Vanaf waar ik mij nu bevind kan ik slechts vermelden dat het niet onopgemerkt is gebleven: John Kenneth Galbraith is op 29 april overleden op 97-jarige leeftijd, misschien de laatste (intellectueel) integere grote "burgerlijke" econoom. Joop den Uyl, waarschijnlijk ook een van de laatste integere Nederlandse politici op de hoogste post, was een leerling van hem.
Hij kon het weten, want hij was als Canadees betrokken bij de oorlogsinspanning van de VS in de Tweede Wereldoorlog - de laatste woorden van zijn laatste boek als ik het uit mijn hoofd goed reproduceer: oorlog is het ergste menselijk falen.
The economics of innocent fraud uit 2004 was dus zijn - mild-kritische, ironische - zwanezang. Onder de intellectuele fraudeurs over wie hij het had werd hij officieel en luidruchtig niet serieus genomen. Uit zijn werk valt veel mooie ironie te halen, waaronder deze "If you feed enough oats to the horse, some will pass through to feed the sparrows" - over het zogenaamde doordruppel-effect. Deze dodelijke ironie zegt voldoende waarom ideologen van het huidige bestel iets tegen hem hadden. En dat terwijl hij geen ver gaand maatschappijcriticus was, geen tegenstander van de waren- of de loonarbeidmaatschappij dus, meer een beschijver van hoe het eigenlijk in elkaar steekt. The great crash, 1929, The affluent society en The new industrial state wil ik noemen als belangwekkende boeken die een zeker inzicht verschaffen hoe het kapitalisme van de twintigste eeuw in elkaar steekt, met zijn eerder genoemde zwanezang als toegift voor de eenentwintigste eeuw.