17 november, 2005
De liefde ligt te bloeden
De mooie zomer van 1976 - ik overnacht op mijn al opgezegde kamer op de Zilverberg, luister laat nog naar Caroline. Te laat natuurlijk - moet gaan slapen, nog een nummer horen dan. Funeral for a friend/Love lies bleeding, een intrigerend nummer van nota bene Elton John, nee, niet het zonnetje in huis. De radio gaat uit en ik ga slapen.
Er wordt op de deur gebonkt. Het is licht - hoe lang heb ik geslapen? Niet veel. Dof bonzen op de deur, wat aandringend. Dit betekent normaal gesproken dat er telefoon is. Dat klopt.
Aan de andere kant van de lijn vertelt iemand mij dat Tineke op een camping in Italië is doodgestoken. Door wie, waarom? Ik begrijp er niets van. Een dronken toerist die voor de deur van de wc stond, zij schrok van hem en uitte een schreeuw. Hij pakte een mes en slachtte haar af als een rund. Het blijft een onbegrijpelijk verhaal, een absurde dood.
Maar misschien is de dood altijd absurd. Absurd zoals het leven.
Tineke wordt een beroemde zaak. Zij haalt de voorpagina van De Telegraaf: de Nederlandse Helena Teuna de Jong vermoord op een Italiaanse camping. Helena Teuna? Vervolgens komt er een advertentie in de krant, met deze, blijkbaar haar doopnamen, met daaronder in kleine letters "Tineke". De begrafenis heeft in stilte plaatsgevonden.
Vervolgens word ik gebeld dat ze binnenkort gecremeerd zal worden. "In de advertentie van de krant stond anders..." Het blijkt een dwaalspoor te zijn om het mogelijk te maken dat haar echte activisten-vrienden afscheid van haar kunnen nemen in plaats van wat tantes met wie zij geen contact meer heeft. Ik ben niet blij met dit buitenkansje maar zal natuurlijk wel gaan.
Het eindpunt van - in die dagen - lijn 1 is de laatste halte voor begraafplaats en crematorium Westgaarde. Ik ben halverwege het eindpunt en het crematorium als ik een lege plek in mijn broekzak voel - mijn portemonnee is weg. Ik ren terug naar de eindhalte in de hoop dat mijn geld misschien daar is achtergebleven en gevonden door de bestuurder. De tram waar ik in gezeten heb staat nu vooraan in de rij om weg te rijden. Mijn portemonnee ligt op de stoel waarop ik gezeten heb. Alles zit er nog in.
Opnieuw op weg naar Westgaarde - maar op tijd voor de uitvaart komen is al niet meer mogelijk inmiddels. Ik heb de begraafplaats in zicht op het ogenblik dat ik besef dat ik het niet zal halen en dat mijn eventuele binnenkomst in de aula misschien storend zou zijn. Machteloos voor mij uitstarend vergeet ik blijkbaar de tijd en er komen wat kameraden langs met een auto: "moet je terug naar de stad?"
Tineke is geen onderwerp van gesprek daarna - behalve een keer, in het café, iemand die het wat merkwaardig vindt. Dit is de tweede uit onze kring die op een rare manier vermoord is in betrekkelijk korte tijd. De absurditeit van het verhaal maakt het onmogelijk verband te zien of er een politieke draai aan te geven. Het is vooral treurig - Tineke was zo zichtbaar aan het opbloeien, nieuwe vriend - afgelopen...
Dinsdag moest ik toevallig op het Dijkgraafplein zijn - gelukkig niet voor een uitvaart. De rij trams bij het eindpunt bracht het absurde van de portemonnee-uitvaart als altijd weer boven. Verleden jaar had ik aan een gevangene in de VS iets over Tineke geschreven - een anekdote - maar je hoeft tegenover een mannelijke gevangene in het algemeen maar een vrouw ter sprake te brengen of de interesse is daar. Hoe was het met haar? Voor het eerst zette ik het verhaal op papier en bracht het tot huilen, meer dan achtentwintig jaar later. Gelukkig zat mijn correspondentievriend niet voor moord...
Nauwelijks een dag later na mijn tocht naar het verre Dijkgraafplein is er weer reden om het verhaal boven te laten komen.
De moord in de Van Welderenstraat in Nijmegen op Louis Sévèke komt, als ik het verhaal lees, over als een maffiose afrekening uit wat in Italië de parallelle overheid heet. In tegenstelling tot de moord op Tineke vallen de woorden "linkse activist" meermalen. Een moord in een tamelijk drukke straat - ook om half tien 's avonds - die klinkt als een afrekening.
Naaste medewerkenden/strijdenden en familie willen niet aan speculaties over de achtergrond van de moord en spreken hun vertrouwen uit in het politieonderzoek.
Het verschil met 1976 is bijvoorbeeld dat "we" het er niet bij kunnen hebben - na de moord op Pim Fortuijn, na de moord op Theo van Gogh. De zenuwen liggen bloot in Nederland.
De terughoudendheid van de nabestaanden moet evenwel gerespecteerd worden. Mijn politieke instinct zegt mij dat de moord nooit zal worden opgelost. Of dat het 't "verkeerde slachtoffer" zal blijken te zijn geweest.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten