09 september, 2005

In het aquarium van Seattle


Inmiddels heb ik wel geleerd de dierentuin als politiek incorrect te vermijden. Maar voor aquaria blijf ik een zwak houden. In Amsterdam was het vroeger apart van de dierentuin, je stapte donkere zalen in waar je je rustig diende te houden. De combinatie van rust, duisternis en gestalte en blikken van de onderwaterdieren (vissen natuurlijk meestal) waren een wonderlijke gewaarwording midden in de stad.
Evenals in Bergen in Noorwegen is het aquarium van Seattle aan de haven, vlak bij het open water. Helaas, duisternis en rust zijn er niet te vinden. De zwijgende dieren krijgen juist extra waardigheid tegenover het gegil van de kinderen en het lacherige geloer van de volwassenen.
Er is een vloedgolf-opstelling, met zeeanemonen, zeesterren en andere niet-vissen. Die mag je met één vinger aanraken. Dit "mogen" wordt als "moeten" geïnterpreteerd. Het komt er dus op neer dat vrijwel iedere bezoeker v/m een vinger in zo'n stilzittend beest steekt. Ik kan mij niet voorstellen dat dit echt prettig is.
Hoogtepunten: een boog met kwallen, waar je onderdoor kunt lopen (de kring van het leven, heet de boog). De rivier- en zeeotters. En de kleine, bijna driehoekige langhoorn-koevis.

Geen opmerkingen: