21 december, 2005

Notities over Intelligent Ontwerp

I.



Intelligent ontwerp - toen ik de uitdrukking voor het eerst hoorde, in het onvermijdelijke Engels uiteraard, was ik nog zo naief te denken dat er een idee achter zat van de zich ontvouwende Al-Intelligentie, in de zin van Ortts pneumat-energetisch monisme. Ortt baseert zijn filosofisch-theologisch stelsel sterk op de ideeën van de christen-anarchistische bioloog Hans Driesch en zijn aristotelische gedachte van entelechie: cellen, groepen cellen, organen, lichamen en zo opklimmend tot de hele ordening van het universum hebben een doel in zich. Het doel is: te worden wat het zal worden.

Van de celgroepen die uitgroeien tot bijvoorbeeld een arm is dit de entelechie. Voorbij het gehele lichaam van plant of dier, of zelfs een hemellichaam schiet ons voorstellingsvermogen tekort. We kunnen niet eens verwachten ooit te zullen ontdekken of er meer universa zijn met dezelfde of andere entelechie, of - speels ontwerp - zonder entelechie. Sterker nog - wij kunnen niet eens stellen of het universum waarin wij ons bevinden - of beter: het waarneembare universum - inderdaad eindig is. Het onwaarneembare universum (dat eigenlijk geen lidwoord verdraagt, maar men moet toch kunnen schrijven) kan oneindig zijn. Of niet bestaan - wat in filosofisch-theologisch opzicht eigenlijk op hetzelfde neerkomt.

Dat de woorden entelechie en intelligentie een beetje op elkaar lijken is een ongelukkig toeval. Ordening veronderstelt intelligentie, een plan (Ortt gebruikt in zulke gevallen hoofdletters die het feitelijke mysterie onderstrepen: een Plan). Een plan in de zin van een ontwerp - in andere betekenissen kunnen wij dit mysterie alleen met onze eigen intelligentie benaderen, maar nooit doorgronden.

II.



David Attenborough liet onlangs in Life in the undergrowth zien hoe mieren rupsen van blauwtjes hun nest indragen en er voor zorgen alsof het het eigen broedsel van de mierenkoningin was. Dit kan men nog symbiose en desnoods wederkerig hulpbetoon noemen: de rupsen scheiden een stof af die de mieren waarderen. Het wordt ingewikkelder als er een sluipwesp wordt opgevoerd die parasiteert op de zelf parasiterende rupsen. De wesp is ingesteld op het ontdekken van een mierennest waarin zich de gewenste rupsen bevinden, glipt het nest in en legt met de grote boor die sluipwespen eigen is eieren in de rups. Deze wordt van binnenuit opgegeten. In plaats van een blauwtje komt er na de verpopping een nieuwe sluipwesp, die dus indirect onderhouden is door de mieren.
De entelechie van alle betrokkenen kan ik begrijpen. Er zit ook een ordening, een Plan achter. Hoe men zich dit kan voorstellen zonder de gedachte van wording, evolutie, is mij een raadsel. "Op de zoveelste dag vergat God niet ook mieren te scheppen die rupsen te gast hebben die op hun beurt weer worden leeggegeten door de larve van een sluipwesp." Dit is een blasfemische gedachte.
Mensen die met de bijbel wapperen en erbij zeggen dat dit van kaft tot kaft Gods woord is staan nooit stil bij de ontluisterende consequenties van hun redenerinkje. Hun menselijke, al te menselijke God had het wel erg druk op zo'n dag. Enerzijds moet je volhouden dat een dag voor God heel anders is dan voor een mens, anderzijds staat het er toch: het werd avond, de vierde dag. Het mysterie kan beperkt blijven tot het punt dat de dag pas geschapen wordt op de derde dag.
Waarom zelfs aandacht besteden aan dergelijke pathologische gedachtenbouwsels? Omdat Intelligent Ontwerp uitgaat van een Ontwerper - anthropomorf, al zullen de adepten het precies omgekeerd beweren - die er eens voor is gaan zitten om ook niet het samenspel van mier, rups en sluipwesp te vergeten.
Dit spot niet alleen met intelligentie, het spot met geloof en het zou ook met godsdienst moeten spotten.

III.



Er is een verschil tussen de intelligentie (het ordenend vermogen) die ten grondslag ligt aan de entelechie (het doel-in-zich-hebben) en de intelligentie van de entelechische eenheid. Misschien gebruikte Ortt die loodzware hoofdletters om dit onderscheid tot uitdrukking te brengen. Het eencellige pantoffeldiertje heeft een ordenend vermogen: met een enkele cel is het in staat warm van koud te onderscheiden, zuur van zout en zo verder, en daar zijn/haar gedrag op instellen (het diertje plant zich ongeslachtelijk voort). Dit kunnen wij intelligent gedrag noemen - gedrag veronderstelt trouwens al intelligentie.
Wetenschapsfundamentalisten - die in hun anthropocentrisme veel gemeen hebben met godsdienstige fundamentalisten - zullen hiertegen inbrengen dat men het pantoffeldiertje geen intelligentie mag toedichten. Het lijkt mij dat deze tegenwerping uitgaat van de a priori veronderstelling dat alleen de mens intelligent is. Dit zal dan ook wel weer met een hoofdletter geschreven moeten worden.
Reageren op een omgeving op een wijze die ervaring of begrip vertoont kan ik niet anders dan intelligentie noemen. Het pantoffeldiertje heeft met die ene cel intelligentie. We staan hier in feite voor een mysterie dat in zekere zin verwant is aan het mysterie van een eventuele Al-Intelligentie.
Het is de vraag of het pantoffeldiertje zich staande zou hebben kunnen houden zonder deze entelechische intelligentie van begin af aan gehad te hebben. Een evolutionair proces waarbij alleen de onderscheidende - dus intelligente - pantoffeldiertjes - op den duur in leven zijn gebleven is denkbaar, maar moeilijk voorstelbaar. De evolutionaire sprong die van levenloos materiaal het eerste eencellige dier heeft gemaakt moet dit dier deze intelligentie van begin af aan hebben meegegeven.
Het pantoffeldiertje leeft van bacteriën. Op dit niveau is natuurlijk wel entelechie maar het is moeilijk om van intelligentie te spreken - tot aan de grootste of "hoogste" vertegenwoordgers van de plantenwereld is de bij voortbeweging behorende intelligentie niet te ontwaren. Kan men in het algemeen van gedrag bij planten spreken?

IV.



Het merkwaardige van deze evolutieloochenaren is dat zij moeiteloos gebruik maken van de kennis van evolutionairen. Ze zullen geen ogenblik overwegen dat de fossiele brandstoffen van hun autootje helemaal geen fossiele brandstoffen kunnen zijn. Of ze zullen het glashard ontkennen. Hoe zij het voor zichzelf kunnen verantwoorden dat met het blote oog hemellichamen zijn te ontwaren die in afstand verder van de aarde verwijderd zijn dan er "tijd" kan zijn in hun wereldbeeldje, een raadsel. Omdat deze spotters met iedere redelijheid nogal domineren in de Verenigde Staten vraag ik mij af hoe dit land nog als wereldrijk stand kan houden. Misschien alleen nog door wetenschapsmensen te laten immigreren die wel aan wetenschap hebben mogen doen?
"Intelligent ontwerp" blijkt in het geheel niet om eerlijke verwondering of bewondering van het universum - de schepping, zo men wil - te gaan. Het is een nieuw truukje om een insluipsel in de biologie te introduceren, dat spot met het menselijk denkvermogen. Maar in de hoek waar het Intelligent Ontwerp vandaan komt spot men nu eenmaal graag.

V.



Voorlopige summa.
Intelligent Ontwerp is alleen al verdacht omdat het een pleonasme is. Een ontwerp veronderstelt altijd intelligentie.
Ligt er een ontwerp ten grondslag aan het universum? Dit is een anthropocentrische redenering. Ligt er intelligentie aan ten grondslag? Mogelijk - maar alles wat men daarover zegt van begin af aan ook als anthropocentrische redenering afgedaan worden. Om de afstand te houden en het mysterie te beklemtonen kunnen we het met die verheven hoofdletter schrijven, Intelligentie. En deze kan men ook God noemen.
Maar waarover men niet kan spreken moet men zwijgen.

Geen opmerkingen: