08 juli, 2006

Bericht van de dagelijkse dood


Geen treinverkeer mogelijk ten gevolge van een ongeluk. We berichten u zo snel mogelijk over het vervolg.
Het is mooi weer, niet zo liederlijk heet meer, en ik moet wel naar huis, maar heb ook weer geen haast. De toerist aan het loket dat meer op een snackbar lijkt bestelt een whisky-mixdrankje. Wat is er aan de hand, vraagt hij. Een ongeluk, zegt de snackbar-lokettiste. Hij maakt een gebaar van twee treinen op elkaar. Zo? Nee, iemand onder de trein. Hij bestelt nog maar een extra blikje.
Het psychiatrisch ziekenhuis? werp ik op. Ja, dat zal wel. En ze moeten alles van die persoon bij elkaar zoeken, tot het laatste vingerkootje aan toe, dus dat kan duren.
Een vertraging waarover je je moeilijk kunt beklagen. Degene die zich voor de trein wierp was beklagenswaardig. Toen werd de bestuurder het. Toen degenen die de resten bij elkaar moesten zoeken. En de nabestaanden.
Er liggen in Nederland nogal wat psychiatrische ziekenhuizen bij een spoorbaan. Iemand uit de buurt van het traject Nijkerk-Harderwijk vertelde mij ooit dat het ongeveer eens in de twee, drie dagen raak was (het is moeilijk dit op te schrijven zonder het onbedoeld ironisch te laten klinken). Hoeveel bestuurders enzovoort worden misschien voor de rest van hun leven beschadigd door wat zij ongewild te doen hebben gekregen en niet konden voorkomen? En het onderwerp is taboe, al worden er bijna dagelijks mensen mee geconfronteerd, al was het maar in de vorm van vertraging.

Komt het doordat er geen treinen rijden dat het bij mijn geliefde bankje in het bos niet ver van het station zo volkomen rustig is? Het tijdstip van de ringpoten breekt aan, maar zelfs voor hun is het te warm om heel lastig te zijn. En er komt een haas langs, zonder schrik, langzaam, scharrelt en verdwijnt tussen de brandnetels. Een haas in het bos - nog nooit gezien.

Anderhalf uur later rijden de treinen weer alsof er niets gebeurd is.

Geen opmerkingen: