christen-anarchisten een grote, zoniet de belangrijkste rol speelden, waren het bepleiten van vegetarisme, het bestrijden van de vivisectie (en in het verlengde hiervan de Dierenbescherming in het algemeen), de drankbestrijding en het bepleiten van seksuele voorlichting die overigens beslist tot zelftucht diende aan te sporen. De eerste homoseksuele "voorlichtingsbrochure" in Nederland is geschreven door J.H. François, die zich "aan de rand" van de beweging bevond. De strijd tegen bedwelmende middelen, tabak en alcohol voorop, het oprichten van enkele ("humanitaire") scholen naar de christen-anarchistische beginselen en het bepleiten van de natuurgeneeswijze completeren het beeld wellicht.
Met al het bovengenoemde heeft Felix Ortt (1866-1959) zich in een lang werkzaam leven beziggehouden. Daarnaast heeft hij een filosofisch-theologisch stelsel ontwikkeld van spinozistische snit, het pneumat-energetisch monisme, dat positief ontvangen werd maar geen school heeft gemaakt. Als rationalistisch natuurwetenschapsman heeft hij onder andere de relativiteitstheorie van Einstein voor een groot publiek toegankelijk gemaakt. Rationalistisch betekent - het zij ten overvloede gezegd - niet hetzelfde als materialistisch. Ortt heeft zich uitgebreid bezig gehouden met de parapsychologie, waarbij zijn rationalisme hem in zoverre in de steek liet dat hij verklaringen van beroemde geleerden accepteerde om de eenvoudige reden dat ze beroemde geleerden waren. Als waterstaatkundig ingenieur ontwikkelde hij het systeem waarmee getijden ("waterstanden") voor de Nederlandse kust voorspeld werden, een systeem dat tot 1985 in gebruik is gebleven. Hij verlaat Rijkswaterstaat in 1899, omdat deze dienst betrokken is bij oorlogsvoorbereiding, waarbij hij tevens afstand doet van zijn adellijke titel. Met deze korte onvolledige schets lijkt mij in ieder duidelijk dat de blijvende invloed van de christen-anarchisten hun kleine aantal verre te boven gaat.


3. Een rooms-katholieke variant
Het christen-anarchisme, zoals dit in Nederland na 1890 opkomt, wordt na de Eerste Wereldoorlog voortgezet in het religieus anarchisme. Voor de lotgevallen van de organisaties, bladen en personen is in dit bestek geen ruimte. Bart de Ligt, voorman van de vredesbeweging en indirect grondlegger van de polemologie; Kees Boeke, pedagoog (de "Werkplaats" in Bilthoven, waar het Nederlandse staatshoofd op school heeft gezeten...), ontwikkelaar van de democratische bedrijfsorganisatie die men "sociocratie" noemt; A.R. de Jong, die tientallen jaren de Open Religieuse Gemeenschap in stand heeft gehouden, en nog meer namen kunnen in dit verband genoemd worden. De generatie die het religieus anarchisme in de jaren dertig gedragen heeft - de beweging heeft oorlog en bezetting niet als beweging overleefd - was nog niet uitgestorven toen in Nederland een nieuw christen-anarchisme verscheen: het radicale verzet tegen wapenhandel, met als bekendste actievoerder de voormalige aalmoezenier Kees Koning ("de bijltjesman"). Het vernielen van wapentuig zou door de eerder genoemde christen-anarchisten als gewelddadig zijn afgewezen. Nieuw was ook dat deze opleving nu eens uit (rooms-)katholieke kringen voortkwam.
Deze onthekkingsbeweging, de De-fence Movement, is genspireerd door Amerikaanse radicale priesters, van wie de gebroeders Philip en Daniel Berrigan de bekendste zijn. De beweging komt voort uit kringen rond het blad Catholic Worker, opgericht in 1932 door de immigrant uit Frankrijk Peter Maurin en de bekeerlinge Dorothy Day. Waren de eerder genoemde recente christen-anarchisten geestelijke nazaten van Hervorming of oosterse orthodoxie, de Catholic Worker Movement is een volsrekt autonome "roomse" anarchistische beweging. Autonoom binnen of naast de kerk, en binnen het palet van (christen-)anarchisten. Peter Maurin, de theoreticus van de beweging, beriep zich op anarchisten als Kropotkin en Proudhon; op pauselijke encyclieken die de katholieke sociale leer ontwikkelden; op het Franse personalisme van onder anderen Jacques Maritain; op het Engelse distributisme van Hilaire Belloc en G.K. Chesterton. Naast steun aan arbeidersbewegingen in opkomst (in de Verenigde Staten een apart probleem) en demonstraties tegen wapenhandel en -fabricage zette de Catholic Worker Movement opvanghuizen voor armen op, Houses of Hospitality, waar geen vragen worden gesteld en - in benedictijnse traditie - gasten worden gevoed en gehuisvest. De huizen moeten in de gedachtengang van Peter Maurin naast opvang ook scholing tot ambacht en een gelegenheid tot werken voor werklozen zijn. Hij noemde de beweging Green Revolution, omdat de praktijk ontleend zou zijn aan het Ierse vroegmiddeleeuse monnikendom.
Deze katholieke beweging manifesteerde zich voor het eerst in 1988 in Nederland, indirect via de onthekkers, direct door het oprichten van een eerste House of Hospitality in Nederland, het Jeannette Noëlhuis in de Bijlmer. Net als de andere christen-anarchistische bewegingen stelt de Catholic Worker Movement zich geen ver aards doel ("wacht maar, tot na de revolutie!"), maar een transcendering van ongewenste toestanden door activiteiten in het heden. Aan het Godsrijk op aarde kan door mensen gewerkt worden, maar slechts tot op zekere hoogte, en men kan zich maar beter instellen op een lange "strijd". Het christen-anarchisme is zo oud, stelt Maurin, dat het nieuw lijkt.
In het bovenstaande zijn de Franse theoloog/socioloog/jurist Jacques Ellul, en de Amerikaanse protestantse christen-anarchisten niet genoemd - en al helemaal niet Sören Kierkegaard, de gebroeders Blumhardt, de grote theoloog Karl Barth, die allen aardse machten afwijzen en een anarchistische inslag is toegedicht - maar moest ik de gehele geschiedenis van het christen-anarchisme vertellen, ik schat dat dan de gehele geschiedenis van het christendom niet genoeg zou zijn.

Tolstoj negeren

"We kunnen het ons eenvoudigweg niet veroorloven de boodschap van Tolstoj te blijven negeren."
Mooi artikel over Tolstojs anarchisme online.

Koloniaal avontuur


Op Antiwar schrijft Ann Berg de treffendste schets van wat de VS aan het doen zijn in Irak: een koloniale onderneming, gedoemd tot mislukken. Gezien haar biootje al helemaal een opmerkelijk stuk. Hier een verhaal over de ongelooflijke hoeveelheid bases die de Verenigde Staten over de gehele wereld hebben - waarvoor?
Wonderlijk genoeg weet China de nodige grondstoffen te halen zonder kanonnen of bombardementsvliegtuigen, maar in de vorm van verdragen: hier ligt de toekomst. Of de VS in de race naar zijn eigen ondergang te stuiten is lijkt mij alhaast geen relevante vraag meer.

19 februari, 2007

Een dichte wolk van leugenachtig plagiaat

Een zeer nette weerlegging van het geklets van een neoconideoloog, die evenals zijn voorbeeld Dershowitz van overschrijven houdt. Dershowitz heeft voor zijn boek ter verdediging van Israel (met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig) Joan Peters uitgebreid overgeschreven.
Peters wist te melden dat er duizenden trekarbeiders naar Palestina waren gegaan in de vooroorlogse tijd, en dat er dus helemaal niet zoveel echte Arabische Palestijnen waren (prachtige redenering: immigranten en hun nazaten hebben geen verblijfsrecht - maar dat geldt dan natuurlijk weer niet voor Israel, of de Verenigde Staten). [Het ging om enkele duizenden trekarbeiders die zich terecht niets van de door de kolonialen getrokken grenzen hoefden aan te trekken].
Noam Chomsky meende dat deze Peters (wie?) misschien wel "een geheime dienst" was. Maar hier lezen we dan weer dat zij adviseur Midden-Oosten van... president Jimmy Carter is geweest. Dezelfde Carter, die nu door de usual suspects voor antisemiet wordt uitgemaakt, omdat hij zijn boek de ondertitel Peace or Apartheid heeft durven geven.
Ik hoef er niets om te verwedden of deze Hans Jansen zich stil zal houden na zijn ontmaskering. Als hij en zijn medestanders enig schaamtegevoel hadden, hadden we mogelijk nooit van hen gehoord.

Ch...charly.... nog steeds...


"Verliezen de libertijnen in Nederland terrein? De kersverse fractieleider van de ChristenUnie, Arie Slob, denkt van wel. Hij constateerde deze week dat veel christenen in Nederland de deelname van zijn partij aan het kabinet als een bevrijding ervaren. Kregen ze de laatste decennia steeds meer het idee dat ze hun geloof aan de kapstok moesten hangen als ze naar buiten gingen, nu hebben ze het gevoel dat ze meetellen."
Nederlands Dagblad, 17 februari 2007. Voor de zekerheid: ik volg deze krant al jaren, in tegenstelling tot Wim de Bie, ik ben er tenslotte zelf door geïnterviewd.

Christenen... Er was een tijd dat we trouw Songs of praise keken - achteraf weet ik niet meer waarom, de Ander zei eens: we zijn eigenlijk wel ver heen hiermee. Ach, er wordt echt wel eens mooi gezongen...
Maar het is ook het programma bij uitstek waarin je hijgerige mensen hoort zeggen dat zij... christen zijn. Niet doopsgezind, vrijgemaakt-gereformeerd, anglicaans, zevendedagadventist... nee, christen. Zij hebben het licht gezien na aan drank, drugs en slechte vrouwen (mannen) geweest te zijn, en nu zijn ze christen.
In de praktijk gaat het om mensen die zich beter weten dan alle anderen die misschien zeggen dat ze zevendedagsadventist, remonstrant, doopsgezind, servisch-orthodox, rooms-katholiek of helemaal niets of atheïst zijn. Bescheidenheid is hun vreemd. Zij zijn christen. Geïmpliceerd is: die anderen niet.

Dit griezelige volk heeft in de ChristenUnie blijkbaar zijn stem gekregen met het kabinet-Balkenende IV. De nieuwe fractieleider zegt het zelf. Er is al enig gemopper te horen geweest vanuit CDA-kring, waar iemand zich herinnerde waar de C in de naam voor stond. Er staat ons allen nog heel wat te wachten.

[Afbeelding: Anúna, die ook eens opgetreden hebben in Songs of praise, waarom ik dit programma veel vergeef. Luister hier.]

Woord van de week....

Een citaat dat ik tegenkwam op het net en voor de juistheid waarvan ik niet kan instaan (het wordt niet in context gegeven), maar toch mooi:
"Chiunque abbia il potere per un minuto commette un crimine".
Wie ook maar voor een minuut de macht heeft begaat een misdaad. Toegeschreven aan Luigi Pintor, oprichter van Il Manifesto.

17 februari, 2007

Gewenste lading uit de VS



De Daily Telegraph zag hoop voor de Verenigde Staten, overal met een zuur gezicht bekeken, maar vereerd op Tanna, een eiland in de Vanuatu-archipel. Op 15 februari moet Jon (John) Frum terugkeren en alles goed maken op Tanna en in Vanuatu, in de koloniale tijd de Nieuwe Hebriden geheten. Dit jaar was het weer niet raak.
Literatuur: een stuk van Mircea Eliade (?) en hier.

16 februari, 2007

Plasterk rijkt uit


Wat moet ik nog toevoegen na dit hoogstandje van de VPRO-site ongewijzigd en dus uiteraard ongecorrigeerd overgenomen te hebben? Deze figuur is minister van onderwijs en wetenschappen in het kabinet-Balkenende IV. Hij kon weer even tijd missen van zijn Nobelprijswaardige (vindt hij zelf) onderzoek naar - daar blijf ik als alpha het antwoord op schuldig, evenals iedereen die hem zelden het Hubrecht Laboratrorium heeft zien betreden. Hij had het te druk met dit soort teksten.

"De Belgische Brabançonne ging gisterenavond in drie talen, Nederland is officieel tweetalig. Vorige week las ik in de krant over het HAVO eindexamen Fries. Een scholiere vertelde dat ze had getwijfeld of ze biologie als examenvak wilde doen, of Fries, en het was dat laatste geworden, want dat sprak ze toch al. Is het niet gek dat scholieren in Drenthe of Limburg of Den Haag, waar ik zelf vandaan kom, niet een serieus vak mogen laten vallen om wat door te pieteren in hun streekdialect, en in Friesland wel?

Foei, hoor ik ze brommen in Friesland, Fries is geen dialect! Ze krabben wat in hun ringbaardjes, smoren hun pijpkes, en kijken heel gewichtig: Fries, dat weet iedereen is meer verwant met het Noors en Deens dan met het Nederlands, een heel aparte taal!

Iedereen die wel eens geprobeerd heeft een stukje Fries te lezen weet dat dat feitelijk niet waar is. Ik kreeg onlangs een tijdschrift van de officiele Fryske Akademie van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Het periodiek heet "ut de smidte", uit de smidse. Als u nu net had gedacht: goh, wat flauw dat hij die Friezen meteen weer asocieert met ringbaardjes en pijpjes: dat doen ze dus zelf. Op de voorpagina staat een stukje Fries, en dat zal ik u voorlezen. Dan moet u denken aan het advies dat voorin staat in een Haags stripverhaal dat ik graag lees: Haagse Harry. "Les ein, hachtop leize!"

Daar gaan we. Foto erbij, van Durk Hibma, die de etalaazjepriis van de etalaazjewedstriid uitrijkt. Ringbaard, ziet u. Ik lees voor: "De boekwinkel van de Friese Academie heeft dit jaar de etalagewedstrijd van de Friese Boekenweek gewonnen." Er staat letterlijk: "De boekwinkel van de Fryske Akademy hat dit jier de etalaazjewedstrijd fan de Fryske Boekenwike wun. De wedstriid wurdt alle jieren utskreaun troch Stichting It Fryske Boek. Fan de sechstjin dielnimmende boekhannels foldie de Akademy it best oan it wichtigste kritearium van de sjuery: oandacht for de Fryske Boekenwike."

Kortom: heel gewoon Nederlands, fonetisch opgeschreven, en met wat dialect uitspraak zoals die in heel Oost en Noord Nederland bestaat (bijvoorbeeld vaak een ie voor een ij). Dan heb je nog wat leenwoorden uit andere talen, die alle kinderen van vijf jaar in heel Nederland fout spellen, zoals het moeilijke Franse woord etalage, dat spellen ze dan etalaazje, maar dan gaan ze naar school en leren dat die spelling fout is, en in Friesland leren ze dat het Fries is. Ik heb geen tijd om veel voor te lezen, maar geloof me het gaat zo door. "De underskeiding, dat betekent onderscheiding, bestiet ut in wikselprijs (wisselprijs) en in sjek (s-j-e-k) van 250 gune (da's gulden). Als je Haags fonetisch opschrijft, en de meeste gemaakte taalfouten (hij heb, hij ken) in regels vastlegt, dan heb je precies zo'n taal als het Fries."

Waarom lijkt iedereen in Holland dan te geloven dat Fries een aparte taal is, terwijl er in Amsterdam meer mensen zijn die Turks spreken dan in Leeuwarden die Fries spreken? Zou dat latent racisme zijn? We vinden het toch wel spannend dat we binnen onze landsgrenzen een Nordisch volk hebben, meer verwant met de Vikingen dan met de Brabanders (die je altijd ongestraft belachelijk mag maken). Koketteren met Fries is dus populair. Ik heb er niet tegen het Fries, als iedereen maar snapt dat het als taal net zo'n sprookje is als de Efteling in het Brabantse Kaatsheuvel."

14 februari, 2007

Laat de waarheid een fijne oorlog niet in de weg staan


Patrick Cockburn in Counterpunch:

"The statements from Washington give the impression that the US has been at war with Shia militias for the past three-and-a-half years while almost all the fighting has been with the Sunni insurgents. These are often led by highly trained former officers and men from Saddam Hussein's elite military and intelligence units. During the Iran-Iraq war between 1980 and 1988, the Iraqi leader, backed by the US and the Soviet Union, was able to obtain training in advanced weapons for his forces.

The US stance on the military capabilities of Iraqis today is the exact opposite of its position in four years ago. Then President Bush and Tony Blair claimed that Iraqis were technically advanced enough to produce long-range missiles and to be close to producing a nuclear device. Washington is now saying that Iraqis are too backward to produce an effective roadside bomb and must seek Iranian help."

Maar laat de waarheid nooit een oorlog in de weg staan. Ik ben de redenering nog tegengekomen: de Irakezen worden nu niet eens competent geacht plofbommen in bermen te plaatsen, terwijl de legers van de VS en Groot-Brittannië daar zijn omdat Irak van die dreigende massavernietigingswapens zou hebben (een donkere wolk in de vorm van een paddestoel boven New York binnenkort, als "we" niets doen). Er zit een door-en-door racistische redeneerwijze achter, en een volstrekte minachting voor de intellectuele vermogens van de gemiddelde VS-burger. Al zou die wel eens gefundeerd kunnen zijn: waar haalt Joe Sixpack zijn gefundeerde mening vandaan? Van Fox? Van CNN? De New York Times?

De volgende tekst heeft in Trouw gestaan en in De Gelderlander, waarvandaan ik hem kopieer:

Er komt geen parlementair onderzoek - laat staan een parlementaire enquête - naar de besluitvorming inzake onze deelname aan de laatste Golfoorlog.

Kennelijk hebben de drie coalitiepartijen geen behoefte aan een verantwoording voor de politieke deelname aan een illegale oorlog. Nu is een oorlog niet zo maar iets: onze regering heeft namens ons deel genomen aan een inbreuk op het internationale recht, die tot een burgeroorlog als ook tot verdere ontwrichting van het Midden-Oosten heeft geleid.

Van de zijde van de regering Balkenende III is de noodzaak van een parlementair onderzoek steeds weggewuifd. Er zou al genoeg bekend zijn. De regering had, in tegenstelling tot andere landen, een geheel eigen afweging gemaakt.

En dat laatste had niets te maken met de niet aanwezige Irakese massavernietigingswapens, maar met de jarenlange schending van het internationale recht door Saddam Hussein, die zich immers niet aan VN-resoluties hield.

Aannemelijk is echter dat Nederland in het geheel geen eigen afweging heeft kunnen maken en ook niet gemaakt heeft. De redenering dat de optelsom van schendingen van de VN-resoluties voldoende reden voor deelname aan de oorlog was, is trouwens absurd.

Er zijn, zoals indertijd uit journalistiek onderzoek bleek, nogal wat redenen om aan te nemen dat de regering in haar toelichtingen aan de Kamer niet het achterste van de tong heeft laten zien.

De inhoud van vertrouwelijke notities van de Militaire Veiligheids Dienst (MID) en onder meer van de directeuren van de juridische diensten van de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken blijft, waar het kritische noten voor de regering betreft, deels onvermeld.

Wel valt uit verschillende uitspraken van de toenmalige bewindslieden op te maken dat die veronderstelde Iraakse massavernietigingswapens wel degelijk een rol speelden bij de afweging al dan niet aan de oorlog tegen Irak mee te doen.

Zo vermeldt Joost Oranje in zijn goed gedocumenteerd artikel 'Hollandse Oorlogslogica' (NRC Handelsblad, 12 juni 2004) de uitspraak op 5 september 2002 van de minister van Buitenlandse Zaken De Hoop Scheffer: 'De legitimatie voor optreden van de internationale gemeenschap ligt voor mij nagelvast in de kwestie van de massavernietigingswapens'.

Zijn collega Kamp van Defensie zegt op 12 februari 2003 over de massavernietigingswapens in Irak: 'Als die verdwijnen, hoeft daar niets te gebeuren. Er wordt dan niets aangevallen. De vlag kan in top'. Ook minister Bot sprak later van 'een dreigingsbeeld, zoals dat toen ervaren is' en kennelijk voldoende reden was om aan de oorlog mee te doen.

Er is alle reden om de betrokkenen bij de besluitvorming om deel te nemen aan een illegale en catastrofaal uitpakkende oorlog in een parlementaire enquête onder ede te horen. Volledige opening van zaken is noodzakelijk.

Die uitleg kan niet genegeerd worden ter wille van een uitruil bij een kabinetsformatie.

De burgers van Nederland hebben recht op opheldering en een eerlijk en volledig antwoord op de vraag waarom het land van Grotius meende het internationale recht te moeten schenden.

Regering en parlement zijn het verplicht aan onze democratische traditie, aan ons serieus te nemen electoraat, en niet in de laatste plaats aan de slachtoffers, die nog dagelijks te betreuren zijn.

En ook als minder ter zaken doende overwegingen, zoals trouw aan de regering Bush en het wegnemen van obstakels bij nationale coalitievorming, van doorslaggevende betekenis waren, dan dient dat publiekelijk en nadrukkelijk te worden vastgesteld.
[Léon Wecke, polemoloog aan de universiteit te Nijmegen. Goddank bestaat het vak daar nog blijkbaar...].

Drie euro per dag


Prettig even in de Zuidelijke nederlanden verbleven. Het verbaast mij nog steeds dat daar niet (evenmin als in Duitsland bijvoorbeeld) geleefd wordt naar het diep-wetenschapelijke inzicht dat het circuleren van de eurocent en de 2-eurocent te duur is. Je krijgt daar gewoon het juiste geld terug in de winkel.
Anderzijds heeft men wel berekend dat iedere Vlaming drie euro per dag betaalt aan iedere Waal - als een soort solidariteitsoverhevelng. Wie heeft dit uitgezocht, waarom, hoe is "de Vlaming" gedefinieerd en hoe "de Waal"?

Een schandalig onderzoek. Het was het gebrul vanuit vooral Slovenië dat men daar niet meer wilde opdraaien voor de armoedzaaiers in Kosovo en Macedonië, dat geleid heeft tot de ontbinding van Joegoslavië en de bijbehorende oorlogen (in het algemeen wordt hier een ander verhaal over verteld - niet zo gek als men het enthousiasme waarmee Slovenië in "Europa" is opgenomen in aanmerking neemt.) Voor de zekerheid: het afgebeelde boek gaat tegen de "Vlaamse" redenering in.

Waarom wordt mij als Hollander niet verteld hoeveel wij Hollanders dagelijks moeten ophoesten voor de Friezen? Of de Limburgers? Etcetera...Het is simpelweg het vernisje van beschaving dat weggekrabd wordt. In Slovenië. In Vlaanderen. In Nederland, waar de cent te duur is. Socialisme of barbarij? De teerling is al enige tijd geleden geworpen.

13 februari, 2007

Van zolder geplukt: geschiedenis arbeidersbeweging herleeft


Terwijl zich enerzijds een revisionistische stroming ten aanzien van de geschiedenis van de arbeidersklasse aanmeldt ("het viel allemaal reuze mee met die plaggenhutten" - tja, nogal wiedes, die heb je nu nog steeds volop, alleen elders op de wereld, en als je dat accepteert moet het wel meevallen), worden er anderzijds toch weer goede boeken geschreven over de geschiedenis van de Nederlandse arbeidersbeweging. Nu het parlementaire socialisme, altijd al een homeopatische stroming, een nieuwe verdunningsoperatie heeft toegepast waarbij het verschil met liberalen en conservatieven nog slechts dat van het logo is, kan de Partij en de bijbehorende Bond geen aanspraak meer maken op het overwinnaarsverhaal in deze geschiedenis. De Oude Beweging, de Moderne Vakbeweging, het waren etiketten die moesten uitdrukken hoe goed de parlementairen op weg waren. Voorbij, voorbij - en dus is er nu een geschiedenis van de Amsterdamse arbeidersbeweging van 1848 tot 1894 die het verhaal beoogt te vertellen van een beweging die een eigen waarde had en niet onvermijdelijk moest uitlopen op de parlementaire weg. Ook niet, evenwel, op de anarchistische - het ongedifferentieerde, "anarchisch" aandoende karakter van de beweging lijkt misschien meer bij het anarchisme aan te sluiten (en de sociaal-mediocraten hebben dit altijd maar al te graag betoogd), maar de samenhangende kern van het anarchisme ontbrak in deze beweging.

Dennis Bos laat in Waarachtige volksvrienden zien hoe er in buurten gewortelde netwerken van familie, buren en collega's ontstonden, die de vlam van het Communismus - geïntroduceerd door Duitse arbeiders - brandend hielden. Tegen de verdrukking in, eventueel in vrijmetselaarsloges (gelukkig is het boek niet perfect, de naam van de bekende loge Post Nubila Lux wordt verhaspeld). Enerzijds internationalistisch, anderzijds zeer Amsterdams en desnoods buurt-chauvinistisch. De Oostelijke Eilanden moesten niets van de rest hebben, en de Jodenbuurt kwam pas laat tot ontwaking en werd met argwaan bekeken door de gojim (antisemitisme, kun je ook gerust zeggen). Een samenhangend socialistisch streven valt uit de verslagen van de bijeenkomsten in de verschillende vrijplaatsen niet op te maken. Weg met de koning - nee, hij moet het zooitje in de Kamer juist ontslaan - revolutie en daarna opslag - enfin, wie nog wel eens echte Amsterdamse volksmensen tegenkomt kan de sentimenten nog vernemen. Een mooie schets van die oude beweging, met milde Toonder-achtige ironie geschreven, maar blijkens het theoretische nawoord geëngageerd bedoeld: Bos keert zich tegen de overwinnaarsgeschiedschrijving die zolang al het veld gedomineerd heeft. En passant illustreert hij de vlottende grens tussen de geschiedenis van de arbeidersbeweging en de volkskunde, om nog maar iets te noemen. Warm aanbevolen. Het was voor mij leuk te vernemen dat een voorzaat van mij afgevaardigde was namens Amsterdam bij de Internationale; en leuk voor ons allen: de Amsterdamse kameraad die Marx in zijn hotel op de Warmoesstraat komt opzoeken voelt zich door deze behandeld alsof hij zijn kruier is - wat weer een ander licht werpt op de Nederlandse keuze tegen de marxianen bij de scheuring van de Eerste Internationale.

Een van die negentiende-eeuwse voortrekkers van de Amsterdamse arbeidersbeweging was Evert Hartman, die tevens de coöperatie bepleitte. Als zodanig komt hij voor in het boek van Ton Oosterhuis over de geschiedenis van de verbruikscoöperatie in Nederland, Niet om het gewin, maar voor het gezin (bekend van Gerard Reve, maar wel degelijk een leuze van de Co-Op). De productieve coöperatie is voor ons anarchisten (zal ik maar zeggen) interessanter, en dus vaker beschreven, omdat de mislukkingen spectaculairder en talrijker zijn, en omdat het streven nu eenmaal het zelfbeheer-ideaal meer benadert. Hoewel de winkelketen van deze naam bij de sociaal-democratische zuil hoort (gefuseerd overigens met de katholieke, net als bij de vakbeweging) waren er tot in de twintigste eeuw ook anarchisten betrokken bij het oprichten van verbruikscoöperaties. Het boek is tevens een soort geschiedenis van het dagelijks leven: winkels en de levensmiddelen die er te koop zijn figureren er in. En de nog steeds bestaande keuze tussen solidariteit en de eigen portemonnee. Op den duur waren de coöperatieve winkels namelijk niet meer opgewassen tegen de concurrentie van de opkomende grootgrutters. Opmerkelijk: het zogenaamde eerste Albert Heijnwinkeltje in Zaandam was in feite een coöperatieve winkel. En de ETOS was een Eindhovense coöperatie, oorspronkelijk zelfs verbonden aan Philips.

Zoals met de pers (en waarschijnlijk de hele sociaal-democratische zuil) is het verhaal van de coöperatie er een van opgang en razendsnelle val, waarbij de partijgenoten nooit te beroerd zijn de doodsteek uit te delen (Mazzola die in 1973 uitverkoop houdt van bedrijfsonderdelen, met de zegen van de bonden). Van de keten resteren nog winkels in de Zaanstreek en het gebied van Arnhem en Nijmegen, en daar gaat het verder goed mee. Desgevraagd vertelde de schrijver mij dat de productiebedrijven van de Co-Op niet coöperatief waren.
En intussen is het streven weer of nog volop in leven, en Oosterhuis besluit ook niet pessimistisch. Van zijn liefdevolle en geëngageerde geschiedschrijving kan ik verder ook alleen zeggen: warm aanbevolen.

- Dennis Bos, Waarachtige volksvrienden - de vroege socialistische beweging in Amsterdam 1848-1894. Amsterdam: Bert Bakker, 2001. 444p.
Ton Oosterhuis, Niet om het gewin, maar voor het gezin - de geschiedenis van de verbruikscoöperatie in Nederland vanaf 1865. Den Haag: SDU, 2000. 239 p.

Anarchistisch verzet in Uganda

Uganda, ooit de Parel van Afrika genoemd door de Europese kolonialisten, is het kolonialisme niet te boven gekomen. Idi Amin, die van 1971 tot 1979 het land beheerste, geldt als een prototypische criminele dictator. Daartegen steken zijn voorganger/opvolger Milton Obote en de huidige president Yowerri Museveni altijd positief af. Dat is dan eigenlijk het enige positieve dat over deze heren en het regime dat zij leiden gezegd kan worden. Museveni is bovenal de lieveling van de Verenigde Staten, als president over een “partijloze democratie”, een voorbeeld voor het “nieuwe Afrika”. Een voorbeeld ook voor de gemiddelde “ontwikkelde” Democratische Markteconomie, die zelf in deze richting evolueert. Intussen gaat de burgeroorlog voort, waarbij buurstaten hun openlijke of duistere rol spelen, zoals ook Uganda op zijn beurt intervenieert in Congo Kinshasa, Soedan en Rwanda. Het is moeilijk uit te maken wat feit is en fictie in het geheel van gewapende groepen.
Bij dit geheel voegde zich in het najaar van 2000 naar eigen verklaring anarchistisch verzet. De enkele bulletins die wij ontvingen van dit verzet herinneren sterk aan de Mexicaanse zapatistas van de afgelopen jaren, die een uitgekiende mediastrategie hadden of hebben. Dat heeft dit Ugandese verzet niet. Het beroept zich er op aan te sluiten bij plaatselijke tradities, en op vragen aangaande hun inspiratie door Bakoenin, Kropotkin of de Spaanse burgeroorlog believen zij geen antwoord te geven. Dit lijkt mij volkomen terecht. Het streven naar vrijheid en socialisme dat wij aanduiden met “anarchisme” is, in tegenstelling tot wat verwaten Europeanen en hun afstammelingen elders denken, geen “witte” uitvinding, maar een algemeen menselijk streven. Daarmee wil ook weer niet gezegd zijn dat wij de communiqués over het Ugandese anarchisme zonder meer moeten accepteren op hun inhoud. Het is moeilijk laveren tussen Europees paternalisme en goedgelovigheid: wij geven de berichten ter beoordeling, mede op verzoek van Joram Jojo, die ze ons gestuurd heeft. De ongerijmdheden kunt u er zelf uit opmaken. Het verwerpen van het zittende bewind in Kampala is duidelijk. Een enkele niet verduidelijket afkorting, die de ingewijdheid van de schrijver weergeeft zonder dat hij rekening houdt met niet-Ugandese lezers of lezeressen: NRM, de National Resistance Movement, vormt het regime in Uganda, als vertegenwoordiging van “het nieuwe Afrika”. Oordeel zelf welk nieuw Afrika u bevalt... Opmerkelijk: Joram Jojo richt zich tot “commanders”, waar men “comrades” verwacht, en noemt zich “sub-delegate”. Hij is buitenslands wonend student (www.ugandans.com) (AdR; 2001)

1. Communiqué, gedateerd 4 september 2000 (persbericht)

Anarchistische opstandelingen met bivakmutsen op hebben een post van de militaire politie aangevallen en tot op de grond afgebrand. De Anarchistische Democratische Strijdkrachten van Uganda (ADF) vechten nu al drie jaar tegen de militaire junta, vanuit de Maanbergen (Ruwenzori) in westelijk Uganda.
Meer dan 30 opstandelingen van wie vermoed wordt dat ze lid waren van de ADF hebben de politiepost Nkooko in Kibala aangevallen, waarbij twee agenten gedood zijn en een ontvoerd is. Zij maakten ook 20 geweren en politieuniformen buit. De zwaarbewapende overvallers, die in een Tata vrachtwagen reden, staken ook de politiepost in brand en verbrandden documenten in het districtshoofdkwartier van Nkooko. De legerwoordvoerder majoor Phinehas Katirima zei in een interview met het blad The New Vision dat de overval op 2 september plaatsvond.
Asuman Mugenyi, de woordvoerder van de politie, identificeerde de twee gedode collega’s en heeft gezegd dat de lijken nog in het ziekenhuis van Kiboga geborgen zijn. Katirima zei dat de gewapende opstandelingen ook 13 militairen ontvoerd hebben van de post van Nkooko. Tijdens de overval richtten de opstandelingen zich tot de massa’s van het marktcentrum van Nkooko waarbij zij leuzen tegen het IMF riepen. De opstandelingen plunderden ook een medicijndepot.
“Het leger is op jacht naar hen, we kunnen dit soort terrorisme niet toelaten en we zullen ze krijgen,” verklaarde Katirima. Mugenyi heeft gezegd dat de ontvoerde politieman inmiddels ontsnapt is, en dat deze verklaard heeft dat de zwaarbewapende mannen en vrouwen in een uit Kiboga gestolen Tata-vrachtwagen rondreden.

2. Basheya, het authentieke anarchisme van Uganda

Basheya is de naam van een eigentijdse anarchistische beweging, die niet vindt dat de Ugandezen politieke leiding nodig hebben. Dood, corruptie en wreedheid vormen de grootste nijverheid in het Uganda
van vandaag. Basheya (anarchisme) is de wetenschap die de slachtoffers van deze primitieve industrie beschermt en hun kava geeft. Het kapitalisme is de belangrijkste brandstof van deze ellende. Het zittende regime van de NRM heeft absolute armoede en uithongering als middelen gebruikt om de massa’s op de knieën te krijgen. Het geïnstitutionaliseerde sectarisme is het belangrijkste wapen dat de hielenlikkers van de NRM gebruiken om deze ramp van bijbelse omvang te creëren. Een parasitaire minderheid beheerst de economische infrastructuur.
Uganda Anarchist Democratic Forces (UADF ‘Basheya’) is de hedendaagse voortzetting van de massale volksbeweging van 1945-1949. Nu zoals toen is de strijd niet gericht op het veroveren van politieke macht of op beheersing van de regering. Destijds waren de lage lonen en de lage prijzen van de handelsgewassen de belangrijkste grief van de massa. Maar nu verzetten we ons tegen de voortdurende plaag van ziekten, honger en vuiligheid van het onderdrukkende regime van de NRM. Wij verwerpen alle vormen van dwingende overheersing en gezag. Wij benadrukken geen eenheidsgedachte in de vorm van “politisering” of actie, want voor ons zou dit leiden tot een politieke omwenteling. De methodologie is ons middel en de ideologie verbindt ons. Wij verachten IMF en Wereldbank die nu structurele aanpassingsprogramma’s (SAPs) gebruiken door sociale uitgaven voor gezondheid en onderwijs tot een minimum terug te brengen “om ons te ontwikkelen”. Wie denken ze wel dat ze zijn?

Basheya (anarchisten) willen een gelijk deel (sheya) van middelen die door generaties van zwoegende massa’s (wanainchi/ de “keldermensen”) zijn geproduceerd. De opstanden van 1945 en 1949 waren radicaler in hun autonomie en motivatie. Wanainchi (de massa’s) hebben verloren doordat ze niet bewapend waren. Nu zijn wij in staat ons te bewapenen door eenheden van het “Ugandese leger” te vernietigen en opslagplaatsen te plunderen, waarbij een hinderlaag af en toe handig uitkomt. Net als in 1945-49 is de basis onze levenslijn. In 1949 heeft Basheya directe actie georganiseerd: winkels van Aziaten werden geboycot. Basheya wilde af van de middenklasse van Aziatische kapitalisten. Wanainchi verbouwde de katoen; daarom wilden zij deze direct kunnen verkopen aan de Britse kolonisatoren zonder de Aziatische kapitalisten. Nu vechten we tegen de dikke nekken van de grote bedrijven en de pooiers van het makelaardom.
Wanainchi waren onderworpen aan racistisch bepaalde betlaingsregels. Het loon was in drie categorieën verdeeld: de hoogste (Europeanen), de middelklasse (Aziaten) en de lage (Wanainchi). Zowel de publieke als de private sectoren van de economie griefden Wanainchi. Door de verdeel-en-heerspolitiek van de Britse kolonialisten pasten de Aziaten dezelfde onderdrukkende methoden toe op Wanianchi als in India tegen de “onaanraakbaren”. Het was algemeen gebruik dat de Aziatische kapitalist de “boyi”-arbeider niet betaalde, want geen wet beschermde de “boyi”. Oppotten, smokkelarij, onderbezetting van bedrijven en beledigingen waren de norm. Het onderwijsstelsel was op dezelfde frauduleuze drie lagen gebaseerd. Er heerste dus apartheid in het onderwijs.
Het platform van Basheya (anarchisme) van de jaren veertig werd ontwikkeld tijdens maatschappelijke ceremoniën als begrafenissen en huwelijken. In 1948 verzocht de Uganda African Produce Growers Union de minister van koloniën de opbrengst van het Katoenfonds direct aan Wanainchi ten goede te doen komen, in plaats van aan opkopers. Hedendaagse sheya (anarchie) gaat om de verbetering van de omstandigheden van Wanainchi (de massa’s) en om ondubbelzinnige gelijkheid. Wij begrijpen werkelijk niet waarom zeven procent van de bevolking aanspraak maakt op alles in Uganda - dit is voor ons onaanvaardbaar. Privatiseringscomités zijn de norm. Hoe kan een of andere dief in de regering door de natuur geschonken goederen en diensten privatiseren? Omdat zulke mensen in het algemeen niet menselijk zijn, maar maatschappelijke parasieten: ze zuigen, en ze zuigen je leeg. De economie die Wanainchi ten goede zou komen is er een waarin vrijwillige samenwerking van een grote hoeveelheid verschillende georganiseerde cellen goederen produceren om te ruilen of voor eigen gebruik. De geldloze maatschappij is voor ons de stap voorwaarts zodat we geen kassiers meer hebben die er vandoor gaan of wereldmarktmachten die ons kunnen afpersen. Internationale Basheya (anarchisme) zou ons kunnen helpen bij het realiseren hiervan. Directe actie zou betekenen dat de producenten de nieuwe wereldmarkt”pooiers” opzij kunnen schuiven en dat in de internationale anarchie iedereen een kans heeft organisch gekweekte producten direct te consumeren.
Net als nu stonden in 1949 opportunistische “politici” en een nationalistische partij, het Uganda National Congress, op en zij namen bezit van de oorspronkelijk leiderloze Basheya-opstand. Nu wordt een contra ADF (allied democratic forces) gebruikt om onze anarchistische zaak teniet te doen. De Anarchist Democratic Forces vormen een nationaal front dat overal in Uganda werkt. Hoewel we mobiel zijn handhaven we een zeer doeltreffend en gecoördineerd programma. Gedwongen recrutering (ontvoeringen) zijn voor ons belachelijk aangezien dit tegen de structuur van onze cellen ingaat. Wij wonen niet in de bossen maar temidden van de bevolking. Wij hebben de Ruwenzori Bergen gebruikt om overzicht te houden en ons van wapens te voorzien die de reactionaire Ugandese strijdkrachten in Congo-Kinshasa achtergelaten hebben. Zijn er twee ADF’s? Ja: Anarchist Democratic Forces (ADF) en allied democratic forces (adf). Naar wij begrijpen woont het oppercommando van adf in Kampala en ondergaat dit “siyasa”-indoctrinatie. In tegenstelling tot de meeste opstandelingengroepen is het niet een deel van onze methoden om op te scheppen of tegen de pers te roepen: “ja, we zijn anarchisten”, want dit zou ons beperken in onze werkzaamheden. Toen Basheya in 1975 herrees in Kampala heeft Idi Amin de militaire politie en speciale politie-eenheden ingezet om ons te vernietigen. Toen heetten we Bayaye (Slimmerds). De Bayaye van nu zijn de activisten en commandanten (“commanders” = “comrades”) van het economische model van Basheya geworden.
Bestuur in het Basheya-model kent geen regering. De mensen kennen hun zelfbepaalde gedrag dat hun leven vorm geeft volgens geloof en normen die geen regering hun geeft. Organisch bestuur zou meer opgevat kunnen worden als een werkwijze. De “heersende klasse” van de NRM heeft revolutionaire comités gebruikt om de onderklasse (Wanainchi) te manipuleren en te intimideren. Zij kunnen je deporteren of verbannen uit je moederland, net als de Gestapo. De rc’s zijn de bureaucratische structuur van het onderdrukkende regime van overste Museveni. De machtsverdeling gaat van boven naar beneden, terwijl de “democratie” gemakkelijk aan de “idioten” onthouden kan worden. Voor ons is overste Museveni een zwarte fascist die gelooft dat hij een elite-minderheid kan gebruiken om een hulpeloze hongerige meerderheid te onderdrukken. De NRM is een kaderelite, voor ons zijn zij de bolsjewieken van Uganda doordat zij er vandoor zijn gegaan met de revolutie van Wanainchi. Zij gebruiken voortdurend ideologie, zij hebben het licht gezien en de rest zijn idioten. In tegenstelling tot de NRM
ziet Basheya niet één quasi-religieuze waarheid, maar de werkelijkheid zal ons met gezond verstand bewapenen. De NRM heeft de Ugandezen niet bevrijd maar heeft hen misbruikt en laat hen in armoede voortleven. Basheya preekt niet maar laat haar acties voor zich spreken.
Anarchist Democratic Forces ontvoeren geen mensen maar gaan uit van vrijwillige instemming met het anarchisme. Wij streven niet naar enige vorm van hulp van buitenaf want dit gaat tegen onze methoden in. Basheya ziet het Amerikaanse “African Crisis Response Initiative” als een vorm van nieuw kolonialisme. In het verleden kwamen missionarissen en zendelingen met het kruis waarna de vlag volgde. Nu komen de Amerikaanse Groene Baretten (een geselecteerde elite van de derde speciale brigade van Fort Bragg, NC) ons prostitueren zoals ze gedaan hebben met het leger van El Salvador in de jaren tachtig en met het leger van Zuid-Vietnam in de jaren zestig en zeventig. De Groene Baretten zijn goedbetaalde hoeren die terroristische aanvallen leiden tegen progressieve bevrijdingsbewegingen. Voor ons is dit plan om het “Ugandese leger” te instrueren een vooruitlopen op massabewegingen die hun onderhorige bananenrepubliek in gevaar zouden kunnen brengen. Met behulp van een internationaal platform zal Basheya dit kolonialisme kunnen weerstaan.

Wij hebben een hekel aan regeringen in het algemeen, daar deze wetten gebruiken om Wanainchi als vee over hun land te verspreiden. In een programma van de BBC in 1997 nam de Overste het team van de omroep naar zijn boerderij om vee als illustratie voor zijn ideologie te gebruiken: “Als die koe lastig wordt verwijder ik haar voorgoed van de rest.” Ugandezen geven de voorkeur aan hun vrijheid met alle verantwoordelijkheden vandien boven de dwang van het leven volgens een script. UADF beschouwt alle vormen van macht in Uganda als bedrog omdat er geregeerd wordt zonder instemming van de massa’s. Waarom zouden Wanainchi gehoorzamen aan een machine die hen dagelijks uitmelkt? Museveni en de kapitalisten noemen het democratie; maar negentig procent van de Ugandezen noemen het roof bij klaarlichte dag. Het huidige systeem in Uganda is onaanvaardbaar omdat wij het zat zijn bestookt te worden met propaganda die het gijzelen van een geheel volk moet rechtvaardigen. Doordat de Ugandezen in een voortdurende toestand van vrees en gebrek leven heeft onmaatschappelijk gedrag als corruptie gedijd. De corruptie lekt door van boven naar beneden. Je kunt het Basheya niet kwalijk nemen dat het weer opduikt.
De hardhandige onderdrukking van homoseksuelen is de norm in het Uganda van overste Museveni. De boef Museveni doet het goed onder autoritair leiderschap. Het Ugandese wetboek van strafrecht stelt dat “iedereen die vleselijke gemeenschap heeft met iemand, tegen de natuurlijke orde in,” levenslange dwangarbeid kan krijgen. Museveni heeft opgeroepen tot het arresteren van alle homoseksuele mensen. Basheya acht dit onaanvaardbaar in het Uganda van vandaag of waar ook ter wereld. Basheya beschouwt het als een van God gegeven recht dat homoseksuelen de zelfde rechten en vrijheid hebben als hun heteroseksuele medemensen, daarbij inbegrepen vrijwaring van onderdrukking door de staat of door individuen. Dagelijks worden sexwerkers, homo- of heteroseksueel, opgepakt.
Gevangenissen en kazernes ziten vol inheemse mensen die de moed hebben elementaire mensenrechten te vragen. Uganda is ook de hoofdleverancier van wapens die doorheen geheel Afrika tegen inheemse mensen worden ingezet. Het Soedanese SPLA vecht samen met het “Ugandese leger”; 450 mensen zijn gedood in de steden Isiro en Buta (Congo-Kinshasa) in een van hun veldslagen, waarbij wij niet de 1200 mensen mogen vergeten die in Kisangani gedood zijn door het Ugandese en het Rwandese leger. Basheya roept ook op tot opstand in de buurlanden onder de Ugandezen, tegen de dictatuur. Basheya zal de onderdrukking beëindigen en het zaad van het internationale anarchisme zaaien. Zijden handschoenen werken niet in Uganda! (Joram Jojo)

Spoken uit het verleden: het schoolkrantengevoel

To me you’ll always drive a Cadillac
And your laughter is my champaign

The Everly Brothers, Always drive a Cadillac


Hij mocht niet als single op de mat van de draaitafel landen, hij draait nu in de onwaardige staat van een cd - maar hij klinkt toch maar: Open the door to your heart van Darrell Banks, vijfendertig jaar gezocht, een keer gevonden - maar evenveel guldens als jaren gezocht voor een afgeragde single ging mij te ver. Gisteren, zondagavond, tracteerde de barman van de binnenstedelijke tapperij G. mij op maar liefst twee versies. En hij leerde mij dat die ene instrumental die ik wel nooit zou vinden van Earl Vandyke is, ook als glimschijf te koop. Doris Troy klinkt door het café, het is eigenlijk te veel.
Het koortsige gevoel de volgende dag: ik moet hem nu hebben. De barman was zelf deejay, haatte glimschijfjes nog meer dan ik, maar wist zeker dat hij alleen op cd te koop was. Het personeel van de megaboer waar hij hem gekocht had weet van niets, en hij is niet in voorraad. Magazijn De B. schuin aan de overkant is minder gespecialiseerd dan vroeger - nee dus. Ze hadden daar in mijn schooljaren soms importsingles uit Engeland, toen iets bijzonders. The Mojos heb ik er gescoord. Dezelfde koorts: zouden ze ook The Mighty Avengers of The Poets hebben? Nooit bij De B. gevonden. Het zou nog twintig jaar duren voor ik ze had, maar ze hebben er op gedanst, de mensen die kort nadat ik ze gevonden had betaald hadden om op mijn keuze te dansen. Bewaar mij dat ik ooit blasé zou worden. Ik slaag in de speciaalzaak in de Jordaan. Ik scoor er ook een verzamelplaat van Lou Johnson en nog zo het een en ander - het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets, maar het is waarmee ik de schooljaren doorgekomen ben. John McLoughlin draaide van zeven tot twaalf ‘s avonds op 355, een ongekend lang programma, en het was dus afwachten, maar Knock on wood van Eddie Floyd zou hij zeker draaien. Elders hoorde je die niet. Tenzij - als hij het vroeg draaide was er een kleine kans op nog een keer, bij Lorne King op London, die avond. Sommige dingen zijn nu onvoorstelbaar. Ook, dat ik er toch mijn huiswerk bij deed, intussen ingespannen luisterend. Radio als behang is voor mij nog steeds een vloek.

Ergens in de stad, in het land, op de wereld is iemand die ook ontroerd is als hij (zij? kan ik mij niet in inleven, geef ik toe) deze popmuziek (weer) zou horen. Maar omdat van de genoemden behalve - bittere ironie - Eddie Floyd nooit iets te horen is zorg ik daar zelf al jaren voor. Het heeft mij van African American ...eh brotha’s het predikaat brotha opgeleverd, wat mij buitengewoon veel plezier doet - als alles tegenzit bedenk ik: ik ben een brotha, degenen die mij zo noemen weten dat ik wit ben, en toch..., en de dag is mooi. Verder heb ik begrepen dat mijn smaak mod was en dan schijn je ook van allerlei kleren en scooters te hebben moeten houden. Onzin. Dat had je niet, destijds in Nederland. Naar mijn weten. Trouwens, ik had begrepen dat om uit te gaan en echt bij The ‘In’ Crowd te horen je een meisje moest hebben (zo zei men dat destijds), en hoe kwam je aan een meisje? De vicieuze cirkel.
Het geschiedde in die dagen van Darrell Banks dat ik de prinses op het witte paard ontmoette. Of had ik op het witte paard moeten zitten? We wisten het beiden, en waren danig in de war - zij meer nog dan ik. Ze had de juiste naam, de juiste kleur haar (zie verder Heet van de naald van Max de Jong). Alles klopte, en nu ging het er verder om het goed aan te pakken. Ik zal daar een maand over gebroed hebben toen ik vernam dat ze zeer spoedig zou trouwen en niet veel langer daarna moeder zou worden. Behalve in deze regels, nu, heb ik de prinses vastgelegd in een toneelstuk dat wel gerepeteerd, maar nog nooit opgevoerd is. Te beginnen bij de regisseur-producent vond men het erg om te lachen. Ik was daar de eerste keer zo boos over dat ik eiste dat de repetities gestaakt werden. De afstand tussen schrijver en geschrevene ontbrak nogal.
Bij de re¨nie van mijn school, die de goede smaak had honderd te worden, zaterdag jongstleden, kreeg ik te horen dat ik vreeswekkend sarcastisch was. Hoe wordt een mens dat? De klasgenoot die mij dit toevoegde vroeg zich af of ik hier van opkeek. Nee hoor, zeg ik dapper, en om een overdaad aan verleden in het heden te leveren kom ik hem prompt weer tegen als ik met de buit uit de platenzaak loop, mijn hersenpan danig dooreen geschud door een laaghangende balk in die winkel. Dergelijke balken heb je veel in oude panden, misschien weet u dat al, maar ik weet niet zo goed dat ik nogal lang ben.


*


De voorlaatste keer dat ik het schoolkrantengevoel mocht hebben was in de studentenflat waarin ik jaren gewoond had, maar juist was vertrokken. De flat had een eigen krant en die moest nieuw leven ingeblazen worden om de samenhang te vergroten. Maar de belangrijkste reden was dat de kamer die aan de woningvoorraad was onttrokken als redactielokaal, studio was van het radiostation van de flat. Dat station was net de betrekkelijke beperking van de flat ontgroeid, alle deejays waren intussen verhuisd, en er waren niet-bewoners bijgekomen, maar er moest een krant gemaakt worden. Die was dan tevens programmagids voor de radio.
Het was zaak niet te duidelijk laten blijken dat zo goed als niemand die in de krant schreef er nog woonde. Gelukkig kwamen er toch nog wat deejays uit de flat bij het station, en omdat de meeste mensen bij RVZ (Radio Vrij Zilverberg) er wel gewoond hadden kon de sfeer van het gebouw toch goed weergegeven worden. Trouwens, het was wel duidelijk dat niemand echt op dergelijke middelen om samenhang te kweken zat te wachten. Studentenhuisvesting had de ramen of deuren wijd open gezet voor niet-studerende jongeren, die men in de eerste plaats recruteerde bij de reclassering en bij Vluchtelingenwerk. U begrijpt wel hoe goed dit samenging met de leefwijze van de oorspronkelijke studentenbevolking, die in die flat toch al zoveel afhakers opleverde. Het radiostation werd uit de lucht gehaald en we waren net gereed om terug te komen toen bekend gemaakt werd dat men de flat zo snel mogelijk wilde slopen vanwege onbeheersbare sociale problemen. Als ik groot ben, word ik tòch geen sociaal-democraat...

Toch was het leuk, zo’n tweede ronde als schoolkrant. Hoewel er natuurlijk het belangrijke verschil was van een meervoudig verloren onschuld - naast de rock ‘n’ roll ook sex, drank & drugs - maar dat gold voor vrijwel de gehele doelgroep. Jammer, maar ook niet onoverkomelijk, was dat de Autoriteiten gespaard moesten worden, omdat die het illegale radiostation gedoogden (hm, zal ik toch maar sociaal-democraat worden?). En het kan haast geen toeval zijn. In De Noorderzon schreef ik zowaar over ervaringen met spoken op en rond de Zilverberg. Die onwezens blijven mij achtervolgen, lijkt het wel.


*


In de enige echte schoolkrant werden geen Autoriteiten gespaard. Zonder het te willen of te weten, achteraf beschouwd, droeg de schoolkrant de tijdgeest wat beter uit dan andere, waarschijnlijk. Zodanig, dat de AVRO in zijn schoolkrantenprogramma - zulke dingen had je toen op de radio, mensen - vuur spuwde over Koeterwaals, de schoolkrant van het Van der Waalslyceum. Dat was nog eens lof!
Het was begonnen met een eigen klassekrant voor de derde klas gymnasium, Vox Populi Gymnasii Tertii (VPGT), die semi-illegaal circuleerde en waarin de vijand, de Leraar m/v, bij name genoemd en neergezet werd. Neerbuigend schreef de redactie van de officiële schoolkrant, Vivariaties, dat ze wel konden schrijven in die klas. Kijk, op die lof zaten we niet te wachten, dus konden ze er extra van lusten - maar het eind van het liedje was dat de redactie, die het eindexamen zag naken, de fakkel aan VPGT-mensen overgaf, die harteloos de naam van de schoolkrant veranderden. Ik heb uit het Handboek voor de Pers jarenlang opgemaakt dat de door mij bedachte naam nog steeds in gebruik was. Maar of het Handboek helemaal bij was weet ik niet, want volgens het gedenkboek van de school is het halverwege de jaren tachtig, met de naam van de school (wie is die Van der Waals nou? het werd Amstellyceum) veranderd in Amsteldrug. Over repressieve tolerantie gesproken.. (Ik word toch maar geen sociaal-democraat).

Van het honderdjarig bestaan van de Derde Vijfjarige - want zo heet hij natuurlijk echt, het staat in Jugendstil boven de hoofdingang die wij nooit mochten gebruiken - vernam ik van een mederedacteur-klasgenoot die bij een KNAW-instituut werkt en die mij eens argeloos emailde en zodoende. “Spoken uit het verleden”, schreef hij in de subjectbalk. De school maakt via internet bekend dat hij jubileert en we zijn allemaal uitgenodigd. Waarmee nogal wat ex-leerlingen uitgesloten zijn (er heeft in enkele gedrukte media ook wel wat over gestaan, maar die moet je ook maar net gezien hebben). Wat zou ik gemist hebben? De gangen van het monumentale gebouw zijn onveranderd, en bijna werktuigelijk weet je: via die trap mag ik alleen naar boven, via deze alleen naar beneden. Zouden die regels nog gelden, in een school waarvan de krant Amsteldrug heet? Na een jaar Koeterwaals werd er censuur ingesteld over de schoolkrant. De censor heette Lubbers (nee, geen idee - christen-democraat word ik ook al niet).

De lettering boven de deuren is nog steeds dezelfde. Veel in de lokalen zelfs is het zelfde. Alleen hangt er reclame op de gang. Het gymnastieklokaal is godbetert kantine geworden. In het biologielokaal hangen stickers die condooms aanbevelen. De passages waarin ze met elkaar in de tent duiken, bij Homerus, of waarin een filosoof heftig aangedaan is door de onbehaarde borst van een jongeling wiens gewaad openviel, bij Plato, werden bij voorkeur overgeslagen in onze tijd. Tempora mutant nos et mutamur in illis, stond er wel eens op het bord in een van de Klassieke-Talen-lokalen. Maar eigenlijk voel ik mij met terugwerkende kracht in de maling genomen. De opstandige geest van Koeterwaals kwam ergens uit voort en diende ergens toe, besef ik nu (ik ben belijdend anarchist, moet u weten, en dat houd ik zo, nu weet u dat ook weer).
In het klaslokaal waar de jaren-zestig-generatie elkaar moet ontmoeten bij het eeuwfeest komen heel weinig bekenden langs: twee beta’s die allebei Wim heten, de een hoog- de ander gewoon leraar. De klasgenoot die iets heel hoogs bij de rechtbank is geworden zal later nog komen, als ik alweer weg ben (toen ik zijn naam na al die jaren hoorde besefte ik plotseling dat er toch corpstypes op mijn school rondgelopen hadden). De conrector uit onze tijd, die ik ook gemist heb die middag, moet monter verteld hebben dat alle andere leraren inmiddels overleden waren. Je mag blij zijn als je je pensioen haalt in dat vak, van oudsher.

Er was op de school blijkbaar niemand meer die kon reconstrueren hoe de revolutie bij de schoolkrant had toegeslagen door toedoen van het triumviraat dat wel duidelijk in het colofon stond. Maar er hingen dan toch maar enkele nummers in dat lokaal. Alleen hadden de organisatoren meer oog gehad voor de stukken over (tegen) het huwelijk van het huidige staatshoofd van Nederland en de licht-instemmende recensie van Provo. Gein - die zijn geschreven door die huidige hoge rechter, Herman Hermans - zegt het voort.
“Alle leraren dood”. Ook die - meisjes, kan ik nu alleen schrijven, die wij bekwaam hebben weggepest, omdat ze daartoe nu eenmaal de ruimte gaven, jong en waarschijnlijk nog niet afgestudeerd voor de leeuwen geworpen, en de wraak ontvangend die voor anderen bestemd was? Juffrouw Toet - toen ze zich voorstelde was ze al verloren. Kwetsbare juffrouw Goslinga, die met tranen in haar ogen voor het bord stond - laat haar nog leven, en ik hoop nu maar dat er iemand was die haar ‘s avonds kon troosten: stil maar liefje, hebben ze je weer gepest? Sommige dingen kun je je achteraf slecht vergeven, omdat het onrechtvaardig was - de kloothufters gingen niet huilend ten onder, al heb ik mij niet alleen via de schoolkrant danig verweerd, en anderen ook, maar dat was individueel - het pesten van de zwakke docenten was collectief. Ik ben toch een beetje geslagen door de gesel der mildheid.


*


Na mijn debuut in de Tripvizier vertelde ik lief annex collega A. over het Schoolkrantengevoel dat dit debuut vanzelf opriep, en over de schande die mij overkomen was in mijn schoolkrantentijd. In het blad van de kakschool waarop mijn zuster gezeten had stonden koddige vierregelige rijmpjes, als “Barmuziek/Erotiek/Leuke meid/Centen kwijt”. De dichter van die regels is nog geslaagd textielboer geworden. Ik leverde ze niet-ondertekend in bij mijn schoolkrant. Mijn sofisme was dat het leuk was om af te drukken. Ik vertelde niet, dat ze niet van mij waren, ook niet dat ze wel van mij waren. Het was flink schrikken toen ik ze afgedrukt zag onder het enthousiaste hoofdje “De gedichten van Hans de Raaij” (zo heette ik op school, ook dat nog). De kans dat men er achter kwam was verwaarloosbaar. De waarheid hield ik voor mij. Maar het genadeloze toeval wilde dat informeel-hoofdredacteur Alex Geelhoed er wel achter kwam en zeer teleurgesteld was.
A. moet vreselijk lachen om dit treurige verhaal. Maar hier blijft het niet bij. Zwakjes kon ik vermelden dat er toch echt een enkele originele van mij tussen had gestaan. Dat maakte geen indruk op Alex, toen Leks geheten. En hoe ging die dan? Nou, zo: “Vliegenier/Glaasje bier/Harde plof/Kerkhof”. A. ligt werkelijk te rollen over de vloer van het lachen als ik haar dit detail vertel en het meesterwerk voordraag. Sommige dingen zal ik nooit begrijpen. U wel?

[Oorspronkelijk gepubliceerd in Tripvizier, personeelsblad voor de KNAW, herfst 2001. De genoemde lerares klassieke talen heb ik sindsdien in levenden lijve aangetroffen].