08 april, 2006

Bij de encyclopedie - joepie


De lijnkleuren van de Amsterdamse tramlijn 27, die eigenlijk de kleuren van lijn 23 waren. In tijden toen er nog op de kleintjes gelet werd konden de dure lijnkleurglazen voor een andere lijn ingezet worden. Ze waren nog in voorraad van de in 1958 opgeheven lijn 23.
Lijn 27 heeft mijn jongensachtige interesse in de tram doen herleven. De lijn was net ingesteld toen ik een tijdje op de hoek van de Bilderdijkstraat en de Kinkerstraat woonde. Vanuit mijn raam keek ik naar de bovenleiding van de lijnen 3 en de combinatie 7-17-27. De hoogstgenummerde nieuwste lijn uit de geschiedenis, met - dan - het oudste materieel.

Ik weet niet eens meer hoe, maar plotseling zat ik vanochtend een Wikipedia-lemma te schrijven over deze lijn, en over de Noordermarktlijn 20, waar ik geen persoonlijke herinnering aan heb. Wat zocht ik eerst? Het maakt niet uit - hoewel Brezjnjew aan het Spui er in 1997 anders over meende te moeten denken weet ik wel iets van in ieder geval de Amsterdamse tram(geschiedenis). Ach, ik houd mijn hart nog steeds vast over de Opstapper, maar daarover later apart nog iets.


Lijn 27 was de proeftuin van de zelfbediening als passagier. Vanf 1968 kon je in van rode banen voorziene motorwagens serie 491-550 (891-950) instappen zonder je kaartje door een conducteur te laten stempelen. Automaten waren er nog niet - je mocht natuurlijk alleen met een overstapje of met een abonnement instappen. Het werd in die tijd wel voordelig gevonden om op de goede trouw van de mensen te vertrouwen. Dat werd later weer anders..



Van de "bloedneus"-drieassers op lijn 27 heb ik geen andere foto's dan de beelden in mijn hoofd. Hier zijn twee museumtramvoorbeelden. Niet hetzelfde.

Geen opmerkingen: