In de zomer van 2000 hield ik, voorgelezen van een heus papier, een inleiding over (de geschiedenis van) het christen-anarchisme in een huis dat een sterk voorbeeld was van christen-anarchisme op dat ogenblik. De voordracht staat al sinds jaar en dag hier.
Het was voor een klein publiek, de voordracht was officieel openbaar, maar in feite bedoeld als rondetafelzitting for clarification of thought van de direct betrokkenen in het Jeannette Noelhuis, waar de mensen alleen al om praktische redenen niet aan theorie toe kwamen. Voor de meeste aanwezigen was het naar ik de indruk had een blik op een groter geheel in tijd en plaats.
Omstreeks halverwege mijn voordracht of later kwam er iemand binnen die al snel onderuithangend met verongelijkte blikken aanhoorde wat gezegd werd. De halfliggende jongeman wist zeker dat het echt niet kon: christen-anarchisme. Ik meende uitgelegd te hebben dat het juist geen paradox was, maar daar was hij niet bijgeweest en dat hoefde - drukte zijn houding uit - ook helemaal niet, want hij wist het toch wel. Christendom, dat was, begreep ik uit zijn houding, Zijne Heiligheid De Paus en eventueel bisschop Gijsen. En anarchisme was politiek. Zo zat dat.
De opmerkingen en houding van deze aanwezige maakten dat ik met gemengde gevoelens vertrok die late avond. Het had goed kunnen zijn als deze slungelachtige jongeman in ieder geval een andere houding had aangenomen.
Tot mijn verbazing vernam ik later dat de desbetreffende persoon zijn intrek zou nemen in het Jeannette Noelhuis als inwonende vrijwilliger. Een van de redenen waarom dit niet alleen mij verbaasde was die afwijzing a priori van het christen-anarchisme, dat toch de expliciete leidraad was van het Catholic Workerhuis dat naar Jeannette Noel - distributrice van het blad van de Catholic Worker - genoemd was. Het huis maakte sindsdien een breuk door met het stichtingsbestuur dat geacht werd toezicht te houden. De stichting werd overgenomen door de inwonenden. Dat waren inmiddels alleen nog medoprichter Frits ter Kuile en Wibo Mes, degene die boven beschreven is. "Volgens mij ben jij niet eens een christen," voegde hij mij een keer ongevraagd toe. Wat kon en kan ik er over zeggen? Balkenende, Bush en Blair zijn christenen, inderdaad - en daar wil ik niet mee vereenzelvigd worden. Dus, Wibo, je hebt gelijk.
Blijkens het laatste nummer van het blad van het Jeannette Noelhuis wordt de beginselverklaring van christen-anarchistische strekking die bij het huis hoort herschreven. Wibo Mes vindt dat wie een paspoort krijgt niet God maar de Nederlandse staat dankbaar moet zijn. Hij vindt ook dat het grote wereldprobleem overbevolking is. En grensgevangenissen zijn al met al zo gek nog niet. Opmerkelijke standpunten als je - je christen-anarchist noemende of niet - een huis draaiende houdt waar mensen gehuisvest worden die door de Nederlandse staat illegaal zijn verklaard. Eerlijk gezegd wil ik mij niet eens verder verdiepen in hoe de betrokkene de al dan niet nieuw verworven inzichten met deze bezigheid in overeenstemming brengt. Mijn specialisme is Ideengeschichte, en ik heb niet de indruk dat het hier om een idee met een verleden of een toekomst gaat.
Na de overval van dronken brandstichtende dorpelingen op de christen-anarchistische kolonie van de Internationale Broederschap in Blaricum waren er kolonisten die het wenselijk achtten zich te bewapenen tegen een eventuele nieuwe overval. Een al even originele gedachte die leidde tot het vertrek van de initiatiefnemers, die wilden leven in navolging van Christus - en dus de andere wang wilden toekeren. De kolonie had ruim drie jaar bestaan. Het Jeannette Noelhuis heeft zijn derde lustrum ruimschoots volgemaakt. Hoe het ook verder gaat, het is knap lang als je het tegenover vergelijkbare ondernemingen stelt. Moge het zijn functie blijven vervullen, ook nu het niet langer christen-anarchistisch is. En verder: verlies niet de hoop, niets is blijvend, zegt het Biafraanse spreekwoord.
24 december, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten