30 september, 2006

Slechts een gedachtencategorie


De droom



In de droom ben ik als vaker in het echt aan het fietsen door Waterland, zoekend naar mogelijk baltsende kemphanen. Ik weet - op droomniveau - dat het daarvoor eigenlijk al te laat is, het is al zomer. Blijkbaar heb ik een kijker.
Een leuk meisje komt langszij op de fiets en vraagt waar ik naar zit te kijken. Zij ziet niets van belang. Ik eigenlijk ook niet. Ze wil ook speuren door de kijker. Ze ziet waarschijnlijk niets. We raken aan de praat en - de omwegen zijn er niet of ze zijn onduidelijk - ik vertel bozig en verdrietig over mijn geliefde die er vandoor is met de vriend van haar beste vriendin. Dubbel verraad. Het meisje in de berm kent haar - droomlogica. "Leuke meid, hij is een sekstische lul." Dit wil ik eigenlijk wel en eigenlijk niet horen. Zoals vaker in die dagen word ik huilend wakker.

Intermezzo: het interview



Het dagblad De Waarheid had nog helemaal niets gedaan aan de wonderljke ontwikkeling dat in zeker land geheel tegen de algemene tendens van die dagen (1990) communisten juist waren toegetreden tot de regering. Ik ging dit rechttrekken en had een interview afgesproken met een lid van een comité - op die manier moest het zinkende scheepje van deze krant dergelijk nieuws behandelen. Het werd trouwens in druk ergens halverwege afgekapt voor wat Belangrijk Laatste Nieuws werd gevonden - onbetaalde moeite voor niets.
Het meisje van het comité kwam voor het interview langs bij mij thuis - ik zou het ook opnemen voor Radio 100. Ik ben vergeten hoe ik het wist, maar X. en Y. zoals ik hen maar zal noemen, hadden ook iets in dat land gedaan. Ja, ze kende hen maar al te goed. Sterker nog, hij had voor mijn deur gestaan om mee te doen aan het interview, want hij vertrouwde het niet of zij als vrouw wel de juiste woorden te zeggen zou hebben. Ze had hem weggestuurd. Had hij mijn naam op de deur niet herkend dan?
Seksistische lul, inderdaad. Mijn feministische vriendin van vroeger had een mooie vangst gedaan. Ik stak maar even een sigaret op, die had ik nog, ook al was ik al jaren gestopt.

Film en werkelijkheid



Alleen op een van de eerste rijen in de bioscoop pink ik een traan weg bij de slotscènes van Fahrenheit 911. Zo werkt het nu eenmaal bij het grote doek, en volgens mij zat ik alleen op die rij.
Als ik een moeilijke hoge brug bij de bioscoop trotseer komt op de fiets een leuk meisje langszij. Hoe ik de film vond, vroeg ze, Ze zei dat ze mij op dezelfde rij ook alleen had zien zitten. Na enig praten op de brug stel ik voor naar een café dichtbij te gaan waar ik regelmatig kom, want napraten over een film doe je in een café. We weten beiden niet hoe zwaar we moeten beklemtonen dat We Thuis Iemand Op Ons Hebben Zitten Wachten... Het moet veilig zijn, nietwaar. Trouwens, een man die een traan moet wegpinken bij de film...
Ze heeft over de film twijfels waar ik mij wel in wil verdiepen maar die ik niet deel. Ze gaat er wel zonder meer van uit dat wij beiden Links zijn. Is het niet te gemakkelijk te veroordelen?
Wat doe ik eigenlijk in het dagelijks leven? Eh, heu, ik ben freelance-journalist. En jij?
Ze blijkt te werken bij een instelling waar de baardige seksistische lul bovengenoemd Directeur is. "Dan werk je onder de vent die er met mijn vriendin vandoor is." Alsof het gisteren, nee, vanochtend gebeurd is, slinger ik het er uit. "X! Zij is leuk!" "Tja, dat hoef je mij eigenlijk niet te vertellen." Na enig nadenken zegt zij: "Ik weet zeker dat hij haar bedriegt." Ze laat blijken dat ze hem ook al een seksistische lul vindt, zodat er geen misverstanden hoeven te bestaan. De scène komt mij te bekend voor, al vertel ik haar niet wat er verder door mij heengaat. We wisselen emailadressen maar het komt verder niet tot een gedachtenwisseling.
Wat mij vooral opviel is dat dit verhaal van aan de bar een gevoel van compassie bij mij opriep voor X., terwijl ik - bedenk ik dan - net zo goed had kunnen redeneren "zo krijg je je streken thuis." Misschien verbaast mij dit het meest. "Een vrouw die op een man met een baard valt is op zoek naar een macho," verzekert Degene die Mij Het Naast is. Dit is enigszins een deuk in mijn wereldbeeld.
En het verband tussen kansberekening, iets wat statistisch gesproken toeval moet zijn, en dromen - ik zal het nooit "normaal" kunnen vinden, hoeveel ik zelf ook weet van statistiek en kansberekening. En deze situaties onttrekken zich nu eenmaal aan herhaalbaarheid en laboratoriumonderzoek.

Geen opmerkingen: