Handelingen 1:
7 En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft;
8 Maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal; en gij zult Mijn getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde.
9 En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hun ogen.
10 En alzo zij hun ogen naar den hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in witte kleding;
11 Welke ook zeiden: Gij Galilese mannen, wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in den hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren.
Het was op een Hemelvaartsdag dat François HaverSchmidt als modern dominee de strijd opgaf en zijn toga aflegde. "Ik wil het wel geloven, maar ik kan het niet." Het was niet eens modern-verantwoord om het te willen geloven maar hij had zijn best gedaan.
Toch is het een passage die men net als het wandelen over water best als verslag van een waarneming kan accepteren zonder dat er veel uitleg of exegese aan verbonden hoeft te worden. Een symbolische uitleg zou al helemaal vergezocht zijn. Op de een of andere manier vergt het niet te veel moderne inspanning ("vrijzinnig" moet het nu heten) om het verhaal als verhaal - te geloven.
Ik heb Tjeu van den Berk eens horen zeggen: zelfs als Hij met de snelheid van het licht omhoog is gegaan is Hij nu nog niet eens halverwege dit melkwegstelsel. Maar Hij ging niet senkrecht nach oben. Hij verdween uit het zicht in een wolk.
Geloof gaat over het niet-geziene, het wordt helder weergegeven in Hebr. 11:1:
Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Voor een keer een betere weergave in de nieuwe bijbelvertaling:
Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien.
(Het zeventiende-eeuwse "bewijs" is niet dat van de eenentwintigste eeuw tenslotte).
Toch wonderlijk dat in Nederland dat in de publieke sfeer zo goed als niets meer heeft met het christendom de veertigste dag na Pasen zowaar een vrije dag is, waarop zelfs winkels gesloten zijn. Laat het ook maar eens een gelegenheid tot theologiseren zijn alhier.
25 mei, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten